'Koningen' in de Bijbel
Zo namen wij te dier tijd het land uit de hand van de twee koningen der Amorieten, die aan deze zijde van de Jordaan waren, van de beek Arnon tot den berg Hermon toe;
Ook gebood ik Jozua ter zelfder tijd, zeggende: Uw ogen zien alles, wat de HEERE, ulieder God, aan deze twee koningen gedaan heeft; alzo zal de HEERE aan alle koninkrijken doen, naar welke gij henen doortrekt.
En zijn land in bezitting genomen hadden; daartoe het land van Og, koning van Bazan; twee koningen der Amorieten, die aan deze zijde van de Jordaan waren, tegen den opgang der zon;
Ook zal Hij hun koningen in uw hand geven, dat gij hun naam van onder den hemel te niet doet; geen man zal voor uw aangezicht bestaan, totdat gij hen zult hebben verdelgd.
En de HEERE zal hun doen, gelijk als Hij aan Sihon en Og, koningen der Amorieten, en aan hun land, gedaan heeft, die Hij verdelgd heeft.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (8)
- Numberi (1)
- Deuteronomium (5)
- Jozua (22)
- Richteren (6)
- 1 Samuël (2)
- 2 Samuël (2)
- 1 Koningen (23)
- 2 Koningen (46)
- 1 Kronieken (5)
- 2 Kronieken (30)
- Ezra (9)
- Nehemia (4)
- Esther (1)
- Job (3)
- Psalmen (23)
- Spreuken (9)
- Prediker (1)
- Jesaja (19)
- Jeremia (31)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (8)
- Daniël (12)
- Hosea (3)
- Micha (2)
- Habakuk (1)
Verwante onderwerpen
- De Aard Van Koningen
- Goede Koningen
- Goede Koningen Nabootsen
- Herders Als Koningen En Leiders
- Hoe Koningen Zich Moeten Gedragen
- Houdingen Tegenover Koningen
- Jezus Als Een Koning Der Koningen
- Koningen
- Koningen Dienen
- Koningen Doden