23 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Dit' in de Bijbel

En dit is hun getal: dertig gouden bekkens, duizend zilveren bekkens, negen en twintig messen;

VersbegrippenMessenDertigDuizend DingenTwintigtal

Dit zijn de kinderen van dat landschap, die optogen uit de gevangenis, van de weggevoerden, die Nebukadnezar, koning van Babel, weggevoerd had naar Babel, die naar Jeruzalem en Juda zijn wedergekeerd, een iegelijk naar zijn stad;

VersbegrippenTerugkeer Van BabylonJudaïsmeProvinciesBallingschap van Juda naar BabylonZij Die Uit Ballingschap Terugkwamen

Dewelken kwamen met Zerubbabel, Jesua, Nehemia, Seraja, Reelaja, Mordechai, Bilsan, Mizpar, Bigvai, Rehum en Baena. Dit is het getal der mannen des volks van Israel.

VersbegrippenSamengaan

Maar velen van de priesteren, en de Levieten, en hoofden der vaderen, die oud waren, die het eerste huis gezien hadden, dit huis in zijn grondlegging voor hun ogen zijnde, weenden met luider stem; maar velen verhieven de stem met gejuich en met vreugde.

VersbegrippenVervoeringVreugde In Gods WerkDe Eerste Tempel

Dit is een afschrift des briefs, dien zij aan hem, aan den koning Arthahsasta, zonden: Uw knechten, de mannen aan deze zijde der rivier, en op zulken tijd.

VersbegrippenArtaxerxes De KoningDienstbaarheid In De MaatschappijKopieën Van DocumentenVoorbij De RivierVoorbij De Eufraat

Nu, omdat wij salaris uit het paleis trekken, en het ons niet betaamt des konings oneer te zien, daarom hebben wij gezonden, en dit den koning bekend gemaakt;

VersbegrippenZoutDe Eer VerliezenZuurheid

Te dier tijd kwam tot hen Thathnai, de landvoogd aan deze zijde der rivier, en Sthar-Boznai, en hun gezelschap, en zeiden aldus tot hen: Wie heeft ulieden bevel gegeven dit huis te bouwen, en dezen muur te voltrekken?

VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaBestuurdersVoorbij De RivierHeidense HeersersDe Bevelen Van De KoningStructuur

Toen zeiden wij aldus tot hen, en welke de namen waren der mannen, die dit gebouw bouwden.

VersbegrippenStructuur

Toen hebben wij denzelven oudsten gevraagd, en aldus tot hen gezegd: Wie heeft ulieden bevel gegeven dit huis te bouwen, en dezen muur te voltrekken?

VersbegrippenHerstellingDe Bevelen Van De KoningStructuur

Doch in het eerste jaar van Kores, koning van Babel, heeft de koning Kores bevel gegeven dit huis Gods te bouwen.

VersbegrippenBekendmakingenDe Tweede TempelDe Bevelen Van De KoningDe Eerste TempelWederopbouw

Zo het dan nu den koning goeddunkt, laat er gezocht worden in het schathuis des konings aldaar, dat te Babel is, of het zij, dat een bevel van den koning Kores gegeven zij, om dit huis Gods te Jeruzalem te bouwen; en dat men des konings believen hiervan tot ons zende.

VersbegrippenArchievenOpslaanZoeken Voor Concrete DingenDe Bevelen Van De Koning

In het eerste jaar van den koning Kores, gaf de koning Kores dit bevel: Het huis Gods te Jeruzalem, dat huis zal gebouwd worden, ter plaatse, waar zij offeranden offeren, en de fondamenten daarvan zullen zwaar zijn; zijn hoogte van zestig ellen, en zijn breedte van zestig ellen;

VersbegrippenFunderingenBreedteBekendmakingenDe Tweede TempelAfmetingen Van GebouwenDe Eerste Tempel

Laat hen aan den arbeid van dit huis Gods; dat de landvoogd der Joden en de oudsten der Joden dit huis Gods bouwen aan zijn plaats.

VersbegrippenBouw

Ook wordt van mij bevel gegeven, wat gijlieden doen zult aan de oudsten dezer Joden, om dit huis Gods te bouwen; te weten, dat uit des konings goederen, van den cijns aan gene zijde der rivier, de onkosten dezen mannen spoediglijk gegeven worden, opdat men hen niet belette.

VersbegrippenHoudingen Tegenover Vervolging

Voorts wordt bevel van mij gegeven, dat al dengene, die dit woord zal veranderen, een hout uit zijn huis zal gerukt en opgericht worden, waaraan hij zal worden opgehangen; en zijn huis zal om diens wille tot een drekhoop gemaakt worden.

VersbegrippenMisdadigersGalgDoodstrafHangenDe Legale Aspecten Van BestraffingPiercingsRommel

De God nu, die Zijn Naam aldaar heeft doen wonen, werpe ter neder alle koningen en volken, die hun hand zullen uitstrekken, om te veranderen en te verderven dit huis Gods, dat te Jeruzalem is. Ik, Darius, heb het bevel gegeven, dat het spoediglijk gedaan worde.

VersbegrippenIjverEen Plek Voor Gods Naam

En dit huis werd volbracht op den derden dag der maand Adar; datzelve was het zesde jaar van het koninkrijk van den koning Darius.

VersbegrippenMaand 12

En de kinderen Israels, de priesteren en Levieten, en de overige kinderen der gevangenis deden de inwijding van dit huis Gods met vreugde.

VersbegrippenVervoeringVieringenVreugde Van IsraëlToewijding

En zij offerden, ter inwijding van dit huis Gods, honderd runderen, tweehonderd rammen, vierhonderd lammeren en twaalf geitenbokken, ten zondoffer voor gans Israel, naar het getal der stammen Israels.

VersbegrippenGeitenVerzoeningOffer In OTZoenofferHonderdNummer TweehonderdVier- Tot VijfhonderdTwaalf StammenTwaalf DierenVier- En VijfhonderdSchapen En GeitenToewijding

Dit is nu het afschrift des briefs, dien de koning Arthahsasta gaf aan Ezra, den priester, den schriftgeleerde; den schriftgeleerde van de woorden der geboden des HEEREN, en Zijn inzettingen over Israel:

VersbegrippenJudaïsmeBrievenArtaxerxes De KoningKopieën Van Documenten

Dit nu zijn de hoofden hunner vaderen, met hun geslachtsrekening, die met mij uit Babel optogen, onder het koninkrijk van den koning Arthahsasta.

VersbegrippenTerugkeer Van BabylonArtaxerxes De KoningTijden Van Mensen

En ik zeide tot hen: Gij zijt heilig den HEERE, en deze vaten zijn heilig; ook dit zilver en dit goud, de vrijwillige gave, den HEERE, den God uwer vaderen.

VersbegrippenOffer Uit Vrije WilBezittingen GevenHeilige KommenEen Heilige NatieVrije Wil

Toen stond Ezra op, en deed de oversten der priesteren, de Levieten en gans Israel zweren, te zullen doen naar dit woord; en zij zwoeren.

VersbegrippenMensen Die Gebonden Zijn Aan Een Eed

Public domain