'Land' in de Bijbel
En in het vijftiende jaar der regering van den keizer Tiberius, als Pontius Pilatus stadhouder was over Judea, en Herodes een viervorst over Galilea, en Filippus, zijn broeder, een viervorst over Iturea en over het land Trachonitis, en Lysanias een viervorst over Abilene;
En hij kwam in al het omliggende land der Jordaan, predikende den doop der bekering tot vergeving der zonden.
En Jezus keerde wederom, door de kracht des Geestes, naar Galilea; en het gerucht van Hem ging uit door het gehele omliggende land.
Maar Ik zeg u in der waarheid: Er waren vele weduwen in Israel in de dagen van Elias, toen de hemel drie jaren en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood werd over het gehele land.
En Hij ging in een van die schepen, hetwelk van Simon was, en bad hem, dat hij een weinig van het land afstak; en nederzittende, leerde Hij de scharen uit het schip.
En als zij de schepen aan land gestuurd hadden, verlieten zij alles, en volgden Hem.
En dit gerucht van Hem ging uit in geheel Judea, en in al het omliggende land.
En zij voeren voort naar het land der Gadarenen, hetwelk is tegenover Galilea.
En als Hij aan het land uitgegaan was, ontmoette Hem een zeker man uit de stad, die van over langen tijd met duivelen was bezeten geweest; en was met geen klederen gekleed, en bleef in geen huis, maar in de graven.
En die ze weidden, ziende hetgeen geschied was, zijn gevlucht; en heengaande boodschapten het in de stad, en op het land.
En de gehele menigte van het omliggende land der Gadarenen baden Hem, dat Hij van hen wegging; want zij waren met grote vreze bevangen. En Hij, in het schip gegaan zijnde, keerde wederom.
En Hij zeide tot hen een gelijkenis, en sprak: Eens rijken mensen land had wel gedragen;
Het is noch tot het land, noch tot den mesthoop bekwaam; men werpt het weg. Wie oren heeft, om te horen, die hore.
En niet vele dagen daarna, de jongste zoon, alles bijeenvergaderd hebbende, is weggereisd in een ver gelegen land, en heeft aldaar zijn goed doorgebracht, levende overdadiglijk.
En als hij het alles verteerd had, werd er een grote hongersnood in datzelve land, en hij begon gebrek te lijden.
En hij ging heen, en voegde zich bij een van de burgers deszelven lands; en die zond hem op zijn land om de zwijnen te weiden.
Hij zeide dan: Een zeker welgeboren man reisde in een ver gelegen land, om voor zichzelven een koninkrijk te ontvangen, en dan weder te keren.
Doch wee den bevruchten en den zogenden vrouwen in die dagen, want er zal grote nood zijn in het land, en toorn over dit volk.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (134)
- Exodus (43)
- Leviticus (39)
- Numberi (82)
- Deuteronomium (139)
- Jozua (80)
- Richteren (40)
- Ruth (6)
- 1 Samuël (23)
- 2 Samuël (15)
- 1 Koningen (34)
- 2 Koningen (38)
- 1 Kronieken (20)
- 2 Kronieken (39)
- Ezra (1)
- Nehemia (11)
- Esther (1)
- Job (10)
- Psalmen (39)
- Spreuken (5)
- Prediker (2)
- Hooglied (1)
- Jesaja (67)
- Jeremia (150)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (115)
- Daniël (8)
- Hosea (8)
- Joël (8)
- Amos (13)
- Jona (2)
- Micha (6)
- Habakuk (4)
- Zefanja (6)
- Zacharia (21)
- Maleachi (1)