7 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Inwoners' in de Bijbel

Dezen nu zijn de kinderen van Ehud; dezen waren hoofden der vaderen van de inwoners te Geba, en hij voerde hen over naar Manahath;

VersbegrippenMensen Verbannen

En Beria, en Sema; dezen waren hoofden der vaderen van de inwoners te Ajalon; dezen hebben de inwoners van Gath verdreven.

VersbegrippenMensen Die Gevlucht Zijn

De eerste inwoners nu, die in hun bezitting, in hun steden kwamen, waren de Israelieten, de priesters, de Levieten, en de Nethinim.

En David toog henen, en gans Israel, naar Jeruzalem, welke is Jebus; want daar waren de Jebusieten, de inwoners des lands.

VersbegrippenZion Als Een Plaats

En de inwoners van Jebus zeiden tot David: Gij zult hier niet inkomen. David dan nog won den burg Sion, welke is de stad Davids.

VersbegrippenStad Van DavidKastelenSteden Binnengaan

Deze zelfden zijn het, die over de Jordaan gingen in de eerste maand, toen dezelve vol was aan al haar oevers; en zij verdreven al de inwoners der laagten, tegen het oosten en tegen het westen.

VersbegrippenOostMaand 1Mensen Die Gevlucht Zijn

Is niet de HEERE, uw God, met ulieden, en heeft u rust gegeven rondom henen? Want Hij heeft de inwoners des lands in mijn hand gegeven, en dit land is onderworpen geworden voor het aangezicht des HEEREN, envoor het aangezicht Zijns volks.

VersbegrippenGod Met Jou

Public domain