56 gebeurtenissen

'Bileam' in de Bijbel

Die zond boden aan Bileam, den zoon van Beor, te Pethor, hetwelk aan de rivier is, in het land der kinderen zijns volks, om hem te roepen, zeggende: Zie, er is een volk uit Egypte getogen; zie, het heeft het gezicht des lands bedekt, en het blijft liggen recht tegenover mij.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamUitgestuurde Boodschappers

Toen gingen de oudsten der Moabieten, en de oudsten der Midianieten, en hadden het loon der waarzeggingen in hun hand; alzo kwamen zij tot Bileam, en spraken tot hem de woorden van Balak.

VersbegrippenHoudingen Van OuderdomMenselijke BeloningWaarzeggerij

Hij dan zeide tot hen: Vernacht hier dezen nacht, zo zal ik ulieden een antwoord wederbrengen, gelijk als de HEERE tot mij zal gesproken hebben. Toen bleven de vorsten der Moabieten bij Bileam.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamPrinsenTegenslag Overwinnen

En God kwam tot Bileam en zeide: Wie zijn die mannen, die bij u zijn?

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamWie Is Dit?

Toen zeide Bileam tot God: Balak, de zoon van Zippor, de koning der Moabieten, heeft hen tot mij gezonden, zeggende:

Toen zeide God tot Bileam: Gij zult met hen niet trekken; gij zult dat volk niet vloeken, want het is gezegend.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamGod ZegentVerbiedende God

Toen stond Bileam des morgens op, en zeide tot de vorsten van Balak: Gaat naar uw land; want de HEERE weigert mij toe te laten met ulieden te gaan.

VersbegrippenVerbiedende God

Zo stonden dan de vorsten der Moabieten op, en kwamen tot Balak, en zij zeiden: Bileam heeft geweigerd met ons te gaan.

Die tot Bileam kwamen, en hem zeiden: Alzo zegt Balak, de zoon van Zippor: Laat u toch niet beletten tot mij te komen!

VersbegrippenHet Vermijden Van Tegenwerking

Toen antwoordde Bileam, en zeide tot de dienaren van Balak: Wanneer Balak mij zijn huis vol zilver en goud gave, zo vermocht ik niet het bevel des HEEREN mijns Gods te overtreden, om te doen klein of groot.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamGoudPaleizenZilverVoorzien Van Geld

God nu kwam tot Bileam des nachts, en zeide tot hem: Dewijl die mannen gekomen zijn, om u te roepen, sta op, ga met hen; en nochtans zult gij dat doen, hetwelk Ik tot u spreken zal.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamSamengaan

Toen stond Bileam des morgens op, en zadelde zijn ezelin, en hij trok heen met de vorsten van Moab.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamOchtendVoorbeelden Van HebzuchtSamengaanReis VoorbereidenEzels Zadelen

De ezelin nu zag den Engel des HEEREN staande in den weg, met Zijn uitgetrokken zwaard in Zijn hand; daarom week de ezelin uit den weg, en ging in het veld. Toen sloeg Bileam de ezelin, om dezelve naar den weg te doen wenden.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamStaanDieren SlaanDwalende DierenEngelen ZienGods Zwaard

De HEERE nu opende den mond der ezelin, die tot Bileam zeide: Wat heb ik u gedaan, dat gij mij nu driemaal geslagen hebt?

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamHet DierenrijkTerechtwijzingDrie Keer HandelenDe Doofstommen Die Spreken

Toen zeide Bileam tot de ezelin: Omdat gij mij bespot hebt; och, of ik een zwaard in mijn hand had! want ik zoude u nu doden.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamHuisdieren Doden

De ezelin nu zeide tot Bileam: Ben ik niet uw ezelin, op welke gij gereden hebt van toen af, dat gij mijn heer geweest zijt, tot op dezen dag? Ben ik ooit gewend geweest u alzo te doen? Hij dan zeide: Neen!

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamOp Ezels RijdenMensen Die Andere Dingen Bezitten

Toen ontdekte de HEERE de ogen van Bileam, zodat hij den Engel des HEEREN zag, staande in den weg, en Zijn uitgetrokken zwaard in Zijn hand; daarom neigde hij het hoofd en boog zich op zijn aangezicht.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamBuigenBuigingZicht OntvangenEngelen ZienGods Zwaard

Toen zeide Bileam tot den Engel des HEEREN: Ik heb gezondigd, want ik heb niet geweten, dat Gij mij tegemoet op dezen weg stondt en nu, is het kwaad in Uw ogen, ik zal wederkeren.

VersbegrippenErkennen Van ZondeIndividuen Die Naar Huis GaanOnwetendheid Van FeitenWe Hebben Gezondigd

De Engel des HEEREN nu zeide tot Bileam: Ga heen met deze mannen; maar alleenlijk dat woord, wat Ik tot u spreken zal, dat zult gij spreken. Alzo toog Bileam met de vorsten van Balak.

VersbegrippenDe Engel Van De HeerSamengaanHet Woord Spreken Dat God Geschonken Heeft

Als Balak hoorde, dat Bileam kwam, zo ging hij uit, hem tegemoet, tot de stad der Moabieten, welke aan de landpale van de Arnon ligt, die aan het uiterste der landpale is.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamMensen OntmoetenArnonGesproken Groet

En Balak zeide tot Bileam: Heb ik niet ernstiglijk tot u gezonden, om u te roepen? Waarom zijt gij niet tot mij gekomen? Kan ik u niet te recht vereren?

VersbegrippenOverlast Tegenover MensenDringendWaarom Doe Je Dit?

Toen zeide Bileam tot Balak: Zie, ik ben tot u gekomen; zal ik nu enigzins iets kunnen spreken? Het woord, hetwelk God in mijn mond leggen zal, dat zal ik spreken.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamMondenOrakelsDe Orakels Van BalaämHet Woord Spreken Dat God Geschonken Heeft

En Bileam ging met Balak; en zij kwamen te Kirjath-Huzzoth.

Toen slachtte Balak runderen en schapen; en hij zond aan Bileam, en aan de vorsten, die bij hem waren.

VersbegrippenSchapenEen Kudde Schapen En Geiten Offeren

En het geschiedde des morgens, dat Balak Bileam nam, en voerde hem op de hoogten van Baal, dat hij van daar zag het uiterste des volks.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamAanbidding Van Baäl, GeschiedenisMensen Zien

Toen zeide Bileam tot Balak: Bouw mij hier zeven altaren, en bereid mij hier zeven varren en zeven rammen.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamZeven DierenZeven DingenAltaren Bouwen

Balak nu deed, gelijk als Bileam gesproken had; en Balak en Bileam offerden een var en een ram, op elk altaar.

VersbegrippenRammen

Toen zeide Bileam tot Balak: Blijf staan bij uw brandoffer, en ik zal heengaan; misschien zal de HEERE mij tegemoet komen; en hetgeen Hij wijzen zal, dat zal ik u bekend maken. Toen ging hij op de hoogte.

VersbegrippenHoogteDe Aard Van God KennenHet Woord Spreken Dat God Geschonken Heeft

Als God Bileam ontmoet was, zo zeide hij tot Hem: Zeven altaren heb ik toegericht, en heb een var en een ram op elk altaar geofferd.

VersbegrippenZeven DierenZeven DingenGod OntmoetenEen Kudde Schapen En Geiten Offeren

Toen legde de HEERE het woord in den mond van Bileam, en zeide: Keer weder tot Balak, en spreek aldus.

VersbegrippenOpenbaring In OTHet Woord Spreken Dat God Geschonken HeeftOpenbaring Door Rechtstreekse Communicatie

Toen zeide Balak tot Bileam: Wat hebt gij mij gedaan? Ik heb u genomen, om mijn vijanden te vloeken; maar zie, gij hebt hen doorgaans gezegend!

VersbegrippenWat Doe Jij?Zegen En VloekGezegend Door GodVloeken

Als de HEERE Bileam ontmoet was, zo legde Hij het woord in zijn mond, en Hij zeide: Keer weder tot Balak, en spreek alzo.

VersbegrippenHet Woord Spreken Dat God Geschonken Heeft

Toen zeide Balak tot Bileam: Gij zult het ganselijk noch vloeken, noch geenszins zegenen.

VersbegrippenZegen En VloekIsraël Vervloeken

Doch Bileam antwoordde en zeide tot Balak: Heb ik niet tot u gesproken, zeggende: Al wat de HEERE spreken zal, dat zal ik doen?

VersbegrippenHet Woord Spreken Dat God Geschonken Heeft

Verder zeide Balak tot Bileam: Kom toch, ik zal u aan een ander plaats medenemen; misschien zal het recht zijn in de ogen van dien God, dat gij het mij van daar vervloekt.

VersbegrippenDubbelzinnigheidIsraël Vervloeken

Toen nam Balak Bileam mede tot de hoogte van Peor, die tegen de woestijn ziet.

En Bileam zeide tot Balak: Bouw mij hier zeven altaren, en bereid mij hier zeven varren en zeven rammen.

VersbegrippenZeven DierenZeven Dingen

Balak nu deed, gelijk als Bileam gezegd had; en hij offerde een var en een ram op elk altaar.

Toen Bileam zag, dat het goed was in de ogen des HEEREN, dat hij Israel zegende, zo ging hij ditmaal niet heen, gelijk meermalen, tot de toverijen; maar hij stelde zijn aangezicht naar de woestijn.

VersbegrippenGod Zegent

Als Bileam zijn ogen ophief, en Israel zag, wonende naar zijn stammen, zo was de Geest van God op hem.

VersbegrippenDe Geest Van GodKamperen Tijdens ExodusMensen Zien

En hij hief zijn spreuk op, en zeide: Bileam, de zoon van Beor, spreekt, en de man, wien de ogen geopend zijn, spreekt!

VersbegrippenOgen, Figuurlijk GebruiktZicht OntvangenWijze Gezegdes

Toen ontstak de toorn van Balak tegen Bileam, en hij sloeg zijn handen samen; en Balak zeide tot Bileam: Ik heb u geroepen, om mijn vijanden te vloeken; maar zie, gij hebt hen nu driemaal gedurig gezegend!

VersbegrippenMenselijke WoedeDrie Keer CommunicerenKlappenZegen En VloekIsraël VervloekenGenoemde Personen Die Kwaad Waren Op Anderen

Toen zeide Bileam tot Balak: Heb ik ook niet tot uw boden, die gij tot mij gezonden hebt, gesproken, zeggende:

Toen hief hij zijn spreuk op, en zeide: Bileam, de zoon van Beor, spreekt, en die man, wien de ogen geopend zijn, spreekt!

VersbegrippenZicht OntvangenWijze Gezegdes

Toen stond Bileam op, en ging heen, en keerde weder tot zijn plaats. Balak ging ook zijn weg.

VersbegrippenTerugkeren Naar Hun Land

Daartoe doodden zij boven hun verslagenen, de koningen der Midianieten, Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, vijf koningen der Midianieten; ook doodden zij met het zwaard Bileam, den zoon van Beor.

VersbegrippenVijf MensenKoningen DodenProfeten DodenHeidense Heersers

Ziet, deze waren, door den raad van Bileam, den kinderen Israels, om oorzake der overtreding tegen den HEERE te geven, in de zaak van Peor; waardoor die plaag werd onder de vergadering des HEEREN.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamRaadgeversDe Raad Van De Mens

Ter oorzake dat zij ulieden op den weg niet tegengekomen zijn met brood en met water, als gij uit Egypte uittoogt; en omdat hij tegen u gehuurd heeft Bileam, den zoon van Beor, van Pethor uit Mesopotamie, om u te vloeken.

VersbegrippenHurenHoudingen Tegenover GeldOnvriendelijkOngastvrijheidGeen VoedselIsraël Vervloeken

Doch de HEERE, uw God, heeft naar Bileam niet willen horen; maar de HEERE, uw God, heeft u den vloek in een zegen veranderd, omdat de HEERE, uw God, u liefhad.

VersbegrippenMensen Van God In OTZegen En VloekIsraël VervloekenGod Verandert Slechte Dingen In GoedVloeken

Daartoe hebben de kinderen Israels met het zwaard gedood Bileam, den zoon van Beor, den voorzegger, nevens degenen, die van hen verslagen zijn.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamGenoemde Individuen Doden

Ook maakt zich Balak op, de zoon van Zippor, de koning der Moabieten, en hij streed tegen Israel; en hij zond heen, en deed Bileam, den zoon van Beor, roepen, opdat hij u vervloeken zou.

VersbegrippenIsraël Vervloeken

Maar Ik wilde Bileam niet horen; dies zegende hij u gestadig, en Ik verloste u uit zijn hand.

En uit den halven stam van Manasse: Aner en haar voorsteden, en Bileam en haar voorsteden. De huisgezinnen der overige kinderen van Kahath hadden deze steden:

Omdat zij den kinderen Israels niet waren tegengekomen met brood en met water, ja, Bileam tegen hen gehuurd hadden, om hen te vloeken, hoewel onze God den vloek omkeerde in een zegen.

VersbegrippenHurenZegen En VloekIsraël Vervloeken

Mijn volk! gedenk toch wat Balak, de koning van Moab, beraadslaagde, en wat hem Bileam, de zoon van Beor, antwoordde; en wat geschied is van Sittim af tot Gilgal toe, opdat gij de gerechtigheden des HEEREN kent.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamDe Gerechtigheid Van GodGeschiedenisHet VerledenMensen BeantwoordenGod Doet Het JuisteJuist DoenDe Raad Van De Mens

Zoekresultaten op Versies

Zoekresultaten op Boek

Alle Boeken

Public domain