'Dienen' in de Bijbel
En hun broeders waren op hun dorpen, inkomende ten zevenden dage van tijd tot tijd, om met hen te dienen;
Toen zeide David: Niemand mag de ark Gods dragen, dan de Levieten; want die heeft de HEERE verkoren, om de ark Gods te dragen, en om Hem te dienen tot in der eeuwigheid.
Alzo liet hij daar, voor de ark des verbonds des HEEREN, Asaf en zijn broederen, om geduriglijk te dienen voor de ark, naardat op elken dag besteld was.
De kinderen van Amram waren Aaron en Mozes. Aaron nu werd afgezonderd, dat hij heiligde de allerheiligste dingen, hij en zijn zonen, tot in eeuwigheid, om te roken voor het aangezicht des HEEREN, om Hem te dienen en om in Zijn Naam tot in eeuwigheid te zegenen.
Uit dezen waren de verdelingen der poortiers onder de hoofden der mannen, tot de wachten tegen hun broederen, om te dienen in het huis des HEEREN.
Verwante onderwerpen
- Aangemoedigd Om Vreemde Goden Te Dienen
- Asherah Dienen
- Christus Dienen
- De Dood Verdienen
- De Kerk Dienen
- Dienen
- Dienend Leiderschap
- God Dienen
- God Niet Dienen
- Groepen Dienen
- Hemel En God Dienen
- Het Onvermogen Van Mensen Om God Te Dienen
- Individuen Dienen
- Jezus Dienen
- Koningen Dienen
- Mensen Dienen
- Oproep Om Te Dienen
- Straffen Voor Het Dienen Van Andere Goden
- Toedienen
- Toedienen Aan De Reddelozen
- Zijn Eigen Goden Dienen