'Geweest' in de Bijbel
Toen zeide God tot Salomo: Daarom, dat dit in uw hart geweest is, en gij niet begeerd hebt rijkdom, goederen, noch eer, noch de ziel uwer haters, noch ook vele dagen begeerd hebt; maar wijsheid en wetenschap voor u begeerd hebt, opdat gij Mijn volk mocht richten, waarover Ik u koning gemaakt heb;
De wijsheid, en de wetenschap is u gegeven; daartoe zal Ik u rijkdom, en goederen, en eer geven, dergelijke geen koningen, die voor u geweest zijn, gehad hebben, en na u zal dergelijke niet zijn.
Den zoon ener vrouw uit de dochteren van Dan, en wiens vader een man geweest is van Tyrus, die weet te werken in goud, en in zilver, in koper, in ijzer, in stenen, en in hout, in purper, in hemelsblauw, en in fijn linnen, en in karmozijn, en om alle graveersels te graveren, en om te bedenken allen vernuftigen vond, die hem zal voorgesteld worden, met uw wijzen, en de wijzen van mijn heer, uw vader David.
Maar de HEERE zeide tot mijn vader David: Dewijl dat in uw hart geweest is, Mijn Naam een huis te bouwen, gij hebt welgedaan, dat het in uw hart geweest is.
En dit huis, dat verheven zal geweest zijn, daarover zal zich een ieder, die voorbijgaat, ontzetten, dat hij zal zeggen: Waarom heeft de HEERE aan dit land en aan dit huis alzo gedaan?
En zij zeide tot den koning: Het is een waarachtig woord geweest, dat ik in mijn land gehoord heb, van uw zaken en van uw wijsheid.
En zij gaf de koning honderd en twintig talenten gouds, en specerijen in grote menigte, en kostelijk gesteente; en er was gelijk deze specerij, die de koningin van Scheba den koning Salomo gaf, geen geweest.
En de koning maakte van dat algummimhout hoge gangen tot het huis des HEEREN en tot het huis des konings, mitsgaders harpen en luiten voor de zangers; desgelijks ook was te voren in het land van Juda niet geweest.
En twaalf leeuwen stonden daar aan beide zijden, op de zes trappen; desgelijks is in geen koninkrijk gemaakt geweest.
Israel nu is vele dagen geweest zonder den waren God, en zonder een lerenden priester, en zonder de wet.
Verder gaf de priester Jojada aan de oversten der honderden de spiesen, en de rondassen, en de schilden, die van den koning David geweest waren, die in het huis Gods waren.
Daarom is een grote toorn des HEEREN over Juda en Jeruzalem geweest; en Hij heeft hen overgegeven ter beroering, ter verwoesting en ter aanfluiting, gelijk als gij ziet met uw ogen.
Want ziet, onze vaders zijn door het zwaard gevallen; daartoe onze zonen, en onze dochteren, en onze vrouwen zijn daarom in gevangenis geweest.
Zo was er grote blijdschap te Jeruzalem; want van de dagen van Salomo, den zoon van David, den koning van Israel, was desgelijks in Jeruzalem niet geweest.
En Azaria, de hoofdpriester, van het huis van Zadok, sprak tot hem en zeide: Van dat men deze heffing begonnen heeft tot het huis des HEEREN te brengen, is er te eten geweest en verzadigd te worden, ja, over te houden tot overvloed toe; want de HEERE heeft Zijn volk gezegend, zodat deze veelheid overgebleven is.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (33)
- Exodus (19)
- Leviticus (14)
- Numberi (10)
- Deuteronomium (19)
- Jozua (11)
- Richteren (3)
- Ruth (3)
- 1 Samuël (18)
- 2 Samuël (12)
- 1 Koningen (22)
- 2 Koningen (9)
- 1 Kronieken (6)
- 2 Kronieken (15)
- Ezra (4)
- Nehemia (5)
- Esther (1)
- Job (14)
- Psalmen (34)
- Spreuken (4)
- Prediker (12)
- Jesaja (23)
- Jeremia (21)
- Klaagliederen (5)
- Ezechiël (26)
- Daniël (5)
- Hosea (1)
- Joël (1)
- Obadja (1)
- Nahum (2)
- Zefanja (1)
- Zacharia (6)
- Maleachi (1)
- Mattheüs (15)
- Markus (6)
- Lukas (14)
- Johannes (13)
- Handelingen (12)
- Romeinen (15)
- 1 Corinthiërs (1)
- 2 Corinthiër (18)
- Galaten (4)
- Efeziërs (2)
- Filippenzen (3)
- Colossenzen (3)
- 1 Thessalonicenzen (7)
- 1 Timotheüs (3)
- 2 Timotheüs (1)
- Filémon (1)
- Hebreeën (14)
- Jakobus (5)
- 1 Petrus (2)
- 2 Petrus (4)
- 1 Johannes (1)
- 2 Johannes (1)
- 3 Johannes (1)
- Openbaring (5)