'Nederdalen' in de Bijbel
Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen.
Alle vetten op aarde zullen eten, en aanbidden; allen, die in het stof nederdalen, zullen voor Zijn aangezicht nederbukken; en die zijn ziel bij het leven niet kan houden.
Een psalm van David. Tot U roep ik, HEERE! mijn Rotssteen, houd U niet als doof van mij af; opdat ik niet, zo Gij U van mij stil houdt, vergeleken worde met degenen, die in den kuil nederdalen.
Wat gewin is er in mijn bloed, in mijn nederdalen tot de groeve? Zal U het stof loven? Zal het Uw waarheid verkondigen?
Dat hun de dood als een schuldeiser overvalle, dat zij als levend ter helle nederdalen; want boosheden zijn in hun woning, in het binnenste van hen.
[ (Psalms 55:24) Maar Gij, o God! zult die doen nederdalen in den put des verderfs; de mannen des bloeds en bedrogs zullen hun dagen niet ter helft brengen; ik, daarentegen, zal op U vertrouwen. ]
Hij zal nederdalen als een regen op het nagras, als de druppelen, die de aarde bevochtigen.
Ik ben gerekend met degenen, die in de kuil nederdalen; ik ben geworden als een man, die krachteloos is;