'Begeerte' in de Bijbel

Geef mij niet over in de begeerte mijner tegenpartijders; want valse getuigen zijn tegen mij opgestaan, mitsgaders die wrevel uitblaast.

HEERE! voor U is al mijn begeerte; en mijn zuchten is voor U niet verborgen.

De HEERE zal hem bewaren, en zal hem bij het leven behouden; hij zal op aarde gelukzalig gemaakt worden. Geef hem ook niet over in zijner vijanden begeerte.

Toen gaf Hij hun hun begeerte; maar Hij zond aan hun zielen een magerheid.

Dan zijn zij verblijd, omdat zij gestild zijn, en dat Hij hen tot de haven hunner begeerte geleid heeft.

Zie, ik heb een begeerte tot Uw bevelen; maak mij levend door Uw gerechtigheid.