'Gelijk' in de Bijbel
De goddeloze, gelijk hij zijn neus omhoog steekt, onderzoekt niet; al zijn gedachten zijn, dat er geen God is.
Hij legt lagen in een verborgen plaats, gelijk een leeuw in zijn hol; hij legt lagen, om den ellendige te roven; hij rooft den ellendige, als hij hem trekt in zijn net.
Hij is gelijk als een leeuw, die begeert te roven, en als een jonge leeuw, zittende in verborgen plaatsen.
Hij maakt mijn voeten gelijk als der hinden, en Hij stelt mij op mijn hoogten.
Weest niet gelijk een paard, gelijk een muilezel, hetwelk geen verstand heeft, welks muil men breidelt met toom en gebit, opdat het tot u niet genake.
Uw goedertierenheid, HEERE! zij over ons; gelijk als wij op U hopen.
Al mijn beenderen zullen zeggen: HEERE, wie is U gelijk! U, Die den ellendige redt van dien, die sterker is dan hij, en den ellendige en nooddruftige van zijn berover.
Hoor, HEERE! mijn gebed, en neem mijn geroep ter ore; zwijg niet tot mijn tranen; want ik ben een vreemdeling bij U, een bijwoner, gelijk al mijn vaders.
Een onderwijzing, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. (1a) Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God!
Gelijk zij het zagen, alzo waren zij verwonderd; zij werden verschrikt, zij haastten weg.
Gelijk wij gehoord hadden, alzo hebben wij gezien in de stad des HEEREN der heirscharen, in de stad onzes Gods; God zal haar bevestigen tot in eeuwigheid. Sela.
Gelijk Uw Naam is, o God! alzo is Uw roem tot aan de einden der aarde; Uw rechterhand is vol van gerechtigheid.
De mens nochtans, die in waarde is, blijft niet; hij wordt gelijk als de beesten, die vergaan.
[ (Psalms 49:21) De mens, die in waarde is, en geen verstand heeft, wordt gelijk als de beesten, die vergaan. ]
Deze dingen doet gij, en Ik zwijg; gij meent, dat Ik te enenmale ben, gelijk gij; Ik zal u straffen, en zal het ordentelijk voor uw ogen stellen.
Want Gij hebt ons beproefd, o God! Gij hebt ons gelouterd, gelijk men het zilver loutert;
Gij zult hen verdrijven, gelijk rook verdreven wordt; gelijk was voor het vuur smelt, zullen de goddelozen vergaan van Gods aangezicht.
Ook is Uw gerechtigheid, o God, tot in de hoogte; Gij, Die grote dingen gedaan hebt; o God! wie is U gelijk?
O God! Uw weg is in het heiligdom; wie is een groot God, gelijk God?
En dat zij niet zouden worden gelijk hun vaders, een wederhorig en wederspannig geslacht; een geslacht, dat zijn hart niet richtte, en welks geest niet getrouw was met God.
En zij weken terug, en handelden trouwelooslijk, gelijk hun vaders; zij zijn omgekeerd, als een bedriegelijke boog.
Gelijk het vuur een woud verbrandt, en gelijk de vlam de bergen aansteekt;
Onder de goden is niemand U gelijk, Heere! en er zijn geen gelijk Uw werken.
En de zangers, gelijk de speellieden, mitsgaders al mijn fonteinen, zullen binnen u zijn.
Afgezonderd onder de doden, gelijk de verslagenen, die in het graf liggen, die Gij niet meer gedenkt, en zij zijn afgesneden van Uw hand.
Want wie mag in den hemel tegen den HEERE geschat worden? Wie is den HEERE gelijk, onder de kinderen der sterken?
Zijn zaad zal in der eeuwigheid zijn, en zijn troon zal voor Mij zijn gelijk de zon.
Hij zal eeuwiglijk bevestigd worden, gelijk de maan; en de Getuige in den hemel is getrouw. Sela.
Gij overstroomt hen; zij zijn gelijk een slaap; in den morgenstond zijn zij gelijk het gras, dat verandert;
Maar Gij zult mijn hoorn verhogen, gelijk eens eenhoorns; ik ben met verse olie overgoten.
Verhardt uw hart niet, gelijk te Meriba, gelijk ten dage van Massa in de woestijn;
Ik ben een roerdomp der woestijn gelijk geworden, ik ben geworden als een steenuil der wildernissen.
Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen, die Hem vrezen.
De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij.
Ik ga heen gelijk een schaduw, wanneer zij zich neigt; ik worde omgedreven als een sprinkhaan.
Wie is gelijk de HEERE, onze God? Die zeer hoog woont.
Dat die hen maken hun gelijk worden, en al wie op hen vertrouwt.
Zie, gelijk de ogen der knechten zijn op de hand hunner heren; gelijk de ogen der dienstmaagd zijn op de hand harer vrouw; alzo zijn onze ogen op den HEERE, onze God, totdat Hij ons genadig zij.
Een lied Hammaaloth. Als de HEERE de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen.
O HEERE! wend onze gevangenis, gelijk waterstromen in het zuiden.
Gelijk de pijlen zijn in de hand eens helds, zodanig zijn de zonen der jeugd.
Zo ik mijn ziel niet heb gezet en stil gehouden, gelijk een gespeend kind bij zijn moeder! Mijn ziel is als een gespeend kind in mij.
Het is, gelijk de kostelijke olie op het hoofd, nederdalende op den baard, den baard van Aaron, die nederdaalt tot op den zoom zijner klederen.
Het is gelijk de dauw van Hermon, en die nederdaalt op de bergen van Sion, want de HEERE gebiedt aldaar den zegen en het leven tot in der eeuwigheid.
Dat die ze maken, hun gelijk worden, en al wie op hen vertrouwt.
Onze beenderen zijn verstrooid aan den mond des grafs, gelijk of iemand op de aarde iets gekloofd en verdeeld had.
Verhoor mij haastelijk, HEERE! mijn geest bezwijkt; verberg Uw aangezicht niet van mij, want ik zou gelijk worden dengenen, die in den kuil dalen.
De mens is der ijdelheid gelijk; zijn dagen zijn als een voorbijgaande schaduw.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (33)
- Exodus (61)
- Leviticus (36)
- Numberi (46)
- Deuteronomium (76)
- Jozua (45)
- Richteren (24)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (28)
- 2 Samuël (19)
- 1 Koningen (48)
- 2 Koningen (29)
- 1 Kronieken (13)
- 2 Kronieken (33)
- Ezra (5)
- Nehemia (3)
- Esther (3)
- Job (43)
- Psalmen (48)
- Spreuken (27)
- Prediker (14)
- Hooglied (8)
- Jesaja (104)
- Jeremia (60)
- Klaagliederen (6)
- Ezechiël (47)
- Daniël (18)
- Hosea (12)
- Joël (1)
- Amos (6)
- Obadja (3)
- Jona (1)
- Micha (4)
- Nahum (2)
- Habakuk (2)
- Zefanja (1)
- Zacharia (17)
- Maleachi (1)
- Mattheüs (52)
- Markus (18)
- Lukas (42)
- Johannes (23)
- Handelingen (29)
- Romeinen (35)
- 1 Corinthiërs (25)
- 2 Corinthiër (18)
- Galaten (4)
- Efeziërs (13)
- Filippenzen (6)
- Colossenzen (7)
- 1 Thessalonicenzen (20)
- 2 Thessalonicenzen (2)
- 1 Timotheüs (1)
- 2 Timotheüs (3)
- Titus (2)
- Filémon (1)
- Hebreeën (18)
- Jakobus (3)
- 1 Petrus (4)
- 2 Petrus (5)
- 1 Johannes (10)
- 2 Johannes (2)
- 3 Johannes (3)
- Judas (1)
- Openbaring (31)
Verwante onderwerpen
- Alle Zonden Die Gelijk Zijn
- Alles Is Mogelijk
- Boogschutters Naar Gods Gelijkenis
- Dagelijkse Genade
- Dagelijkse Plicht
- Eenhoorns
- Gelijk Lot
- Gelijkaardige Zaken
- Gelijke Straf
- Gelijken
- Gelijkenis
- Gelijkenis Met Christus
- Gelijkenis Met Dingen
- Gelijkenis Met God
- Gelijkenis Met God De Vader
- Gelijkenis Met Mensen
- Gelijkheid
- Gelijkheid In Betaling
- Gelijkheid In Redding
- Gelijkheid Met God
- Gelijkwaardige Mensen
- Hert
- Mannen Gelijk Aan Dieren
- Mensen Die Mogelijk Kwaad Doen
- Mensen Zijn Allemaal Gelijk
- Mogelijk Voor God
- Mogelijk Voor Mensen
- Mogelijke Dood
- Mogelijkheden
- Mogelijkheden Voor God
- Mogelijkheden Voor Mensen
- Mogelijkheid
- Niet Mogelijk Om Andere Dingen Te Doen
- Niet Mogelijk Om Op Te Staan
- Niet Te Vergelijken
- Ongelovigen Beschreven Als
- Onmogelijk
- Onmogelijk Te Begrijpen
- Onmogelijk Te Beschadigen
- Onmogelijk Te Redden
- Onmogelijk Uit Te Drijven
- Onmogelijk Voor God
- Onmogelijk Voor Mensen
- Onmogelijke Geboorte
- Rassengelijkheid
- Redding Is Mogelijk Voor Iedereen
- Redding, Onmogelijk Opscheppen
- Tekenen Van Mogelijke Bezetenheid Van Demonen
- Vergelijken
- Vergelijkende Maatregelen
- Vergelijkingen
- Verlossing In Het Dagelijks Leven
- Wie Is Zoals God?