11 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Maaksel' in de Bijbel

Op geens mensen vlees zal men ze gieten; gij zult ook naar haar maaksel geen dergelijke maken; het is heiligheid, zij zal ulieden heiligheid zijn.

VersbegrippenZalvingProvisies Voor Het LichaamGelijkaardige Zaken

Doch naar het maaksel dezes reukwerks, hetwelk gij gemaakt zult hebben, zult gijlieden voor uzelven geen maken; het zal u heiligheid zijn voor den HEERE.

VersbegrippenGelijkaardige Zaken

Toen toog de koning Achaz Tiglath-Pilezer, den koning van Assyrie, tegemoet, naar Damaskus; en gezien hebbende een altaar, dat te Damaskus was, zo zond de koning Achaz aan den priester Uria de gelijkenis van het altaar, en zijn afbeelding, naar zijn ganse maaksel.

VersbegrippenHogepriesters In OTHeidense AltarenOntwerp

En harpen en luiten, trommelen en pijpen, en wijn zijn in hun maaltijden; maar zij aanschouwen het werk des HEEREN niet, en zij zien niet op het maaksel Zijner handen.

VersbegrippenFluitenVermaakBanketten, activiteitenHarpenLierSoorten MuziekinstrumentenWereldlijk Plezier Leidt TotDronkenschap, ResultatenUitspattingTamboerijnenLierendrums

Ulieder omkeren is, alsof de pottenbakker geacht werd als leem, dat het maaksel zeide van zijn maker: Hij heeft mij niet gemaakt; en het geformeerde vat van zijn pottenbakker zeide: Hij verstaat het niet.

VersbegrippenKritiek Onder GelovigenKleiPottenbakkerPottenbakkerijOndersteboven KerenVol Onbebrip ZijnDe Relatie Van De Mens Met Zijn SchepperWeedAtheïsmeKookpot

Hun webben deugen niet tot klederen, en zij zullen zichzelven niet kunnen dekken met hun werken; hun werken zijn werken der ongerechtigheid, en een maaksel des wrevels is in hun handen.

VersbegrippenGeweldKledingstukken

De gedaante der raderen en derzelver maaksel was als de verf van een turkoois; en die vier hadden enerlei gelijkenis; daartoe was hun gedaante, en hun maaksel, alsof het ware een rad in het midden van een rad.

VersbegrippenEdelstenenWaardevolle StenenVier SteunenWielenGelijkaardige ZakenBruisendOptreden VanKleurVakmanschapStructuur

Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? Zal ook het maaksel tot dengene, die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt?

VersbegrippenVeronderstellingZich Inspannen Met GodGod BeantwoordenAndere Onbelangrijke MensenDe Relatie Van De Mens Met Zijn SchepperGod BevragenDe Relatie Van De Mens Tot God

Maar Christus, de Hogepriester der toekomende goederen, gekomen zijnde, is door den meerderen en volmaakten tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, niet van dit maaksel,

VersbegrippenVerzoeningDe Goedheid Van GodTypes Van ChristusHet Toekomstige TijdperkNiet Voor Het Materiële LevenDe Tempel In De Hemel

Public domain