174 gebeurtenissen

'Toog' in de Bijbel

Jerobeam nu bouwde Sichem op het gebergte van Efraim, en woonde daarin, en toog van daar uit, en bouwde Penuel.

VersbegrippenVestingen

En hij toog den man Gods na, en vond hem zittende onder een eik; en hij zeide tot hem: Zijt gij de man Gods, die uit Juda gekomen zijt? En hij zeide: Ik ben het.

VersbegrippenEikenIs Het Echt?

Zo toog hij heen, en een leeuw vond hem op den weg, en doodde hem; en zijn dood lichaam lag geworpen op den weg, en de ezel stond daarbij; ook stond de leeuw bij het dode lichaam.

VersbegrippenWegenHet Doden Van DierenKadavers Van Andere MensenDood

Toen toog hij heen, en vond zijn dood lichaam geworpen op den weg, en den ezel, en den leeuw, staande bij het dode lichaam; de leeuw had het dode lichaam niet gegeten, en den ezel niet gebroken.

VersbegrippenMensenetende DierenKadavers Van Andere Mensen

Want Baesa, de koning van Israel, toog op tegen Juda, en bouwde Rama; opdat hij niemand toeliet uit te gaan en in te komen tot Asa, den koning van Juda.

VersbegrippenVestingenDingen VerzegelenMensen Die Hun Eigen Soort Aanvallen

En Omri toog op, en gans Israel met hem van Gibbethon, en belegerde Thirza.

VersbegrippenMensen Die Hun Eigen Soort Aanvallen

Alzo toog Achab op, om te eten en te drinken; maar Elia ging op naar de hoogte van Karmel, en breidde zich uit voorwaarts ter aarde; daarna legde hij zijn aangezicht tussen zijn knieen.

VersbegrippenKlimmenKnieënHet Hoofd Buigen Voor God

En het geschiedde ondertussen, dat de hemel van wolken en wind zwart werd; en er kwam een grote regen; en Achab reed weg, en toog naar Jizreel.

VersbegrippenZwartLuchtGod Stuurde RegenDuisternis Gedurende De Dag

En Benhadad, de koning van Syrie, vergaderde al zijn macht; en twee en dertig koningen waren met hem, en paarden en wagenen; en hij toog op, en belegerde Samaria en krijgde tegen haar.

VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaAanvallenStrijdwagensPaardenBelegeringDertig En Nog IetsNaties die Israël aanvallenSyrië

En de koning van Israel toog uit, en sloeg paarden en wagenen, dat hij een groten slag aan de Syriers sloeg.

VersbegrippenVerliesVernietigen Van Strijdwagens

Het geschiedde nu met de wederkomst des jaars, dat Benhadad de Syriers monsterde; en hij toog op naar Afek, ten krijge tegen Israel.

VersbegrippenBronAanvallenNaties die Israël aanvallenTijd Van Het Jaar

En de koning van Israel toog henen, gemelijk en toornig, naar zijn huis, en kwam te Samaria.

VersbegrippenWoedende Mensen

Alzo toog de koning van Israel en Josafat, de koning van Juda, op naar Ramoth in Gilead.

VersbegrippenDe Naties Aangevallen

Zo toog de koning Joram ter zelfder tijd uit Samaria, en monsterde gans Israel.

VersbegrippenVerzamelende TroepenAardse Vijanden

Alzo toog de koning van Israel heen, en de koning van Juda, en de koning van Edom; en als zij zeven dagreizen omgetogen waren, zo had het leger en het vee, dat hen navolgde, geen water.

VersbegrippenWaterDroge PlaatsenZeven DagenGeen Water Voor Mensen

Alzo toog zij heen, en kwam tot den man Gods, tot den berg Karmel. En het geschiedde, als de man Gods haar van tegenover zag, dat hij tot Gehazi, zijn jongen zeide: Zie, daar is de Sunamietische.

VersbegrippenVanop Een Afstand BekijkenMan Van God

Maar Naaman werd zeer toornig, en toog weg, en zeide: Zie, ik zeide bij mijzelven: Hij zal zekerlijk uitkomen, en staan, en den Naam des HEEREN, Zijns Gods, aanroepen, en zijn hand over de plaats strijken, en den melaatse ontledigen.

VersbegrippenGod AanroepenVoorbeelden Van TrotsWoede, Zondige VoorbeeldenUitrekkenZwaaien Met De HandWoedende Mensen

Zijn niet Abana en Farpar, de rivieren van Damaskus, beter dan alle wateren van Israel; zou ik mij in die niet kunnen wassen en rein worden? Zo wendde hij zich, en toog weg met grimmigheid.

VersbegrippenRivieren En StromenVoorbeelden Van OngeloofWoedende Mensen

Daarom toog Joram over naar Zair, en al de wagenen met hem; en hij maakte zich des nachts op, en sloeg de Edomieten, die rondom hem waren, daartoe de oversten der wagenen; en het volk vlood in zijn hutten.

VersbegrippenStrijdwagensAanval Met StrijdwagensIsraël Op De VluchtGedurende Een NachtDe Naties Aangevallen

En hij toog met Joram, den zoon van Achab, naar den strijd, te Ramoth in Gilead, tegen Hazael, den koning van Syrie; en de Syriers sloegen Joram.

VersbegrippenSamen Vechten

Toen reed Jehu, en toog naar Jizreel; want Joram lag aldaar; en Ahazia, de koning van Juda, was afgekomen, om Joram te bezien.

VersbegrippenStrijdwagensAanval Met StrijdwagensMensen Die Bezoeken

En de ruiter te paard toog heen hem tegemoet, en zeide: Zo zegt de koning: Is het vrede? En Jehu zeide: Wat hebt gij met den vrede te doen? Keer om naar achter mij. En de wachter gaf het te kennen, zeggende: De bode is tot hen gekomen, maar hij komt niet weder.

VersbegrippenWachterNiet Verwante Dingen

Toen zeide Joram: Span aan. En men spande zijn wagen aan. Zo toog Joram, de koning van Israel, uit, en Ahazia, de koning van Juda, een ieder op zijn wagen; en zij togen uit Jehu tegemoet, en vonden hem op het stuk lands van Naboth, den Jizreeliet.

VersbegrippenAanval Met StrijdwagensReis VoorbereidenLijst van koningen van Israël

En hij maakte zich op, en toog heen en ging naar Samaria; en zijnde te Beth-Heked der herderen, op den weg,

VersbegrippenZij Die Voorraad Hadden

Doch Amazia hoorde niet; daarom toog Joas, de koning van Israel, op, zodat hij en Amazia, de koning van Juda, elkanders aangezicht zagen te Beth-Semes, dat in Juda is.

VersbegrippenConfrontatieLijst van koningen van IsraëlMensen Die Hun Eigen Soort Aanvallen

Want Menahem, de zoon van Gadi, toog op van Thirza, en kwam te Samaria, en sloeg Sallum, den zoon van Jabes, te Samaria, en doodde hem, en werd koning in zijn plaats.

VersbegrippenKoningen DodenKoningen Van Het Noordelijk KoninkrijkLijst van koningen van Israël

Toen toog Rezin, de koning van Syrie, op, met Pekah, den zoon van Remalia, den koning van Israel, naar Jeruzalem ten strijde; en zij belegerden Achaz, maar zij vermochten niet met strijden.

VersbegrippenWerkelijke Aanvallen Op JeruzalemLijst van koningen van IsraëlSyrië

Zo hoorde de koning van Assyrie naar hem; want de koning van Assyrie toog op tegen Damaskus, en nam haar in, en voerde hen gevankelijk naar Kir, en hij doodde Rezin.

VersbegrippenVerbannen VreemdelingenKoningen DodenSteden Veroveren

Toen toog de koning Achaz Tiglath-Pilezer, den koning van Assyrie, tegemoet, naar Damaskus; en gezien hebbende een altaar, dat te Damaskus was, zo zond de koning Achaz aan den priester Uria de gelijkenis van het altaar, en zijn afbeelding, naar zijn ganse maaksel.

VersbegrippenHogepriesters In OTHeidense AltarenOntwerp

Tegen hem toog op Salmaneser, koning van Assyrie; en Hosea werd zijn knecht, dat hij hem een geschenk gaf.

VersbegrippenDienstbaarheid In De MaatschappijBelastenZij Onderworpen Aan Mensen

Want de koning van Assyrie toog op in het ganse land; ja, hij kwam op naar Samaria, en hij belegerde haar drie jaren.

VersbegrippenDrie JaarNaties die Israël aanvallen

Zo vertrok Sanherib, de koning van Assyrie, en toog henen, en keerde weder; en hij bleef te Nineve.

In zijn dagen toog Farao Necho, de koning van Egypte, op tegen den koning van Assyrie, naar de rivier Frath; en de koning Josia toog hem tegemoet, en hij doodde hem te Megiddo, als hij hem gezien had.

VersbegrippenKoningenRivieren En StromenKoningen DodenRivier Eufraat

De koning nu van Egypte toog voortaan niet meer uit zijn land; want de koning van Babel had, van de rivier van Egypte af tot aan de rivier Frath, ingenomen al wat van den koning van Egypte was.

VersbegrippenZo Ver Als De Eufraat

En David toog henen, en gans Israel, naar Jeruzalem, welke is Jebus; want daar waren de Jebusieten, de inwoners des lands.

VersbegrippenZion Als Een Plaats

En de Geest toog Amasai aan, den overste der hoofdlieden, en hij zeide: Wij zijn uw, o David, en met u zijn wij, gij, zoon van Isai. Vrede, vrede zij u, en vrede uw helperen; want uw God helpt u. Toen nam David hen aan, en stelde hen tot hoofden der benden.

VersbegrippenAndere Mensen Verwelkomen

Toen hij naar Ziklag toog, vielen tot hem uit Manasse: Adnah, en Jozabad, en Jediael, en Michael, en Jozabad, en Elihu, en Zillethai; hoofden der duizenden, die in Manasse waren.

Toen toog David op met het ganse Israel naar Baala, dat is, Kirjath-Jearim, hetwelk in Juda is, dat hij van daar ophaalde de ark Gods, des HEEREN, Die tussen de cherubim woont, waar de Naam wordt aangeroepen.

VersbegrippenHet Hof

Toen de Filistijnen hoorden, dat David tot koning gezalfd was over het ganse Israel, zo togen al de Filistijnen op om David te zoeken. Toen David dat hoorde zo toog hij uit tegen hen.

VersbegrippenAanvallenZalving Van Koningen

Alzo toog het ganse volk henen, een iegelijk in zijn huis; en David keerde zich, om zijn huis te gaan zegenen.

Als de Syriers zagen, dat zij voor het aangezicht van Israel geslagen waren, zo zonden zij boden, en brachten de Syriers uit, die aan gene zijde der rivier woonden; en Sofach, de krijgsoverste van Hadar-ezer, toog voor hun aangezicht heen.

Toen het David werd aangezegd, zo vergaderde hij gans Israel, en hij toog over de Jordaan, en hij kwam tot hen, en hij stelde de slagorde tegen hen. Als David de slagorde tegen de Syriers gesteld had, zo streden zij met hem.

VersbegrippenConstructie Israël

Doch het woord des konings nam de overhand tegen Joab; derhalve toog Joab uit, en hij doorwandelde gans Israel; daarna kwam hij weder te Jeruzalem.

Daarna toog Salomo naar Hamath-Zoba, en hij overweldigde het.

Toen toog Salomo naar Ezeon-Geber, en naar Eloth, aan den oever der zee, in het land Edom.

En de koning Salomo gaf de koningin van Scheba al haar behagen, wat zij begeerde, behalve hetgeen zij tot den koning gebracht had; zo keerde zij, en toog naar haar land, zij en haar knechten.

VersbegrippenKoninginnenIndividuen Die Naar Huis Gaan

En Rehabeam toog naar Sichem; want het ganse Israel was te Sichem gekomen, om hem koning te maken.

Zo toog Sisak, de koning van Egypte, op tegen Jeruzalem; en hij nam de schatten van het huis des HEEREN en de schatten van het huis des konings weg; hij nam alles weg; hij nam ook al de gouden schilden weg, die Salomo gemaakt had.

VersbegrippenGoudPaleizenHeiligschennis

Toen toog Asa tegen hem uit; en zij stelden de slagorde in het dal Zefatha bij Maresa.

In het zes en dertigste jaar van het koninkrijk van Asa, toog Baesa, de koning van Israel, op tegen Juda, en bouwde Rama, opdat hij niemand toeliet uit te gaan en in te komen tot Asa, den koning van Juda.

En ten einde van enige jaren toog hij af tot Achab naar Samaria; en Achab slachtte schapen en runderen voor hem in menigte, en voor het volk, dat met hem was; en hij porde hem aan, om op te trekken naar Ramoth in Gilead.

VersbegrippenBezoeken

Alzo toog de koning van Israel, en Josafat, de koning van Juda, op naar Ramoth in Gilead.

Josafat nu woonde in Jeruzalem; en hij toog wederom uit door het volk, van Ber-seba af tot het gebergte van Efraim toe, en deed hen wederkeren tot den HEERE, hunner vaderen God.

VersbegrippenGods Eis Tot Bekering

Daarom toog Joram voort met zijn oversten, en al de wagenen met hem; en hij maakte zich des nachts op, en sloeg de Edomieten, die rondom hem waren, en de oversten der wagenen.

Hij wandelde ook in hun raad, en toog henen met Joram, den zoon van Achab, den koning van Israel, tot den strijd tegen Hazael, den koning van Syrie, bij Ramoth in Gilead; en de Syriers sloegen Joram.

De vertreding nu van Ahazia was van God, dat hij tot Joram kwam; want als hij gekomen was, toog hij met Joram uit tot Jehu, den zoon van Nimsi, denwelken de HEERE gezalfd had, om het huis van Achab uit te roeien.

En de Geest Gods toog Zacharia aan, den zoon van Jojada, den priester, die boven het volk stond, en hij zeide tot hen: Zo zegt God: Waarom overtreedt gij de geboden des HEEREN? Daarom zult gij niet voorspoedig zijn; dewijl gij den HEERE verlaten hebt, zo zal Hij u verlaten.

VersbegrippenVerlatenheidDe Reachtie Van Gelovigen Tegen Het KwaadResultaten Van OnboetvaardigheidOverwinning Als Daad Van GodDe Geest Van God

Amazia nu sterkte zich, en leidde zijn volk uit, en toog in het Zoutdal, en sloeg van de kinderen van Seir tien duizend.

VersbegrippenZoutTienduizendenTwaalf Wezens

Zo toog Joas, de koning van Israel, op, en hij en Amazia, de koning van Juda, zagen elkanders aangezichten te Beth-Semes, dat in Juda is.

VersbegrippenTwaalf Wezens

Want hij toog uit, en krijgde tegen de Filistijnen, en brak den muur van Gath, en den muur van Jabne, en den muur van Asdod; daartoe bouwde hij steden in Asdod, en onder de Filistijnen.

VersbegrippenMuren

Na deze geschiedenissen en derzelver bevestiging, kwam Sanherib, de koning van Assyrie, en toog in Juda, en legerde zich tegen de vaste steden, en dacht ze tot zich af te scheuren.

VersbegrippenVoorbeelden Van Trouw

Na dit alles, toen Josia het huis toebereid had, toog Necho, de koning van Egypte, op, om te krijgen tegen Karchemis, aan den Frath; en Josia toog uit hem tegemoet.

VersbegrippenRijkenRivieren En StromenRivier Eufraat

Nebukadnezar, de koning van Babel, toog tegen hem op, en bond hem met twee koperen ketenen, om hem te voeren naar Babel.

VersbegrippenBronzen Ketenen

Deze Ezra toog op uit Babel; en hij was een vaardig schriftgeleerde in de wet van Mozes, die de HEERE, de God Israels, gegeven heeft; en de koning gaf hem, naar de hand des HEEREN, zijns Gods, over hem, al zijn verzoek.

VersbegrippenTerugkeer Van BabylonAan Anderen GevenHand Van GodDe Functie Van Priesters In De Tijd Van OTSchriftgeleerdenGods HandGeleerdenGods Handen Op MensenDe Wet Bestuderen

En de koning toog zijn ring af, dien hij van Haman genomen had, en gaf hem aan Mordechai; en Esther stelde Mordechai over het huis van Haman.

VersbegrippenAan Mensen Toegekend Gezag

Zo vertrok Sanherib, de koning van Assyrie, en toog henen, en keerde weder; en hij bleef te Nineve.

En het geschiedde, als Zedekia, de koning van Juda, en al de krijgslieden hen zagen, zo vloden zij, en togen bij nacht uit de stad, door den weg van des konings hof, door de poort tussen de twee muren; en hij toog uit door den weg des vlakken velds.

VersbegrippenNatuurlijke TuinTuinbouwKomt TussenTwee Delen Van ConstructiesTuinen Aan Paleizen

En Ismael voerde het ganse overblijfsel des volks, dat te Mizpa was, gevankelijk, te weten des konings dochteren, en al het volk, die te Mizpa waren overgelaten, die Nebuzaradan, de overste der trawanten, aan Gedalia, den zoon van Ahikam, bevolen had; Ismael dan, den zoon van Nethanja, voerde ze gevankelijk weg, en toog henen, om over te gaan tot de kinderen Ammons.

VersbegrippenOverlevenden Bedreigd

Doch Ismael, de zoon van Nethanja, ontkwam van Johanans aangezicht, met acht mannen, en hij toog tot de kinderen Ammons.

VersbegrippenAcht MensenOntsnappen Aan Mensen

Het woord, dat de profeet Jeremia beval aan Seraja, den zoon van Nerija, den zoon van Machseja, als hij van Zedekia, den koning van Juda, naar Babel toog, in het vierde jaar zijner regering; en Seraja was een vreemdzaam vorst.

VersbegrippenVerbannen KoningenJaren Van ZedekiaGenoemde Profeten Van De Heer

Zij toog nu een van haar welpen op; het werd een jonge leeuw, die leerde roof te roven, hij at mensen op.

VersbegrippenMensenetende Dieren

Als Efraim zijn krankheid zag, en Juda zijn gezwel, zo toog Efraim tot Assur, en hij zond tot den koning Jareb; maar die zal ulieden niet kunnen genezen, en zal het gezwel van ulieden niet helen.

VersbegrippenOnbetrouwbaarheidVals VertrouwenWaarschuwing Over Het Vertrouwen Van MensenHeidense HeersersGeen GenezingKanker Genezen

Zoekresultaten op Versies

Zoekresultaten op Boek

Alle Boeken

Public domain