37 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Duizend' in de Bijbel

En Salomo offerde daar, voor het aangezicht des HEEREN, op het koperen altaar, dat aan de tent der samenkomst was; en hij offerde daarop duizend brandofferen.

VersbegrippenMenselijke VrijgevigheidDuizend DierenOffer Op Het Bronzen AltaarHet Bronzen Altaar Opzetten

En Salomo vergaderde wagenen en ruiteren, zodat hij duizend en vierhonderd wagenen, en twaalf duizend ruiteren had; en hij legde ze in de wagensteden, en bij den koning te Jeruzalem.

VersbegrippenVersterkingenStrijdwagensPaardenDuizendenElf Tot Negentien Duizend

En Salomo telde zeventig duizend lastdragende mannen, en tachtig duizend mannen, die houwen zouden in het gebergte; mitsgaders drie duizend en zeshonderd opzieners over dezelve.

VersbegrippenDienstplichtMetselaarsOpzichtersVaardigheidStenenDrieduizend En MeerVijftig Tot Negentig Duizend

En zie, ik zal uw knechten, den houwers, die het hout houwen, twintig duizend kor uitgeslagen tarwe, en twintig duizend kor gerst geven; daartoe twintig duizend bath wijn, en twintig duizend bath olie.

VersbegrippenGraanMalenGewichten En Maten, DroogGewichten En Maten, VloeibaarKunstenaars

En Salomo telde al de vreemde mannen, die in het land van Israel waren, achtervolgens de telling, met dewelke zijn vader David die geteld had; en er werden gevonden honderd drie en vijftig duizend en zeshonderd.

VersbegrippenHonderdduizend En Meer

En hij maakte uit dezelve zeventig duizend lastdragers, en tachtig duizend houwers in het gebergte, mitsgaders drie duizend en zeshonderd opzieners, om het volk te doen arbeiden.

VersbegrippenMetselaarsStenenDrieduizend En MeerVijftig Tot Negentig Duizend

Haar dikte nu was een hand breed, en haar rand als het werk van den rand eens bekers of ener leliebloem, bevattende vele bathen; zij hield drie duizend.

VersbegrippenGewichten En Maten, Lineair

En de koning Salomo offerde slachtofferen van runderen, twee en twintig duizend, en van schapen, honderd en twintig duizend. Alzo hebben de koning en het ganse volk het huis Gods ingewijd.

VersbegrippenGeitenTwintigduizend En MeerHonderdduizend En MeerOffersToewijdingOffer

Ook had Salomo vier duizend paardenstallen, en wagenen, en twaalf duizend ruiteren; en hij legde ze in de wagensteden, en bij den koning te Jeruzalem.

VersbegrippenVersterkingenKribbesAccumulerenCavalerieVierduizendElf Tot Negentien Duizend

Toen nu Rehabeam te Jeruzalem gekomen was, vergaderde hij het huis van Juda en Benjamin, eenhonderd en tachtig duizend, uitgelezenen, geoefend ten oorlog, om tegen Israel te strijden, opdat hij het koninkrijk weder aan Rehabeam bracht.

VersbegrippenHonderdduizend En Meer

Met duizend en tweehonderd wagenen, en met zestig duizend ruiteren; en des volks was geen getal, dat met hem kwam uit Egypte, Libiers, Suchieten en Moren;

VersbegrippenStrijdwagensVeel StrijdersAfrikaCavalerieDuizendenVijftig Tot Negentig Duizend

En Abia bond den strijd aan met een heir van strijdbare helden, vierhonderd duizend uitgelezen mannen; en Jerobeam stelde tegen hem de slagorde, met achthonderd duizend uitgelezen mannen, kloeke helden.

VersbegrippenConfrontatieDrie- Tot Negenhonderd Duizend

Abia dan, en zijn volk, sloeg hen met een groten slag; want uit Israel vielen verslagen vijfhonderd duizend uitgelezen mannen.

VersbegrippenVerliesBloedbadDrie- Tot Negenhonderd Duizend

Asa nu had een heir van driehonderd duizend uit Juda, rondas en spies dragende, en tweehonderd en tachtig duizend uit Benjamin, het schild dragende en den boog spannende; al dezen waren kloeke helden.

VersbegrippenUitrusting, FysiekSchildenSperenBoogschutters In LegersStrijdersTweehonderd Duizend En MeerDrie- Tot Negenhonderd Duizend

En Zerah, de Moor, kwam tegen hen uit, met een heir van duizend maal duizend, en driehonderd wagenen; en hij kwam tot Maresa toe.

VersbegrippenStrijdwagensEen Miljoen En MeerDriehonderd En Meer

En zij offerden den HEERE ten zelfden dage van den roof, dien zij gebracht hadden, zevenhonderd runderen en zeven duizend schapen.

VersbegrippenHoofdenOorlogsbuitZeven- Tot NegenhonderdZevenduizend

En van de Filistijnen brachten zij Josafat geschenken met het opgelegde geld; ook brachten hem de Arabieren klein vee, zeven duizend en zevenhonderd rammen, en zeven duizend en zevenhonderd bokken.

VersbegrippenGeschenkenBelastenEerbetoonZevenduizend

Dit nu is hun telling, naar de huizen hunner vaderen. In Juda waren oversten der duizenden: Adna de overste, en met hem waren driehonderd duizend kloeke helden.

VersbegrippenDrie- Tot Negenhonderd Duizend

Naast hem nu was de overste Johanan; en met hem waren tweehonderd tachtig duizend;

VersbegrippenTweehonderd Duizend En Meer

En naast hem was Amasia, de zoon van Zichri, die zich vrijwillig den HEERE overgegeven had; en met hem waren tweehonderd duizend kloeke helden.

VersbegrippenUit Zichzelf GevenVoorbeelden Van ToewijdingTweehonderd Duizend En MeerVrijwilligerswerk

En uit Benjamin was Eljada, een kloek held; en met hem tweehonderd duizend, die met boog en schild gewapend waren.

VersbegrippenSoldatenTweehonderd Duizend En Meer

En naast hem was Jozabad; en met hem waren honderd en tachtig duizend, ten krijge toegerust.

VersbegrippenStrijdersHonderdduizend En Meer

En Amazia vergaderde Juda, en stelde hen, naar de huizen der vaderen, tot oversten van duizenden en tot oversten van honderden, door gans Juda en Benjamin; en hij monsterde hen, van twintig jaren oud en daarboven, en vond hen driehonderd duizend uitgelezenen, uittrekkende ten heire, handelende spies en rondas.

VersbegrippenFysieke MaturiteitParaatheidSperenStrijdersDrie- Tot Negenhonderd Duizend

Daartoe huurde hij uit Israel honderd duizend kloeke helden, voor honderd talenten zilvers.

VersbegrippenTalentenMunstelselHurenHuurlingenHonderdduizend En Meer

Amazia nu sterkte zich, en leidde zijn volk uit, en toog in het Zoutdal, en sloeg van de kinderen van Seir tien duizend.

VersbegrippenZoutTienduizendenTwaalf Wezens

Daartoe vingen de kinderen van Juda tien duizend levend, en brachten ze op de hoogte der steenrots, en stieten hen van de spits der steenrots af, dat zij allen barstten.

VersbegrippenAard Van OorlogVerschrikkingen Van De OorlogTienduizendenTwaalf Wezens

Maar de mannen der benden, die Amazia had doen wederkeren, dat zij met hem in den strijd niet zouden trekken, die deden een inval in de steden van Juda, van Samaria af tot Beth-horon toe, en sloegen van hen drie duizend, en roofden veel roofs.

VersbegrippenDrieduizend En MeerTwaalf Wezens

Het gehele getal van de hoofden der vaderen, der strijdbare helden, was twee duizend en zeshonderd.

VersbegrippenTweeduizend

En onder hun hand was een krijgsheir van driehonderd zeven duizend en vijfhonderd, die met strijdbare kracht zich ten oorlog oefenden, om den koning tegen den vijand te helpen.

VersbegrippenStrijdersDrie- Tot Negenhonderd Duizend

Hij krijgde ook tegen den koning der kinderen Ammons, en had de overhand over hen, zodat de kinderen Ammons in datzelfde jaar hem gaven honderd talenten zilvers, en tien duizend kor tarwe, en tien duizend gerst; dit brachten hem de kinderen Ammons wederom, ook in het tweede en in het derde jaar.

VersbegrippenMunstelselGraanEerbetoonGewichten En Maten, DroogTarwe

Want Pekah, de zoon van Remalia, sloeg in Juda honderd en twintig duizend dood op een dag, allen strijdbare mannen, omdat zij den HEERE, den God hunner vaderen, verlaten hadden.

VersbegrippenHonderdduizend En Meer

En de kinderen Israels voerden van hun broederen gevankelijk weg tweehonderd duizend, vrouwen, zonen en dochteren, en plunderden ook veel roofs van hen; en zij brachten den roof te Samaria.

VersbegrippenSlavernij In OTTweehonderd Duizend En Meer

Nog waren der geheiligde dingen zeshonderd runderen en drie duizend schapen.

VersbegrippenZes- Tot ZevenhonderdDrieduizend En MeerZeshonderd En Meer

Want Jehizkia, de koning van Juda, gaf de gemeente duizend varren en zeven duizend schapen; en de vorsten gaven de gemeente duizend varren en tien duizend schapen; de priesteren nu hadden zich in menigte geheiligd.

VersbegrippenGeitenDuizend DierenZevenduizend

En Josia gaf voor het volk, van klein vee, lammeren en jonge geitenbokken, die alle tot paasofferen, naar al hetgeen er gevonden werd, in getal dertig duizend; maar van runderen drie duizend; dit was van des konings have.

VersbegrippenDrieduizend En MeerDertigduizend En Meer

Ook gaven zijn vorsten tot een vrijwillig offer voor het volk, voor de priesteren, en voor de Levieten; Hilkia, en Zacharia, en Jehiel, de oversten van het huis Gods, gaven den priesteren tot paasofferen, twee duizend en zeshonderd klein vee, en driehonderd runderen.

VersbegrippenTweeduizendDriehonderd En Meer

Daartoe Chonanja, en Semaja, en Nethaneel, zijn broeders, mitsgaders Hasabja, en Jeiel, en Jozabad, de oversten der Levieten, gaven den Levieten tot paasofferen, vijf duizend klein vee en vijfhonderd runderen.

VersbegrippenHoofdenVier- Tot VijfhonderdVijfduizendVier- En Vijfhonderd

Public domain