15 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Branden' in de Bijbel

En zij steken aan voor den HEERE brandofferen, op elken morgen en op elken avond, ook reukwerk van welriekende specerijen, nevens de toerichting des broods op de reine tafel, en den gouden kandelaar en zijn lampen, om die op elken avond te doen branden; want wij nemen waar de wacht des HEEREN, onzes Gods; maar gij hebt Hem verlaten.

VersbegrippenVerlatenheidWierookGeurtjesTafels

Ook wierpen wij de loten, onder de priesters, de Levieten en het volk, over het offer van het hout, dat men brengen zou ten huize onzes Gods, naar het huis onzer vaderen, op bestemde tijden, jaar op jaar, om te branden op het altaar des HEEREN, onzes Gods, gelijk het in de wet geschreven is;

VersbegrippenLoten UitschrijvenHoutAltaar Van De HeerBrandhout

Hoe lang, o HEERE! zult Gij U steeds verbergen, zal Uw grimmigheid branden als een vuur?

VersbegrippenLangdurige AandoeningenGod VerschuiltVoor God Handelt

Zal iemand op kolen gaan, dat zijn voeten niet branden?

VersbegrippenKwetsuur Aan De VoetenVuur Van Het Kwaad

En de sterke zal wezen tot grof vlas, en zijn werkmeester tot een vonk, en zij zullen beiden te zamen branden, en er zal geen uitblusser wezen.

VersbegrippenMensen VerbrandenNiet Uitdovend

Daarom zal de Heere HEERE der heirscharen onder zijn vetten een magerheid zenden; en onder zijn heerlijkheid zal Hij een brand doen branden, als den brand des vuurs.

VersbegrippenVuur Afkomstig Van God

En de Libanon is niet genoegzaam om te branden, en zijn gedierte is niet genoegzaam ten brandoffer.

VersbegrippenBrandhoutTekort Aan Andere Dingen Dan Voedsel

Daarom zegt de Heere HEERE alzo: Ziet, Mijn toorn en Mijn grimmigheid zal uitgestort worden over deze plaats, over de mensen en over de beesten, en over het geboomte des velds, en over de vrucht des aardrijks; en zal branden, en niet uitgeblust worden.

VersbegrippenNiet UitdovendZowel Mens Als Dier GetroffenBomen Beschadigen

En Ik zal u overvoeren met uw vijanden, in een land, dat gij niet kent; want een vuur is aangestoken in Mijn toorn, het zal over u branden.

VersbegrippenVuur Van OordeelOnbekende Dingen

Alzo zult gij aflaten (en dat om u zelven) van uw erfenis, die Ik u gegeven heb, en Ik zal u uw vijanden doen dienen in een land, dat gij niet kent; want gijlieden hebt een vuur aangestoken in Mijn toorn, tot in eeuwigheid zal het branden.

VersbegrippenFoutenLand Als Goddelijk GeschenkVerliesOnbekende DingenVerlaten Van ZakenGroepen DienenErfenisIdentiteitCultuur

Gij zult sterven in vrede, en naar de brandingen van uw vaderen, de vorige koningen, die voor u geweest zijn, alzo zullen zij over u branden, en u beklagen, zeggende: Och heer! want Ik heb het woord gesproken, spreekt de HEERE.

VersbegrippenBegrafenissenCrematiePlechtighedenDood Van De GoddelozenDe Dood Van Anderen Berouwen

En de inwoners der steden Israels zullen uitgaan, en vuur stoken en branden van de wapenen, zo van schilden als rondassen, van bogen en van pijlen, zo van handstokken als van spiesen; en zij zullen daarvan vuur stoken zeven jaren;

VersbegrippenSchildenSperenZeven Jaar

Public domain