6 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Heerlijkheid' in de Bijbel

Want gelijk als een gordel kleeft aan de lenden eens mans, alzo heb Ik het ganse huis Israels en het ganse huis van Juda aan Mij doen kleven, spreekt de HEERE, om Mij te zijn tot een volk, en tot een naam, en tot lof, en tot heerlijkheid; maar zij hebben niet gehoord.

VersbegrippenLuisterenTaillesRedenen Voor LofVastklampen Aan GodDingen Die Samen ZittenWeigeren Om Te HorenVerkiezen

Zeg tot den koning en tot de koningin: Vernedert u, zet u neder; want uw ganse hoofdsieraad, de kroon uwer heerlijkheid, is nedergedaald.

VersbegrippenKoninginnenTroonGeen KoningNederig ZijnOvergaveHou JezelfNederigheidKronenMinnaresPrinsdommen

Hef uw ogen op, en zie, die daar van het noorden komen! waar is de kudde, die u gegeven was, de schapen uwer heerlijkheid?

VersbegrippenVanuit Het NoordenSchoonheid Van De Natuur

Versmaad ons niet, om Uws Naams wil; werp den troon Uwer heerlijkheid niet neder; gedenk, vernietig niet Uw verbond met ons.

Een troon der heerlijkheid, een hoogheid van het eerste aan, is de plaats onzes heiligdoms.

VersbegrippenHeiligdom

Daal neder uit uw heerlijkheid, en woon in dorst, gij inwoneres, gij dochter van Dibon! want Moabs verstoorder is tegen u opgetogen, hij heeft uw vestingen verdorven.

VersbegrippenDochtersDroge Plaatsen

Public domain