5 Bijbelvers over Sanitaire Voorzieningen, Voedsel
Meest relevante verzen
Leviticus 19:26
Gij zult niets met het bloed eten. Gij zult op geen vogelgeschrei acht geven, noch guichelarij plegen.
Deuteronomium 12:16
Alleenlijk het bloed zult gijlieden niet eten; gij zult het op de aarde uitgieten als water.
Leviticus 11:26
Alle beest, dat den klauw verdeelt, doch de klove niet in tweeen klieft, en niet herkauwt, zal u onrein zijn; zo wie hetzelve aangeroerd zal hebben, zal onrein zijn.
Leviticus 7:15
Maar het vlees van het lofoffer zijns dankoffers zal op den dag van deszelfs offerande gegeten worden; daarvan zal men niet tot den morgen overlaten.
Leviticus 7:23
Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Geen vet van een os, of schaap, of geit, zult gij eten.