55 Bijbelvers over Onderscheidingsvermogen

Meest relevante verzen

2 Timotheüs 2:7

Merk, hetgeen ik zeg; doch de Heere geve u verstand in alle dingen.

1 Corinthiërs 1:19

Want er is geschreven: Ik zal de wijsheid der wijzen doen vergaan, en het verstand der verstandigen zal Ik te niet maken.

Ezechiël 44:23

En zij zullen Mijn volk onderscheid leren tussen het heilige en onheilige, en hun bekend maken het onderscheid tussen het onreine en reine.

Spreuken 2:3

Ja, zo gij tot het verstand roept, uw stem verheft tot de verstandigheid;

Spreuken 10:13

In de lippen des verstandigen wordt wijsheid gevonden; maar op den rug des verstandelozen de roede.

Maleachi 3:18

Dan zult gijlieden wederom zien, het onderscheid tussen den rechtvaardige en den goddeloze, tussen dien, die God dient, en dien, die Hem niet dient.

1 Koningen 3:11

En God zeide tot hem: Daarom dat gij deze zaak begeerd hebt, en niet begeerd hebt, voor u vele dagen, noch voor u begeerd hebt rijkdom, noch begeerd hebt de ziel uwer vijanden; maar hebt begeerd verstand voor u, om gerichtszaken te horen;

1 Koningen 4:29

En God gaf Salomo wijsheid en zeer veel verstand, en een wijd begrip des harten, gelijk zand, dat aan den oever der zee is.

Spreuken 3:21

Mijn zoon! laat ze niet afwijken van uw ogen; bewaar de bestendige wijsheid en bedachtzaamheid.

Deuteronomium 32:28

Want zij zijn een volk, dat door raadslagen verloren gaat, en er is geen verstand in hen.

Spreuken 17:10

De bestraffing gaat dieper in den verstandige, dan den zot honderd maal te slaan.

Spreuken 1:2

Om wijsheid en tucht te weten; om te verstaan redenen des verstands;

Spreuken 10:23

Het is voor den zot als spel, schandelijkheid te doen; maar voor een man van verstand, wijsheid te plegen.

Spreuken 2:11

Zo zal de bedachtzaamheid over u de wacht houden, de verstandigheid zal u behoeden;

Spreuken 8:9

Zij zijn alle recht voor dengene, die verstandig is, en rechtmatig voor degenen, die wetenschap vinden.

1 Corinthiërs 11:29

Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel, niet onderscheidende het lichaam des Heeren.

Spreuken 16:21

De wijze van hart zal verstandig genoemd worden; en de zoetheid der lippen zal de lering vermeerderen.

Psalmen 119:125

Ik ben Uw knecht, maak mij verstandig, en ik zal Uw getuigenissen kennen.

Spreuken 2:9

Dan zult gij verstaan gerechtigheid, en recht, en billijkheden, en alle goed pad.

Mattheüs 16:3

En des morgens: Heden onweder; want de hemel is droevig rood. Gij geveinsden! het aanschijn des hemels weet gij wel te onderscheiden, en kunt gij de tekenen der tijden niet onderscheiden?

Spreuken 17:24

In het aangezicht des verstandigen is wijsheid; maar de ogen des zots zijn in het einde der aarde.

Hosea 14:9

Efraim! wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Ik heb hem verhoord, en zal op hem zien; Ik zal hem zijn als een groenende denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden. [ (Hosea 14:10) Wie is wijs? die versta deze dingen; wie is verstandig? die bekenne ze; want des HEEREN wegen zijn recht, en de rechtvaardigen zullen daarin wandelen, maar de overtreders zullen daarin vallen. ]

Job 12:20

Hij beneemt den getrouwen de spraak, en der ouden oordeel neemt Hij weg.

Spreuken 18:15

Het hart der verstandigen bekomt wetenschap, en het oor der wijzen zoekt wetenschap.

Deuteronomium 4:6

Behoudt ze dan, en doet ze; want dat zal uw wijsheid en uw verstand zijn voor de ogen der volken, die al deze inzettingen horen zullen, en zeggen: Dit groot volk alleen is een wijs en verstandig volk!

Spreuken 20:5

De raad in het hart eens mans is als diepe wateren; maar een man van verstand zal dien uithalen.

Jesaja 29:14

Daarom, ziet, Ik zal voorts wonderlijk handelen met dit volk, wonderlijk en wonderbaarlijk; want de wijsheid zijner wijzen zal vergaan, en het verstand zijner verstandigen zal zich verbergen.

Psalmen 119:100

Ik ben voorzichtiger dan de ouden, omdat ik Uw bevelen bewaard heb.

Jesaja 44:18

Zij weten niet, en verstaan niet, want het heeft hun ogen bestreken, dat zij niet zien, en hun harten, dat zij niet verstaan.

Onderwerpen over Onderscheidingsvermogen

De Aard Van Onderscheidingsvermogen

Spreuken 15:21

De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen.

Gebrek Aan Onderscheidingsvermogen

Deuteronomium 1:39

En uw kinderkens, waarvan gij zeidet: Zij zullen tot een roof zijn; en uw kinderen, die heden noch goed noch kwaad weten, die zullen daarin komen, en dien zal Ik het geven, en die zullen het erfelijk bezitten.

Onderscheidingsvermogen Van Bestuurders

Genesis 41:39

Daarna zeide Farao tot Jozef: Naardien dat God u dit alles heeft verkondigd, zo is er niemand zo verstandig en wijs, als gij.

Onderscheidingsvermogen van Jezus

Johannes 2:25

En omdat Hij niet van node had, dat iemand getuigen zou van den mens; want Hij Zelf wist, wat in den mens was.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain