9 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Huis' in de Bijbel

En de HEERE gaf Jojakim, den koning van Juda, in zijn hand, en een deel der vaten van het huis Gods; en hij bracht ze in het land van Sinear, in het huis zijns gods; en de vaten bracht hij in het schathuis zijns gods.

VersbegrippenHeilige KommenHeilige SchalenIn De Hand GegevenZijn Eigen Goden DienenVerwijderd TempelgereedschapKoningen Van Juda

Toen ging Daniel naar zijn huis, en hij gaf de zaak zijn metgezellen, Hananja, Misael, en Azarja te kennen;

VersbegrippenVertellen Over GebeurtenissenVriendenBidden Voor Anderen

Daarom wordt van mij een bevel gegeven, dat alle volk, natie en tong, die lastering spreekt tegen den God van Sadrach, Mesach en Abed-nego, in stukken gehouwen worde, en zijn huis tot een drekhoop gesteld worde; want er is geen ander God, Die alzo verlossen kan.

VersbegrippenValse GodenDwangMensen Die Verscheurd WordenRommelGodslastering

Sprak de koning, en zeide: Is dit niet het grote Babel, dat ik gebouwd heb tot een huis des koninkrijks, door de sterkte mijner macht, en ter ere mijner heerlijkheid!

VersbegrippenDe Geschiedenis Van BabylonPrestatieMisbruik Van LiefdeLuxeVoorbeelden Van TrotsEgoïsmeMenselijke KrachtSchatEer ZoekenKoningshuis

Toen bracht men voor de gouden vaten, die men uit den tempel van het huis Gods, die te Jeruzalem geweest was, weggevoerd had; en de koning en zijn geweldigen, zijn vrouwen, en zijn bijwijven dronken daaruit.

VersbegrippenGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelAndere Echtgenotes

Om deze woorden des konings en zijner geweldigen, ging de koningin in het huis des maaltijds. De koningin sprak en zeide: O koning, leef in eeuwigheid! laat u uw gedachten niet verschrikken, en uw glans niet veranderd worden.

VersbegrippenKoninginnenZalenMensen Die Versteld Staan

Maar gij hebt u verheven tegen den Heere des hemels, en men heeft de vaten van Zijn huis voor u gebracht, en gij, en uw geweldigen, uw vrouwen, en uw bijwijven hebben wijn uit dezelve gedronken, en de goden van zilver en goud, koper, ijzer, hout en steen, die niet zien, noch horen, noch weten, hebt gij geprezen; maar dien God, in Wiens hand uw adem is, en bij Wien al uw paden zijn, hebt gij niet verheerlijkt.

VersbegrippenDoofheidFoutenConcubinesOverheidVeroordeling Van HebzuchtHand Van GodIjzerMenselijk LevenOnbetrouwbaarheidWijn DrinkenGod Geeft AdemAfgoden Niet ZienVol Onbebrip ZijnDe Aard Van GodAndere EchtgenotesVerwijderd TempelgereedschapHout En SteenBrons Voor Afgoden

Toen nu Daniel verstond, dat dit schrift getekend was, ging hij in zijn huis (hij nu had in zijn opperzaal open vensters tegen Jeruzalem aan), en hij knielde drie tijden 's daags op zijn knieen, en hij bad, en deed belijdenis voor zijn God, ganselijk gelijk hij voor dezen gedaan had.

VersbegrippenInstemmen Met Het KwaadMensen VindenWanneer BiddenGroepenSmeekbedePetitie

Public domain