4 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Hosa' in de Bijbel

Obed-Edom nu, met hunlieder broederen, waren acht en zestig; en hij stelde Obed-Edom, den zoon van Jeduthun, en Hosa, tot poortiers;

VersbegrippenDeelname In ChristusDe Jaren Zestig

En Hosa, uit de kinderen van Merari, had zonen; Simri was het hoofd; (alhoewel hij de eerstgeborene niet was, nochtans stelde hem zijn vader tot een hoofd).

VersbegrippenEerstgeboreneGeboorterecht

Hilkia was de tweede, Tebalja de derde, Zecharja de vierde; al de kinderen en broederen van Hosa waren dertien.

VersbegrippenDertien

Suppim en Hosa tegen het westen, met de poort Schallechet, bij den opgaanden hogen weg, wacht tegenover wacht.

VersbegrippenGenoemde PoortenDe Westelijke Kant

Zoekresultaten op Versies

Alle versies

Zoekresultaten op Boek


Public domain