'Handbomen' in de Bijbel
En maak handbomen van sittimhout, en overtrek ze met goud.
En steek de handbomen in de ringen, die aan de zijde der ark zijn, dat men de ark daarmede drage.
Tegenover de lijst zullen de ringen zijn, tot plaatsen voor de handbomen, om de tafel te dragen.
Deze handbomen nu zult gij van sittimhout maken, en gij zult dezelve met goud overtrekken; en de tafel zal daaraan gedragen worden.
Gij zult ook handbomen maken tot het altaar, handbomen van sittimhout; en gij zult ze met koper overtrekken.
En de handbomen zullen in de ringen gedaan worden, alzo dat de handbomen zijn aan beide zijden des altaars, als men het draagt.
Gij zult ook twee gouden ringen daaraan maken, onder zijn krans; aan zijn twee zijden zult gij dezelve maken, aan zijn beide zijden; en zij zullen zijn tot plaatsen voor de handbomen, dat men het daarmede drage.
De ark en haar handbomen, het verzoendeksel en den voorhang des deksels;
De tafel en haar handbomen, en al haar gereedschap, en de toonbroden;
En het reukaltaar, en zijn handbomen, en de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen; en het deksel der deur aan de deur des tabernakels;
Het altaar des brandoffers, en den koperen rooster, dien het hebben zal, zijn handbomen, en al zijn gereedschappen; het wasvat en zijn voet.
En hij maakte handbomen van sittimhout, en hij overtrok ze met goud.
En hij stak de handbomen in de ringen, aan de zijden der ark, om de ark te dragen.
Tegenover de lijst waren de ringen tot plaatsen voor de handbomen, om de tafel te dragen.
Hij maakte ook de handbomen van sittimhout; en hij overtrok ze met goud, om de tafel te dragen.
Hij maakte ook twee gouden ringen daaraan, onder zijn krans, aan zijn twee hoeken, aan zijn beide zijden, tot plaatsen voor de handbomen, dat men het daarmede droeg.
En hij maakte de handbomen van sittimhout, en hij overtrok ze met goud.
En hij goot vier ringen aan de vier einden des koperen roosters, tot plaatsen voor de handbomen.
En hij maakte de handbomen van sittimhout, en hij overtrok ze met koper.
En hij deed de handbomen in de ringen, aan de zijden des altaars, dat men het met dezelve droeg; hij maakte hetzelve hol van planken.
De ark der getuigenis, en haar handbomen, en het verzoendeksel;
Het koperen altaar, en den koperen rooster, dien het heeft, deszelfs handbomen, en al zijn gereedschap; het wasvat en zijn voet;
Voorts nam hij, en legde de getuigenis in de ark, en deed de handbomen aan de ark, en hij zette het verzoendeksel boven op de ark.