12 gebeurtenissen

'Ebed' in de Bijbel

Gaal, de zoon van Ebed, kwam ook met zijn broederen, en zij gingen over in Sichem; en de burgeren van Sichem verlieten zich op hem.

VersbegrippenOptimismeAndere Mensen Vertrouwen

En Gaal, de zoon van Ebed, zeide: Wie is Abimelech, en wat is Sichem, dat wij hem dienen zouden? is hij niet een zoon van Jerubbaal? en Zebul zijn bevelhebber? dient liever de mannen van Hemor, den vader van Sichem; want waarom zouden wij hem dienen?

VersbegrippenVermetelheidAndere Onbelangrijke Mensen

Als Zebul, de overste der stad, de woorden van Gaal, den zoon van Ebed, hoorde, zo ontstak zijn toorn.

VersbegrippenBestuurdersGenoemde Personen Die Kwaad Waren Op Anderen

En hij zond listiglijk boden tot Abimelech, zeggende: Zie, Gaal, de zoon van Ebed, en zijn broeders zijn te Sichem gekomen, en zie, zij, met deze stad, handelen vijandiglijk tegen u.

VersbegrippenUitgestuurde BoodschappersZij Die Bedrogen

En Gaal, de zoon van Ebed, ging uit, en stond aan de deur van de stadspoort; en Abimelech rees op, en al het volk, dat met hem was, uit de achterlage.

VersbegrippenIn De Poort Staan

En van de kinderen van Adin, Ebed, de zoon van Jonathan; en met hem vijftig manspersonen.

VersbegrippenDe Jaren VijftigAantal Mannen

Als nu Ebed-melech, de Moorman, een der kamerlingen, die toen in des konings huis was, hoorde, dat zij Jeremia in den kuil gedaan hadden (de koning nu zat in de poort van Benjamin);

VersbegrippenKerkersEunuchenZittenAan De Poort ZittenGenoemde Poorten

Zo ging Ebed-melech uit het huis des konings uit, en hij sprak tot den koning, zeggende:

Toen gebood de koning den Moorman Ebed-melech, zeggende: Neem van hier dertig mannen onder uw hand, en haal den profeet Jeremia op uit den kuil, eer dat hij sterft.

VersbegrippenKerkersDe Aard Van Menselijke AutoriteitDertigGenoemde Profeten Van De Heer

Alzo nam Ebed-melech de mannen onder zijn hand, en ging in des konings huis tot onder de schatkamer, en nam van daar enige oude verscheurde en oude versleten lompen; en hij liet ze met zelen af tot Jeremia in den kuil.

VersbegrippenKerkersDingen Neerzetten

En Ebed-melech, de Moorman, zeide tot Jeremia: Leg nu deze oude verscheurde en versleten lompen onder de oksels uwer armen, van onder aan de zelen. En Jeremia deed alzo.

Ge henen, en spreek tot Ebed-melech, den Moorman, zeggende: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Zie, Ik zal Mijn woorden brengen over deze stad, ten kwade en niet ten goede; en zij zullen te dien dage voor uw aangezicht zijn.

Zoekresultaten op Versies

Zoekresultaten op Boek


Public domain