60 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Jonathán' in de Bijbel

Toen verkoos zich Saul drie duizend mannen uit Israel; en er waren bij Saul twee duizend te Michmas en op het gebergte van Beth-El, en duizend waren er bij Jonathan te Gibea-Benjamins; en het overige des volks liet hij gaan, een iegelijk naar zijn tent.

VersbegrippenDienstplichtDuizend MensenTweeduizendDrieduizend En MeerAardse Vijanden

Doch Jonathan sloeg de bezetting der Filistijnen, die te Geba was, hetwelk de Filistijnen hoorden. Daarom blies Saul met de bazuin in het ganse land, zeggende: Laat het de Hebreen horen.

VersbegrippenTrompetGarnizoenenTrompetten Voor Signalering

En Saul en zijn zoon Jonathan, en het volk, dat bij hen gevonden was, bleven te Gibea-Benjamins; maar de Filistijnen waren te Michmas gelegerd.

En het geschiedde ten dage des strijds, dat er geen zwaard noch spies gevonden werd in de hand van het ganse volk, dat bij Saul en bij Jonathan was; doch bij Saul en bij Jonathan, zijn zoon, werden zij gevonden.

VersbegrippenSoldaten

Het geschiedde nu op een dag, dat Jonathan, de zoon van Saul, tot den jongen, die zijn wapenen droeg, zeide: Kom, en laat ons tot de bezetting der Filistijnen overgaan, welke aan gene zijde is; doch hij gaf het zijn vader niet te kennen.

VersbegrippenHarnasGarnizoenenMannelijkheidOversteek Naar De Andere ZijdeZij Die Niets Zeggen

En Ahia, de zoon van Ahitub, den broeder van Ikabod, den zoon van Pinehas, den zoon van Eli, was priester des HEEREN, te Silo, dragende den efod; doch het volk wist niet, dat Jonathan heengegaan was.

Er was nu tussen de doortochten, waar Jonathan zocht door te gaan tot der Filistijnen bezetting, een scherpte van een steenklip aan deze zijde, en een scherpte van een steenklip aan gene zijde; en de naam der ene was Bozes, en de naam der andere Sene.

VersbegrippenGarnizoenenScherpte

Jonathan nu zeide tot den jongen, die zijn wapenen droeg: Kom, en laat ons tot de bezetting dezer onbesnedenen overgaan; misschien zal de HEERE voor ons werken; want bij den HEERE is geen verhindering, om te verlossen door velen of door weinigen.

VersbegrippenGeloof En Zegeningen Van GodNiet Besneden ZijnMoedVoorbeelden Van MoedEnkele MensenOversteek Naar De Andere ZijdeWapenuitrusting

Jonathan nu zeide: Zie, wij zullen overgaan tot die mannen, en wij zullen ons aan hen ontdekken.

VersbegrippenMensen Bekend Gemaakt

Verder antwoordden de mannen der bezetting aan Jonathan en zijn wapendrager, en zeiden: Klimt op tot ons, en wij zullen het u wijs maken. En Jonathan zeide tot zijn wapendrager: Klim op achter mij, want de HEERE heeft hen gegeven in de hand van Israel.

VersbegrippenZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Toen klom Jonathan op zijn handen en op zijn voeten, en zijn wapendrager hem na; en zij vielen voor Jonathans aangezicht, en zijn wapendrager doodde ze achter hem.

VersbegrippenWapenuitrusting

Deze eerste slag nu, waarmede Jonathan en zijn wapendrager omtrent twintig mannen versloegen, geschiedde omtrent in de helft eens bunders, zijnde een juk ossen lands.

VersbegrippenGewichten En Maten, AfstandenTwintig

Toen zeide Saul tot het volk, dat bij hem was: Telt toch, en beziet, wie van ons weggegaan zijn. En zij telden, en ziet, Jonathan en zijn wapendrager waren daar niet.

VersbegrippenSoldaten TellenWeggaan

Er waren ook Hebreen bij de Filistijnen, als eertijds, die met hen in het leger opgetogen waren rondom; dezen nu vervoegden zich ook met de Israelieten, die bij Saul en Jonathan waren.

VersbegrippenTegen De Mens KerenVersterking

Maar Jonathan had het niet gehoord, toen zijn vader het volk bezworen had, en hij reikte het einde van den staf uit, die in zijn hand was, en hij doopte denzelven in een honigraat; als hij nu zijn hand tot zijn mond wendde, zo werden zijn ogen verlicht.

VersbegrippenPersoonlijke HeroplevingPersoneelHoningStangenGoede OgenVerfriste Mensen

Toen zeide Jonathan: Mijn vader heeft het land beroerd; zie toch, hoe mijn ogen verlicht zijn, omdat ik een weinig van dezen honig gesmaakt heb;

VersbegrippenHoningGoede OgenVerfriste Mensen

Want zo waarachtig als de HEERE leeft, Die Israel verlost, alware het in mijn zoon Jonathan, zo zal hij den dood sterven; en niemand uit het ganse volk antwoordde hem.

VersbegrippenIndividuen Die Niet SprekenDoden Zal GebeurenAnderen Die Niet Antwoorden

Verder zeide hij tot het ganse Israel: Gijlieden zult aan de ene zijde zijn, en ik en mijn zoon Jonathan zullen aan de andere zijde zijn. Toen zeide het volk tot Saul: Doe, wat goed is in uw ogen.

Saul nu sprak tot den HEERE, den God Israels: Toon den onschuldige. Toen werd Jonathan en Saul geraakt, en het volk ging vrij uit.

VersbegrippenLoten UitschrijvenGebed Als Vraag Voor GodUrim En Tummin

Toen zeide Saul: Werpt het lot tussen mij en tussen mijn zoon Jonathan. Toen werd Jonathan geraakt.

Saul dan zeide tot Jonathan: Geef mij te kennen, wat gij gedaan hebt. Toen gaf het Jonathan hem te kennen, en zeide: Ik heb maar een weinig honigs geproefd, met het uiterste des stafs, dien ik in mijn hand had; zie hier ben ik, moet ik sterven?

VersbegrippenBeleden Zonde

Toen zeide Saul: Zo doe mij God, en zo doe Hij daartoe, Jonathan! gij moet den dood sterven.

VersbegrippenDood Als Straf

Maar het volk zeide tot Saul: Zou Jonathan sterven, die deze grote verlossing in Israel gedaan heeft? Dat zij verre! zo waarachtig als de HEERE leeft, als er een haar van zijn hoofd op de aarde vallen zal; want hij heeft dit heden met God gedaan. Alzo verloste het volk Jonathan, dat hij niet stierf.

VersbegrippenHarenHoofdenPublieke OpinieVerre Van Dit!Haren BeschermdIndividuen Die Anderen Redden

De zonen van Saul nu waren: Jonathan, en Isvi, en Malchi-sua; en de namen zijner twee dochteren waren deze: de naam der eerstgeborenen was Merab, en de naam der kleinste Michal.

VersbegrippenEerstgeboren DochtersSaul

Het geschiedde nu, als hij geeindigd had tot Saul te spreken, dat de ziel van Jonathan verbonden werd aan de ziel van David; en Jonathan beminde hem als zijn ziel.

VersbegrippenDe Opgang Van DavidZonder VriendenSlecht AdviesIntimiteitVoorbeelden Van VriendschapLaatste WoordenZij Die LiefhaddenBeste VriendenVriendschap En VertrouwenZielsverwanten

En Jonathan deed zijn mantel af, dien hij aan had, en gaf hem aan David, ook zijn klederen, ja, tot zijn zwaard toe, en tot zijn boog toe, en tot zijn gordel toe.

VersbegrippenGebruik Van Bogen En PijlenHarnasRiemenGewadenBeschermend HarnasJurkMensen Die Kleren GevenMensen Die StrippenWapenuitrusting

Derhalve sprak Saul tot zijn zoon Jonathan en tot al zijn knechten, om David te doden. Doch Jonathan, Sauls zoon, had groot welgevallen aan David.

En Jonathan verkondigde het David, zeggende: Mijn vader Saul zoekt u te doden; nu dan, wacht u toch des morgens, en blijf in het verborgene, en versteek u.

VersbegrippenZich Verbergen Voor MensenSaul

Zo sprak dan Jonathan goed van David tot zijn vader Saul; en hij zeide tot hem: De koning zondige niet tegen zijn knecht David, omdat hij tegen u niet gezondigd heeft, en omdat zijn daden voor u zeer goed zijn.

VersbegrippenAndere Mensen Kwaad BerokkenenDienstbaarheid

Saul nu hoorde naar de stem van Jonathan; en Saul zwoer: zo waarachtig als de HEERE leeft, hij zal niet gedood worden!

En Jonathan riep David, en Jonathan gaf hem al deze woorden te kennen; en Jonathan bracht David tot Saul, en hij was voor zijn aangezicht als gisteren en eergisteren.

VersbegrippenInformatie GevenIn De Tegenwoordigheid Van De Mens

Toen vluchtte David van Najoth bij Rama, en hij kwam, en zeide voor het aangezicht van Jonathan: Wat heb ik gedaan, wat is mijn misdaad, en wat is mijn zonde voor het aangezicht uws vaders, dat hij mijn ziel zoekt?

VersbegrippenPogingen Om Mij Te DodenWelke Zonde?

Toen zwoer David verder, en zeide: Uw vader weet zeer wel, dat ik genade in uw ogen gevonden heb; daarom heeft hij gezegd: Dat Jonathan dit niet wete, opdat hij zich niet bekommere; en zekerlijk, zo waarachtig als de HEERE leeft, en uw ziel leeft, er is maar als een schrede tussen mij en tussen den dood!

VersbegrippenDe Korte Duur Van Het LevenDe Kwetsbaarheid Van De MensZij Die Niets ZeggenDood Van Een Vader

Jonathan nu zeide tot David: Wat uw ziel zegt, dat zal ik u doen.

VersbegrippenWelwillende Mensen

En David zeide tot Jonathan: Zie, morgen is de nieuwe maan, dat ik zekerlijk met den koning zou aanzitten om te eten; zo laat mij gaan, dat ik mij op het veld verberge tot aan den derden avond.

VersbegrippenNieuwe Maan FestivalDe Derde Dag Van De WeekHandelingen Van De Mens MorgenZich Verbergen Voor Mensen

Toen zeide Jonathan: Dat zij verre van u! Maar indien ik zekerlijk merkte, dat dit kwaad bij mijn vader ten volle besloten ware, dat het u zou overkomen, zou ik dat u dan niet te kennen geven?

VersbegrippenVerre Van Dit!Dingen Die Onthuld Worden

David nu zeide tot Jonathan: Wie zal het mij te kennen geven, indien uw vader u wat hards antwoordt?

VersbegrippenVertellen Over Wat Mensen Gezegd Hebben

Toen zeide Jonathan tot David: Kom, laat ons toch uitgaan in het veld; en die beiden gingen uit in het veld.

En Jonathan zeide tot David: De HEERE, de God Israels, indien ik mijn vader onderzocht zal hebben omtrent dezen tijd, morgen of overmorgen, en zie, het is goed voor David, en ik dan tot u niet zende, en voor uw oor openbare;

VersbegrippenDe Getuige Van God

Alzo doe de HEERE aan Jonathan, en alzo doe Hij daartoe! Als mijn vader het kwaad over u behaagt, zo zal ik het voor uw oor ontdekken, en ik zal u trekken laten, dat gij in vrede heengaat; en de HEERE zij met u, gelijk als Hij met mijn vader geweest is.

VersbegrippenGod Is Met JouGod Met Specifieke Mensen

Alzo maakte Jonathan een verbond met het huis van David, zeggende: Dat het de HEERE eise van de hand der vijanden Davids!

En Jonathan voer voort, met David te doen zweren, omdat hij hem liefhad; want hij had hem lief met de liefde zijner ziel.

VersbegrippenGoede VriendenVerantwoordelijkheid Voor Gods WereldVoorbeelden Van Liefde Voor AnderenVoorbeelden Van VriendschapZij Die Liefhadden

Daarna zeide Jonathan tot hem: Morgen is de nieuwe maan; dan zal men u missen, want uw zitplaats zal ledig gevonden worden.

VersbegrippenHandelingen Van De Mens MorgenLege DingenWeggaanIemand Missen

Toen zich de koning gezet had op zijn zitplaats, op dit maal gelijk de andere maal, aan de stede bij den wand, zo stond Jonathan op, en Abner zat aan Sauls zijde, en Davids plaats werd ledig gevonden.

VersbegrippenGewoonteMurenLege DingenMensen Die NeerzittenKant Van Mensen

Het geschiedde nu des anderen daags, den tweeden der nieuwe maan, als Davids plaats ledig gevonden werd, zo zeide Saul tot zijn zoon Jonathan: Waarom is de zoon van Isai noch gisteren noch heden tot de spijze gekomen?

VersbegrippenLege DingenWaarom Doen Mensen Dit Niet?

En Jonathan antwoordde Saul: David begeerde van mij ernstelijk naar Bethlehem te mogen gaan.

Toen ontstak de toorn van Saul tegen Jonathan, en hij zeide tot hem: Gij, zoon der verkeerde in wederspannigheid, weet ik het niet, dat gij den zoon van Isai verkoren hebt tot uw schande, en tot schande van de naaktheid uwer moeder?

VersbegrippenMenselijke WoedeTemperenWoede, Zondige VoorbeeldenDe Onrechtvaardige Woede Van De MensOorzaken Van De Woede Van De MensMensen KiezenGenoemde Personen Die Kwaad Waren Op AnderenSchaamte Is AangekomenOpstand

Toen antwoordde Jonathan Saul, zijn vader, en zeide tot hem: Waarom zal hij gedood worden? Wat heeft hij gedaan?

VersbegrippenWeerhouden Van DodenWaarom Gebeurt Dit?Welke Zonde?

Toen schoot Saul de spies op hem, om hem te slaan. Alzo merkte Jonathan, dat dit ten volle bij zijn vader besloten was, David te doden.

VersbegrippenSperenSperen Werpen

Daarom stond Jonathan van de tafel op in hittigheid des toorns; en hij at op den tweeden dag der nieuwe maan geen brood, want hij was bekommerd om David, omdat zijn vader hem gesmaad had.

VersbegrippenRedenen Voor VastenZorgenSympathieTafelsDe Rechtvaardige Woede Van De MensOorzaken Van De Woede Van De MensRouwen Met SpijtVasten In RouwGenoemde Personen Die Kwaad Waren Op Anderen

En het geschiedde des morgens, dat Jonathan in het veld ging, op den tijd, die David bestemd was; en er was een kleine jongen bij hem.

Toen de jongen tot aan de plaats des pijls, dien Jonathan geschoten had, gekomen was, zo riep Jonathan den jongen na, en zeide: Is niet de pijl van u af en verder?

Wederom riep Jonathan den jongen na: Haast u, spoed u, sta niet stil! De jongen van Jonathan nu raapte den pijl op, en hij kwam tot zijn heer.

VersbegrippenAnderen Opjagen

Doch de jongen wist er niets van; Jonathan en David alleen wisten van de zaak.

VersbegrippenOnwetendheid Van Feiten

Toen gaf Jonathan zijn gereedschap aan den jongen, dien hij had; en hij zeide tot hem: Ga heen, breng het in de stad.

VersbegrippenAndere Ladingen Dragen

Toen zeide Jonathan tot David: Ga in vrede; hetgeen wij beiden in den Naam des HEEREN gezworen Hebben, zeggende: De HEERE zij tussen mij en tussen u, en tussen mijn zaad en tussen uw zaad, zij tot in eeuwigheid! [ (I Samuel 20:43) Daarna stond hij op, en ging heen; en Jonathan kwam in de stad. ]

VersbegrippenVerplichtingen Van VerbondTrouwOntrouw Tegenover De MensDe Getuige Van GodIn Vrede Gaan

En die beiden maakten een verbond voor het aangezicht des HEEREN; en David bleef in het woud, maar Jonathan ging naar zijn huis.

VersbegrippenVerdrag

En de Filistijnen hielden dicht op Saul en zijn zonen; en de Filistijnen sloegen Jonathan, en Abinadab, en Malchisua, de zonen van Saul.

VersbegrippenGenoemde Individuen Doden

Public domain