'Gezegd' in de Bijbel
Te dier tijd zal tot dit volk en tot Jeruzalem gezegd worden: Een dorre wind van de hoge plaatsen in de woestijn, van den weg der dochter Mijns volks; niet om te wannen, noch om te zuiveren.
O, wee mij over mijn breuk! mijn plage is smartelijk; en ik had gezegd: Dit is immers een krankheid, die ik wel dragen zal!
Alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ga henen, en koop u een linnen gordel, en doe dien aan uw lenden, maar breng hem niet in het water.
Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat er niet meer zal gezegd worden: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels uit Egypteland heeft opgevoerd!
Alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ga henen en sta in de poort van de kinderen des volks, door dewelke de koningen van Juda ingaan, en door dewelke zij uitgaan, ja, in alle poorten van Jeruzalem;
Maar indien het doet, dat kwaad is in Mijn ogen, dat het naar Mijn stem niet hoort, zo zal Ik berouw hebben over het goede, met hetwelk Ik gezegd had hetzelve te zullen weldoen.
Want alzo heeft de HEERE, de God Israels, tot mij gezegd: Neem dezen beker des wijns der grimmigheid van Mijn hand, en geef dien te drinken al den volken, tot welke Ik u zende;
Evenwel hebt Gij tot mij gezegd, Heere HEERE! koop u dat veld voor geld, en doe het getuigen betuigen; daar de stad in der Chaldeen hand gegeven is.
Want de verstoorder zal komen over elke stad, dat niet een stad ontkomen zal; en het dal zal verderven, en het effen veld verdelgd worden; want de HEERE heeft het gezegd.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (30)
- Exodus (12)
- Leviticus (3)
- Numberi (9)
- Deuteronomium (4)
- Jozua (4)
- Richteren (4)
- Ruth (4)
- 1 Samuël (13)
- 2 Samuël (8)
- 1 Koningen (11)
- 2 Koningen (22)
- 1 Kronieken (6)
- 2 Kronieken (9)
- Ezra (1)
- Nehemia (4)
- Esther (2)
- Job (13)
- Psalmen (16)
- Jesaja (20)
- Jeremia (9)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (5)
- Daniël (4)
- Hosea (1)
- Joël (1)
- Zefanja (1)
- Zacharia (2)