190 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Jozua' in de Bijbel

Mozes dan zeide tot Jozua: Kies ons mannen, en trek uit, strijd tegen Amalek; morgen zal ik op de hoogte des heuvels staan, en de staf Gods zal in mijn hand zijn.

Jozua nu deed, als Mozes hem gezegd had, strijdende tegen Amalek; doch Mozes, Aaron en Hur klommen op de hoogte des heuvels.

VersbegrippenAaron, LevenswegAaron, PrivilegesLeerlingen

Alzo dat Jozua Amalek en zijn volk krenkte, door de scherpte des zwaards.

VersbegrippenZwaardenOverweldigd Zijn

Toen zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en leg het in de oren van Jozua, dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van onder den hemel.

VersbegrippenAmalekietenHerinneringenRollenSchrijvenUitgewistGeschreven OordelenBoeken Over Profetie

Toen maakte zich Mozes op, met Jozua, zijn dienaar; en Mozes klom op den berg Gods.

VersbegrippenIn De Bergen TrekkenRozenDienend LeiderschapMinisterie

Toen nu Jozua des volks stem hoorde, als het juichte, zo zeide hij tot Mozes: Er is een krijgsgeschrei in het leger.

VersbegrippenSchreeuwenSchreeuwende Troepen

En de HEERE sprak tot Mozes aangezicht tot aangezicht, gelijk een man met zijn vriend spreekt; daarna keerde hij weder tot het leger; doch zijn dienaar Jozua, de zoon van Nun, de jongeling, week niet uit het midden der tent.

VersbegrippenGezicht Van GodDe Betekenis Van MozesGebed Als Een Antwoord Op GodTent Van OntmoetingTentenVoorbeelden Van Communie Met GodGoddelijke VriendschapTerplaatse BlijvenOog In Oog Staan Met GodGod SpreektVriendschap En Vertrouwen

En Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van Mozes, een van zijn uitgelezen jongelingen, antwoordde en zeide: Mijn heer Mozes, verbied hun!

VersbegrippenWerken Van JongsafaanDienend LeiderschapDienstbaarheid

Dit zijn de namen der mannen, die Mozes zond, om dat land te verspieden; en Mozes noemde Hosea, den zoon van Nun, Jozua.

VersbegrippenMensen Die Mensen Andere Namen Geven

En Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, zijnde van degenen, die dat land verspied hadden, scheurden hun klederen.

VersbegrippenScheuren Van KledingZij Die Kledij Verscheurden

Zo gij in dat land komt, over hetwelk Ik Mijn hand opgeheven heb, dat Ik u daarin zou doen wonen, behalve Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun.

VersbegrippenThuisHand Van GodBeloning Voor De Mensen Van GodUitsluitingLand

Maar Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, bleven levende van de mannen, die heengegaan waren, om het land te verspieden.

VersbegrippenVerder LevenVerkennen

Want de HEERE had van die gezegd, dat zij in de woestijn gewisselijk zouden sterven; en er was niemand van hen overgebleven, dan Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun.

VersbegrippenUitsluitingSterven In De WildernisDood Als StrafEnige OverlevendenSterven In De Woestijn

Toen zeide de HEERE tot Mozes: Neem tot u Jozua, den zoon van Nun, een man, in wien de Geest is; en leg uw hand op hem;

VersbegrippenHandenHet Leven Van MozesHandopleggingDe Geest Van GodDe Heilige Geest En HeiligingHandoplegging Voor De Commissie

En Mozes deed, gelijk als de HEERE hem geboden had; want hij nam Jozua, en stelde hem voor het aangezicht van Eleazar, den priester, en voor het aangezicht der ganse vergadering.

VersbegrippenHalloween

Behalve Kaleb, de zoon van Jefunne, den Keniziet, en Jozua, de zoon van Nun; want zij hebben volhard den HEERE na te volgen.

VersbegrippenVoorbeelden Van InwijdingGod Volgen

Toen gebood Mozes, hunnenthalve, den priester Eleazar, en Jozua, den zoon van Nun, en den hoofden der vaderen van de stammen der kinderen Israels;

Dit zijn de namen der mannen, die ulieden het land ten erve zullen uitdelen: Eleazar, de priester, en Jozua, de zoon van Nun.

Jozua, de zoon van Nun, die voor uw aangezicht staat, die zal daarin komen; sterk denzelven, want hij zal het Israel doen erven.

VersbegrippenVoorbeelden Van AanmoedigingBegeleiding Van Goddelijke MensenOnervarenheidAanmoedigen Anderen!

Ook gebood ik Jozua ter zelfder tijd, zeggende: Uw ogen zien alles, wat de HEERE, ulieder God, aan deze twee koningen gedaan heeft; alzo zal de HEERE aan alle koninkrijken doen, naar welke gij henen doortrekt.

VersbegrippenNaar Gods Wereld KijkenTwee Andere Mannen

Gebied dan Jozua, en versterk hem, en bekrachtig hem; want hij zal voor het aangezicht van dit volk henen overgaan, en zal hun dat land, dat gij zien zult, doen erven.

VersbegrippenVoorbeelden Van AanmoedigingVoorbeelden Van OpbouwBegeleiding Van Goddelijke MensenMensen Die VoorgingenAanmoedigen Anderen!AanmoedigingAnderen AanmoedigenAanmoedigen

De HEERE, uw God, Die zal voor uw aangezicht overgaan; Die zal deze volken van voor uw aangezicht verdelgen, dat gij hen erfelijk bezit. Jozua zal voor uw aangezicht overgaan, gelijk als de HEERE gesproken heeft.

VersbegrippenDe Oversteek Naar Het Beloofde Land

En Mozes riep Jozua, en zeide tot hem voor de ogen van gans Israel: Wees sterk en heb goeden moed, want gij zult met dit volk ingaan in het land dat de HEERE hun vaderen gezworen heeft, hun te zullen geven; en gij zult het hun doen erven.

VersbegrippenEeuwige RustSamen VechtenKracht Van MensenGod Gaf Het LandWees Moedig!Wees Sterk!Moed En Kracht

En de HEERE zeide tot Mozes: Zie, uw dagen zijn genaderd, om te sterven; roep Jozua, en stelt ulieden in de tent der samenkomst, dat Ik hem bevel geve. Zo ging Mozes, en Jozua, en zij stelden zich in de tent der samenkomst.

VersbegrippenNabijheid Van De DoodDood Komt BinnenkortGod Die Anderen BenoemtDoodNaderende Dood

En Hij gebood Jozua, den zoon van Nun, en zeide: Zijt sterk en heb goeden moed, want gij zult de kinderen Israels inbrengen in het land, dat Ik hun gezworen heb; en Ik zal met u zijn.

VersbegrippenGevechtenGeboden in OTCeremoniële KostenMoedKracht Van MensenGod Met Specifieke MensenGod Die Anderen BenoemtWees Moedig!Wees Sterk!

Jozua nu, de zoon van Nun, was vol van den Geest der wijsheid; want Mozes had zijn handen op hem gelegd; zo hoorden de kinderen Israels naar hem, en deden gelijk als de HEERE Mozes geboden had.

VersbegrippenHandenHet Emotionele Aspect Van GeestMenselijk Belang Van WijsheidHandopleggingDe Heilige Geest En HeiligingHandoplegging Voor De Heilige Geest

Het geschiedde nu, na den dood van Mozes, den knecht des HEEREN, dat de HEERE tot Jozua, den zoon van Nun, den dienaar van Mozes, sprak, zeggende:

VersbegrippenEen Geliefd Persoon VerliezenDood Van Een FamilielidDood Van Een KindDood Van GeliefdeVerlies Van Een GeliefdeBruggen

Toen gebood Jozua den ambtlieden des volks, zeggende:

En Jozua sprak tot de Rubenieten en Gadieten, en den halven stam van Manasse, zeggende:

Toen antwoordden zij Jozua, zeggende: Al wat gij ons geboden hebt, zullen wij doen, en alom, waar gij ons zenden zult, zullen wij gaan.

VersbegrippenMensen Die Mensen SturenMensen Gehoorzamen

Jozua nu, de zoon van Nun, had twee mannen, die heimelijk verspieden zouden, gezonden van Sittim, zeggende: Gaat heen, bezichtigt het land en Jericho. Zij dan gingen, en kwamen ten huize van een vrouw, een hoer, wier naam was Rachab, en zij sliepen daar.

VersbegrippenOverspeligen VoorbeeldenTweeLand Als Goddelijk GeschenkEigendom, HuizenProstitutieGeheimhoudingIn Het Geheim HandelenTwee Andere MannenVerkennen

Alzo keerden die twee mannen weder, en gingen af van het gebergte, en voeren over, en kwamen tot Jozua, den zoon van Nun; en zij vertelden hem al wat hun wedervaren was.

VersbegrippenVertellen Over Gebeurtenissen

En zij zeiden tot Jozua: Zekerlijk, de HEERE heeft dat ganse land in onze handen gegeven; want ook zijn al de inwoners des lands voor onze aangezichten gesmolten.

VersbegrippenFlauw VallenMakkelijk Voor MensenDe Moed VerliezenZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Jozua dan maakte zich des morgens vroeg op, en zij reisden van Sittim, en kwamen tot aan de Jordaan, hij en al de kinderen Israels; en zij vernachtten aldaar, eer zij overtrokken.

VersbegrippenOchtendVroeg OpstaanDe Oversteek Naar Het Beloofde LandRivier OverstekenZij Die Vroeg Opstonden

Desgelijks sprak Jozua tot de priesters, zeggende: Neemt de ark des verbonds op, en gaat door voor het aangezicht van dit volk. Zij dan namen de ark des verbonds op, en zij gingen voor het aangezicht des volks.

VersbegrippenDe Beschrijving Van De Ark Des VerbondsDe Rondreizende ArkDe Oversteek Naar Het Beloofde LandRivier OverstekenDingen Die VoorgingenPriesters In ActieDe Ark Des Verbonds

Want de HEERE had tot Jozua gezegd: Dezen dag zal Ik beginnen u groot te maken voor de ogen van gans Israel, opdat zij weten, dat Ik met u zijn zal, gelijk als Ik met Mozes geweest ben.

VersbegrippenDe Aard Van ZekerheidGod Met Specifieke MensenBron Van Eer

Toen zeide Jozua tot de kinderen Israels: Nadert herwaarts, en hoort de woorden des HEEREN, uws Gods.

Verder zeide Jozua: Hieraan zult gijlieden bekennen, dat de levende God in het midden van u is, en dat Hij ganselijk voor uw aangezicht uitdrijven zal de Kanaanieten, en de Hethieten, en de Hevieten, en de Ferezieten, en de Girgazieten, en de Amorieten en de Jebusieten.

VersbegrippenGod, Levend En ZelfvoorzienendDe Geschiedenis Van JeruzalemKennis Over GodLegers Tegen IsraëlGod Is Onder Jullie

Het geschiedde nu, toen al het volk geeindigd had over de Jordaan te trekken, dat de HEERE tot Jozua sprak, zeggende:

VersbegrippenDe Oversteek Naar Het Beloofde Land

Jozua dan riep die twaalf mannen, die hij had doen bestellen van de kinderen Israels, uit elken stam een man.

VersbegrippenTwaalf Stammen

En Jozua zeide tot hen: Gaat over voor de ark des HEEREN, uws Gods, midden in de Jordaan; en heft u een ieder een steen op zijn schouder, naar het getal der stammen van de kinderen Israels;

VersbegrippenHet MiddenStenen Als MonumentenTwaalf StammenTwaalf DingenIn De Jordaan

De kinderen Israels nu deden alzo, gelijk als Jozua geboden had; en zij namen twaalf stenen op midden uit de Jordaan, gelijk als de HEERE tot Jozua gesproken had, naar het getal der stammen van de kinderen Israels; en zij brachten ze met zich over naar het nachtleger, en stelden ze aldaar.

VersbegrippenHet MiddenStenen Als MonumentenTwaalf StammenTwaalf DingenIn De Jordaan

Jozua richtte ook twaalf stenen op, midden in de Jordaan, ter standplaats van de voeten der priesteren, die de ark des verbonds droegen; en zij zijn daar tot op dezen dag.

VersbegrippenDe Functie Van Priesters In De Tijd Van OTHet MiddenStenen Als MonumentenTwaalf DingenIn De JordaanPlaatsen Tot Op De Dag

De priesters nu, die de ark droegen, stonden midden in de Jordaan, totdat alle ding volbracht was, hetwelk de HEERE Jozua geboden had het volk aan te zeggen, naar al wat Mozes Jozua geboden had. En het volk haastte, en het trok over.

VersbegrippenHet MiddenHaastige ActiePriesters In Actie

Te dienzelven dage maakte de HEERE Jozua groot voor de ogen van het ganse Israel; en zij vreesden hem, gelijk als zij Mozes gevreesd hadden, al de dagen zijns levens.

VersbegrippenEerbied En Sociaal GedragBron Van EerEerbied

De HEERE dan sprak tot Jozua, zeggende:

Toen gebood Jozua den priesteren, zeggende: Klimt op uit de Jordaan.

En Jozua richtte die twaalf stenen te Gilgal op, die zij uit de Jordaan genomen hadden.

VersbegrippenStenen Als MonumentenTwaalf DingenIn De Jordaan

Te dier tijd sprak de HEERE tot Jozua: Maak u stenen messen, en besnijd wederom de kinderen Israels ten tweeden maal.

VersbegrippenPlechtighedenZaken Twee Keer Doen

Toen maakte zich Jozua stenen messen, en besneed de kinderen Israels op den heuvel der voorhuiden.

VersbegrippenHerdenking

Dit nu was de oorzaak, waarom hen Jozua besneed: al het volk, dat uit Egypte getogen was, de manspersonen, alle krijgslieden, waren gestorven in de woestijn, op den weg, nadat zij uit Egypte getogen waren.

VersbegrippenSterven In De WildernisDood Als StrafDood Van Alle Mannen

Maar hun zonen heeft Hij aan hun plaats gesteld; die heeft Jozua besneden, omdat zij de voorhuid hadden; want zij hadden hen op den weg niet besneden.

Verder sprak de HEERE tot Jozua: Heden heb Ik den smaad van Egypte van ulieden afgewenteld; daarom noemde men den naam dier plaats Gilgal, tot op dezen dag.

VersbegrippenRollen

Voorts geschiedde het, als Jozua bij Jericho was, dat hij zijn ogen ophief, en zag toe, en ziet, er stond een Man tegenover hem, Die een uitgetogen zwaard in Zijn hand had. En Jozua ging tot Hem, en zeide tot Hem: Zijt Gij van ons, of van onze vijanden?

VersbegrippenStaanGods Zwaard

En Hij zeide: Neen, maar Ik ben de Vorst van het heir des HEEREN: Ik ben nu gekomen! Toen viel Jozua op zijn aangezicht ter aarde en aanbad, en zeide tot Hem: Wat spreekt mijn Heere tot Zijn knecht?

VersbegrippenGebarenHoudingen In GebedBuigingGod Als Een KrijgerGoddelijkheidDienend LeiderschapConflict OplossenLegerEerbied

Toen zeide de Vorst van het heir des HEEREN tot Jozua: Trek uw schoenen af van uw voeten; want de plaats, waarop gij staat, is heilig. En Jozua deed alzo.

VersbegrippenAanbidding Van GodBlote VoetenHeiligheid, Afzonderlijk Voor GodSandalenGoddelijke EerbiedSchoenenHeilige PlaatsenHeilig Land

Toen zeide de HEERE tot Jozua: Zie, Ik heb Jericho met haar koning en strijdbare helden in uw hand gegeven.

VersbegrippenActiviteit Van GodAanvallenGods Activiteit In IsraëlVoorbeelden Van OorlogZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Toen riep Jozua, de zoon van Nun, de priesters, en zeide tot hen: Draagt de ark des verbonds, en dat zeven priesters zeven ramsbazuinen dragen, voor de ark des HEEREN.

VersbegrippenZeven MensenZeven DingenDe Rondreizende ArkZeven Trompetten

En het geschiedde, gelijk Jozua tot het volk gesproken had, zo gingen de zeven priesters, dragende zeven ramsbazuinen, voor het aangezicht des HEEREN; zij trokken door en bliezen met de bazuinen; en de ark des verbonds des HEEREN volgde hen na;

VersbegrippenUitrusting, FysiekMuziekinstrumenten, Gemaakt VanZeven MensenZeven DingenDe Rondreizende ArkZeven Trompetten

Jozua nu had het volk geboden, zeggende: Gij zult niet juichen, ja, gij zult uw stem niet laten horen, en geen woord zal er uit uw mond uitgaan, tot op den dag, wanneer ik tot ulieden zeggen zal: Juicht! dan zult gij juichen.

VersbegrippenStilteGeen GeschreeuwIngehouden BetoogSpirituele Oorlog

Daarna stond Jozua des morgens vroeg op, en de priesters droegen de ark des HEEREN.

VersbegrippenDe Functie Van Priesters In De Tijd Van OTZij Die Vroeg Opstonden

En het geschiedde ten zevenden male, als de priesters met de bazuinen bliezen, dat Jozua tot het volk sprak: Juicht, want de HEERE heeft ulieden de stad gegeven!

VersbegrippenStrijdkretenTrompetten Voor De StrijdZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Jozua nu zeide tot de twee mannen, de verspieders des lands: Gaat in het huis der vrouw, der hoer, en brengt die vrouw van daar uit, met al wat zij heeft, gelijk als gij haar gezworen hebt.

VersbegrippenSpionerenMensen Uit Andere Plaatsen HalenTwee Andere Mannen

Dus liet Jozua de hoer Rachab leven, en het huisgezin haars vaders, en al wat zij had; en zij heeft gewoond in het midden van Israel tot op dezen dag, omdat zij de boden verborgen had, die Jozua gezonden had, om Jericho te verspieden.

VersbegrippenTrouw In Menselijke RelatiesSpionerenMensen Die Mensen VerbergenWaar Wonen Mensen Tot De Dag Van VandaagHoeren

En ter zelver tijd bezwoer hen Jozua, zeggende: Vervloekt zij die man voor het aangezicht des HEEREN, die zich opmaken en deze stad Jericho bouwen zal; dat hij ze grondveste op zijn eerstgeborenen zoon, en haar poorten stelle op zijn jongsten zoon!

VersbegrippenFunderingenEerstgeboreneZonde Van De VadersBezweringPoortenMenselijke EedVervulde Voorspelling In OTDood Van De EerstgeboreneHet Jongste KindStichting Van NatiesPoorten Van De StadDe Goddeloze VervloekenWederopbouw Van Genoemde StedenWederopbouw

Alzo was de HEERE met Jozua; en zijn gerucht liep door het ganse land.

VersbegrippenRoemBeroemdhedenGod Met Specifieke Mensen

Als Jozua mannen zond van Jericho naar Ai, dat bij Beth-Aven ligt, aan het oosten van Beth-El, zo sprak hij tot hen, zeggende: Trekt opwaarts en bespiedt het land. Die mannen nu trokken op en bespiedden Ai.

VersbegrippenAi, De StadLand Als Goddelijk GeschenkSpionnenSpionerenGeleidelijke Verovering Van Het Land

Daarna keerden zij weder naar Jozua, en zeiden tot hem: Dat het ganse volk niet optrekke, dat er omtrent twee duizend mannen, of omtrent drie duizend mannen optrekken, om Ai te slaan; vermoei daarheen al het volk niet; want zij zijn weinige.

VersbegrippenTweeduizendDrieduizend En MeerOnderschatting

Toen verscheurde Jozua zijn klederen, en viel op zijn aangezicht ter aarde, voor de ark des HEEREN, tot den avond toe, hij en de oudsten van Israel; en zij wierpen stof op hun hoofd.

VersbegrippenScheuren Van KledingFunctie Van De Ark Des VerbondsAvondVerscheuren Van KledingHoofdenBuigingBesprenkelenVoorbeelden Van NederigheidStof Op Het HoofdZij Die Kledij Verscheurden

En Jozua zeide: Ach, Heere HEERE! waarom hebt Gij dit volk door de Jordaan ooit doen gaan, om ons te geven in de hand der Amorieten, om ons te verderven? Och, dat wij toch tevreden geweest en gebleven waren aan gene zijde van de Jordaan!

VersbegrippenVerdrietDe Oversteek Naar Het Beloofde LandGod Zal Nederlaag VeroorzakenWaarom Doet God Dit?

Toen zeide de HEERE tot Jozua: Sta op; waarom ligt gij dus neder op uw aangezicht?

VersbegrippenBesluiteloosheidSta Op!

Toen maakte zich Jozua des morgens vroeg op, en deed Israel aankomen naar zijn stammen; en de stam van Juda werd geraakt.

VersbegrippenZij Die Vroeg OpstondenMensen Van Juda

Toen zeide Jozua tot Achan: Mijn zoon! Geef toch den HEERE, den God van Israel, de eer, en doe voor Hem belijdenis; en geef mij toch te kennen, wat gij gedaan hebt, verberg het voor mij niet.

VersbegrippenZondes Verbergen

Achan nu antwoordde Jozua, en zeide: Voorwaar, ik heb tegen den HEERE, den God Israels, gezondigd, en heb alzo en alzo gedaan.

VersbegrippenAffirmatiesSlechte VoorbeeldenLuxeTerugkeren Naar GodErkennen Van ZondeBiechtWe Hebben Gezondigd

Toen zond Jozua boden henen, die tot de tent liepen; en ziet, het lag verborgen in zijn tent, en het zilver daaronder.

VersbegrippenDingen Onder

Zij dan namen die dingen uit het midden der tent, en zij brachten ze tot Jozua en tot al de kinderen Israels; en zij stortten ze uit voor het aangezicht des HEEREN.

VersbegrippenDingen Neerzetten

Toen nam Jozua, en gans Israel met hem, Achan, den zoon van Zerah, en het zilver, en het sierlijk overkleed, en de gouden tong, en zijn zonen, en zijn dochteren, en zijn ossen, en zijn ezelen, en zijn vee, en zijn tent, en alles wat hij had; en zij voerden ze naar het dal Achor.

En Jozua zeide: Hoe hebt gij ons beroerd? De HEERE zal u beroeren te dezen dage! En gans Israel stenigde hem met stenen, en zij verbrandden hen met vuur, en zij overwierpen hen met stenen.

VersbegrippenDe DodenOorzaken Van ProblemenDoodstrafDe Legale Aspecten Van BestraffingVergeldingMensen VerbrandenVerontrustende Groepen Van MensenFamilie Dood

Toen zeide de HEERE tot Jozua: Vrees niet, en ontzet u niet; neem met u al het krijgsvolk, en maak u op, trek op naar Ai; zie, Ik heb den koning van Ai, en zijn volk, en zijn stad, en zijn land in uw hand gegeven.

VersbegrippenLand Als Goddelijk GeschenkAard Van OorlogOntmoediging WeerstaanGeleidelijke Verovering Van Het LandZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Toen maakte zich Jozua op, en al het krijgsvolk, om op te trekken naar Ai. En Jozua verkoos dertig duizend mannen, strijdbare helden, en hij zond hen bij nacht uit,

Alzo zond Jozua hen heen, en zij gingen naar de achterlage, en zij bleven tussen Beth-El en tussen Ai, tegen het westen van Ai; maar Jozua overnachtte dien nacht in het midden des volks.

VersbegrippenWachtenDe Westelijke Kant

En Jozua maakte zich des morgens vroeg op, en hij monsterde het volk; en hij trok op, hij en de oudsten van Israel, voor het aangezicht des volks, naar Ai.

VersbegrippenVoorbeelden Van Vroeg OpstaanVerzamelende TroepenZij Die Vroeg Opstonden

En zij stelden het volk, het ganse leger, dat aan het noorden der stad was, en zijn lage was aan het westen der stad. En Jozua ging in denzelven nacht in het midden des dals.

VersbegrippenDe Westelijke Kant

Jozua dan, en gans Israel, werd geslagen voor hun aangezichten; en zij vloden door den weg der woestijn.

VersbegrippenDoen AlsofIsraël Op De Vlucht

Daarom werd samengeroepen al het volk, dat in de stad was, om hen na te jagen; en zij joegen Jozua na, en werden van de stad afgetrokken.

VersbegrippenMensen Uit Andere Plaatsen Halen

Toen sprak de HEERE tot Jozua: Strek de spies uit, die in uw hand is, naar Ai, want Ik zal hen in uw hand geven. Toen strekte Jozua de spies, die in zijn hand was, naar de stad aan.

VersbegrippenSperenZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

En Jozua en gans Israel, ziende, dat de achterlage de stad ingenomen had, en dat de rook der stad opging, zo keerden zij zich om, en sloegen de mannen van Ai.

Doch den koning van Ai grepen zij levend, en zij brachten hem tot Jozua.

VersbegrippenTijdens Het Leven

Jozua trok ook zijn hand niet terug, die hij met de spies had uitgestrekt, totdat hij al de inwoners van Ai verbannen had.

VersbegrippenVernietiging

Alleenlijk roofden de Israelieten voor zichzelven het vee en den buit derzelver stad, naar het woord des HEEREN, dat Hij Jozua geboden had.

Jozua nu verbrandde Ai, en hij stelde haar tot een eeuwigen hoop, ter verwoesting, tot op dezen dag.

VersbegrippenArcheologieBrandende StedenPlaatsen Tot Op De Dag

En den koning van Ai hing hij aan een hout, tot aan den avondstond; en omtrent den ondergang der zon gebood Jozua, dat men zijn dood lichaam van het hout afname; en zij wierpen het aan de deur der stadspoort, en richtten daarop een groten steenhoop, zijnde tot op dezen dag.

VersbegrippenGalgPoortenHangenDe Legale Aspecten Van BestraffingZonsondergangSteenhopenMensen Die Opgehangen WordenPlaatsen Tot Op De Dag

Toen bouwde Jozua een altaar den HEERE, den God van Israel, op den berg Ebal;

VersbegrippenAltaren Voor De HeerAltaren Bouwen

Daar was niet een woord van al hetgeen Mozes geboden had, dat Jozua niet overluid las voor de gehele gemeente van Israel, en de vrouwen, en de kleine kinderen, en de vreemdelingen, die in het midden van hen wandelden.

VersbegrippenVreemdelingenDe Noden Van KinderenKinderen OnderwijzenKinderen Trainen

Zo vergaderden zij zich samen, om tegen Jozua en tegen Israel te krijgen, eenmoediglijk.

Als de inwoners te Gibeon hoorden, wat Jozua met Jericho en met Ai gedaan had,

En zij gingen tot Jozua in het leger te Gilgal, en zij zeiden tot hem en tot de mannen van Israel: Wij zijn gekomen uit een ver land, zo maakt nu een verbond met ons.

VersbegrippenOnderhandelingTrouwMensen Van Ver Weg

Zij dan zeiden tot Jozua: Wij zijn uw knechten. Toen zeide Jozua tot hen: Wie zijt gijlieden, en van waar komt gij?

VersbegrippenWie Is Dit?Waar Vandaan?

En Jozua maakte vrede met hen, en hij maakte een verbond met hen, dat hij hen bij het leven behouden zoude; en de oversten der vergadering zwoeren hun.

VersbegrippenVerbondsrelatiesEen Verbond BezegelenWettelijke OvereenkomstenDoor De Mens In Leven Gehouden Worden

Public domain