'Kennen' in de Bijbel
En die Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat Gij, HEERE, niet hebt verlaten degenen, die U zoeken.
Strek Uw goedertierenheid uit over degenen, die U kennen, en Uw gerechtigheid over de oprechten van hart.
Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester. (1a) Als Doeg, de Edomiet, gekomen was, en Saul te kennen gegeven, en tot hem gezegd had: David is gekomen ten huize van Achimelech. (1b) Wat beroemt gij u in het kwaad, o gij geweldige? Gods goedertierenheid duurt toch den gansen dag.
Stort Uw grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over de koninkrijken, die Uw Naam niet aanroepen.
Ik zal Rahab en Babel vermelden, onder degenen, die Mij kennen; ziet, de Filistijn, en de Tyrier, met den Moor, deze is aldaar geboren.
Veertig jaren heb Ik verdriet gehad aan dit geslacht, en heb gezegd: Zij zijn een volk, dwalende van hart, en zij kennen Mijn wegen niet.
Het verkeerde hart zal van mij wijken; den boze zal ik niet kennen.
Laat hen tot mij keren, die U vrezen, en die Uw getuigenissen kennen.
Ik ben Uw knecht, maak mij verstandig, en ik zal Uw getuigenissen kennen.
Ik stortte mijn klacht uit voor Zijn aangezicht; ik gaf te kennen voor Zijn aangezicht mijn benauwdheid.
Alzo heeft Hij geen volk gedaan; en Zijn rechten, die kennen zij niet. Hallelujah!
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (17)
- Exodus (3)
- Leviticus (2)
- Deuteronomium (5)
- Jozua (6)
- Richteren (5)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (27)
- 2 Samuël (10)
- 1 Koningen (5)
- 2 Koningen (13)
- 1 Kronieken (1)
- 2 Kronieken (3)
- Nehemia (3)
- Esther (11)
- Job (11)
- Psalmen (11)
- Spreuken (4)
- Prediker (3)
- Jesaja (9)
- Jeremia (14)
- Ezechiël (5)
- Daniël (23)
- Hosea (6)
- Jona (1)
Verwante onderwerpen
- Chistus Persoonlijk Kennen
- Christus Ontkennen
- De Aard Van God Kennen
- De Feiten Kennen
- De Invloed Van God Kennen
- De Toekomst Niet Kennen
- Dingen Herkennen
- Erkennen Van Geloof In Christus