83 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Legerden' in de Bijbel

Alzo reisden zij uit Sukkoth; en zij legerden zich in Etham, aan het einde der woestijn.

VersbegrippenKampenKamp Van IsraëlKamperen Tijdens Exodus

Toen kwamen zij te Elim, en daar waren twaalf waterfonteinen, en zeventig palmbomen; en zij legerden zich aldaar aan de wateren.

VersbegrippenPalmbomenNummer TwaalfRivieren En StromenBomenTwaalf DingenDe Jaren Zeventig

Daarna toog de ganse vergadering van de kinderen Israels, naar hun dagreizen, uit de woestijn Sin, op het bevel des HEEREN, en zij legerden zich te Rafidim. Daar nu was geen water voor het volk om te drinken.

VersbegrippenGeboden in OTReizenBijzondere ReizenGeen Water Voor Mensen

Want zij togen uit Rafidim, en kwamen in de woestijn Sinai, en zij legerden zich in de woestijn; Israel nu legerde zich aldaar tegenover dien berg.

En de kinderen Israels deden naar alles, wat de HEERE Mozes geboden had, zo legerden zij zich naar hun banieren, en zo trokken zij op, een iegelijk naar zijn geslachten, naar het huis zijner vaderen.

VersbegrippenVlaggenKamperen Tijdens Exodus

Maar nadat de wolk opgeheven werd van boven de tent, zo verreisden ook daarna de kinderen Israels; en in de plaats, waar de wolk bleef, daar legerden zich de kinderen Israels.

VersbegrippenGoddelijke ManifestatiesUitzettenKamperen Tijdens ExodusVerdergaanNaar Een Nieuwe Plek GaanOnzekerheidWolkenBeweging

Naar den mond des HEEREN, verreisden de kinderen Israels, en naar des HEEREN mond legerden zij zich; al de dagen, in dewelke de wolk over den tabernakel bleef, legerden zij zich.

VersbegrippenUitzettenKamperen Tijdens ExodusGods Bevelen

Als het nu was, dat de wolk weinige dagen op den tabernakel was, naar den mond des HEEREN legerden zij zich, en naar den mond des HEEREN verreisden zij.

VersbegrippenVerschillende DagenKamperen Tijdens ExodusGods Bevelen

Of als de wolk twee dagen, of een maand, of vele dagen vertoog op den tabernakel, blijvende daarop, zo legerden zich de kinderen Israels, en verreisden niet; en als zij verheven werd, verreisden zij.

VersbegrippenTwee WegenEen MaandUitzetten

Naar den mond des HEEREN legerden zij zich, en naar den mond des HEEREN verreisden zij; zij namen de wacht des HEEREN waar, naar den mond des HEEREN, door de hand van Mozes.

VersbegrippenGoddelijke RichtingUitzettenKamperen Tijdens ExodusGods Bevelen

Maar daarna verreisde het volk van Hazeroth, en zij legerden zich in de woestijn van Paran.

VersbegrippenWoestijen, Specifiek

Toen verreisden de kinderen Israels, en zij legerden zich te Oboth.

VersbegrippenKamperen Tijdens Exodus

Daarna reisden zij van Oboth, en legerden zich aan de heuvelen van Abarim in de woestijn, die tegenover Moab is, tegen den opgang der zon.

VersbegrippenDe Zon

Van daar reisden zij, en legerden zich bij de beek Zered.

VersbegrippenKamperen Tijdens Exodus

Van daar reisden zij, en legerden zich aan deze zijde van de Arnon, welke in de woestijn is, uitgaande uit de landpalen der Amorieten; want de Arnon is de landpale van Moab, tussen Moab en tussen de Amorieten.

VersbegrippenGrenzenArnonKamperen Tijdens Exodus

Daarna reisden de kinderen van Israel, en legerden zich in de vlakken velden van Moab, aan deze zijde van de Jordaan van Jericho.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamRivieren En StromenVoorbij JordaniëKamperen Tijdens Exodus

Als de kinderen Israels van Rameses verreisd waren, zo legerden zij zich te Sukkoth.

En zij verreisden van Sukkoth, en legerden zich in Etham, hetwelk aan het einde der woestijn is.

En zij verreisden van Etham, en keerden weder naar Pi-hachiroth, dat tegenover Baal-Sefon is, en zij legerden zich voor Migdol.

En zij verreisden van Hachiroth, en gingen over, door het midden van de zee, naar de woestijn, en zij gingen drie dagreizen in de woestijn Etham, en legerden zich in Mara.

VersbegrippenWoestijen, SpecifiekDrie DagenIsraël In De WildernisBijzondere ReizenEen Weg Door De Rode Zee

En zij verreisden van Mara, en kwamen te Elim; in Elim nu waren twaalf waterfonteinen en zeventig palmbomen, en zij legerden zich aldaar.

VersbegrippenNummer TwaalfBomenTwaalf DingenDe Jaren Zeventig

En zij verreisden van Elim, en legerden zich aan de Schelfzee.

En zij verreisden van de Schelfzee, en legerden zich in de woestijn Sin.

En zij verreisden uit de woestijn Sin, en zij legerden zich in Dofka.

VersbegrippenWildernis Van Zin

En zij verreisden van Dofka, en legerden zich in Aluz.

En zij verreisden van Aluz, en legerden zich in Rafidim; doch daar was geen water voor het volk, om te drinken.

VersbegrippenGeen Water Voor Mensen

En zij verreisden van Rafidim, en legerden zich in de woestijn van Sinai.

En zij verreisden uit de woestijn van Sinai, en legerden zich in Kibroth-Thaava.

En zij verreisden van Kibroth-Thaava, en legerden zich in Hazeroth.

En zij verreisden van Hazeroth, en legerden zich in Rithma.

En zij verreisden van Rithma, en legerden zich in Rimmon-Perez.

En zij verreisden van Rimmon-Perez, en legerden zich in Libna.

En zij verreisden van Libna, en legerden zich in Rissa.

En zij verreisden van Rissa, en legerden zich in Kehelatha.

En zij verreisden van Kehelatha, en legerden zich in het gebergte van Safer.

En zij verreisden van het gebergte Safer, en legerden zich in Harada.

En zij verreisden van Harada, en legerden zich in Makheloth.

En zij verreisden van Makheloth, en legerden zich in Tachath.

En zij verreisden van Tachath, en legerden zich in Tharah.

En zij verreisden van Tharah, en legerden zich in Mithka.

En zij verreisden van Mithka, en legerden zich in Hasmona.

En zij verreisden van Hasmona, en legerden zich in Moseroth.

En zij verreisden van Moseroth, en legerden zich in Bene-Jaakan.

En zij verreisden van Bene-Jaakan, en legerden zich in Hor-Gidgad.

En zij verreisden van Hor-gidgad, en legerden zich in Jotbatha.

En zij verreisden van Jotbatha, en legerden zich in Abrona.

En zij verreisden van Abrona, en legerden zich in Ezeon-Geber.

En zij verreisden van Ezeon-Geber, en legerden zich in de woestijn Zin, dat is Kades.

VersbegrippenWildernis Van Zin

En zij verreisden van Kades, en legerden zich aan den berg Hor, aan het einde des lands van Edom.

VersbegrippenGrenzen

En zij verreisden van den berg Hor, en legerden zich in Zalmona.

En zij verreisden van Zalmona, en legerden zich in Funon.

En zij verreisden van Funon, en legerden zich in Oboth.

En zij verreisden van Oboth, en legerden zich aan de heuvelen van Abarim, in de landpale van Moab.

En zij verreisden van de heuvelen van Abarim, en legerden zich in Dibon-Gad.

En zij verreisden van Dibon-Gad, en legerden zich in Almon-Diblathaim.

En zij verreisden van Almon-Diblathaim, en legerden zich in de bergen Abarim, tegen Nebo.

En zij verreisden van de bergen Abarim, en legerden zich in de vlakke velden der Moabieten, aan de Jordaan van Jericho.

VersbegrippenDe Regio Jordanië

En zij legerden zich aan de Jordaan van Beth-Jesimoth, tot aan Abel-Sittim, in de vlakke velden der Moabieten.

VersbegrippenDe Regio Jordanië

Het volk nu was den tiende der eerste maand uit de Jordaan opgeklommen; en zij legerden zich te Gilgal, aan het oosteinde van Jericho.

VersbegrippenKamp Van IsraëlOostelijke Grenzen

Ook trok al het krijgsvolk op, dat bij hem was; en zij naderden en kwamen tegenover de stad, en zij legerden zich tegen het noorden van Ai; en er was een dal tussen hem en tussen Ai.

Al deze koningen werden vergaderd, en kwamen en legerden zich samen aan de wateren van Merom, om tegen Israel te krijgen.

En zij legerden zich tegen hen, en verdierven de opkomst des lands, tot daar gij komt te Gaza; en zij lieten geen leeftocht overig in Israel, noch klein vee, noch os, noch ezel.

Alle Midianieten nu, en Amalekieten, en de kinderen van het oosten, waren samenvergaderd, en zij trokken over, en legerden zich in het dal van Jizreel.

VersbegrippenOostValleien

Toen stond Jerubbaal (dewelke is Gideon) vroeg op, en al het volk, dat met hem was; en zij legerden zich aan de fontein van Harod; dat hij het heirleger der Midianieten had tegen het noorden, achter den heuvel More, in het dal.

VersbegrippenZij Die Vroeg OpstondenGideon

En de kinderen Ammons werden bijeengeroepen, en legerden zich in Gilead; daarentegen werden de kinderen Israels vergaderd, en legerden zich te Mizpa.

VersbegrippenBijeenkomst

Daarna wandelde hij in de woestijn, en toog om het land der Edomieten en het land der Moabieten, en kwam van den opgang der zon aan het land der Moabieten, en zij legerden zich op gene zijde van de Arnon; maar zij kwamen niet binnen de landpale der Moabieten; want de Arnon is de landpale der Moabieten.

VersbegrippenGrenzenRivieren En StromenArnonRivier ArnonVallen

Doch Sihon betrouwde Israel niet door zijn landpale door te trekken; maar Sihon verzamelde al zijn volk, en zij legerden zich te Jaza; en hij streed tegen Israel.

VersbegrippenNiet Geloven In Mensen

Toen togen de Filistijnen op, en legerden zich tegen Juda, en breidden zich uit in Lechi.

En zij togen op, en legerden zich bij Kirjath-Jearim, in Juda; daarom noemden zij deze plaats, Machane-Dan, tot op dezen dag; ziet, het is achter Kirjath-Jearim.

VersbegrippenGegeven Namen Tot Vandaag

Alzo maakten zich de kinderen Israels in den morgenstond op, en legerden zich tegen Gibea.

En het woord van Samuel geschiedde aan gans Israel. En Israel toog uit, den Filistijnen tegemoet, ten strijde, en legerde zich bij Eben-Haezer, maar de Filistijnen legerden zich bij Afek.

VersbegrippenConfrontatieVijanden Bevechten

En de Filistijnen werden verzameld om te strijden tegen Israel, dertig duizend wagens, en zes duizend ruiters, en volk in menigte als het zand, dat aan den oever der zee is; en zij togen op, en legerden zich te Michmas, tegen het oosten van Beth-Aven.

VersbegrippenEen Ontelbaar AantalFiguurlijk TaalgebruikVijanden Van Israël En JudaStrijdwagensBijeenkomstVeel StrijdersZandSoldatenLegers Tegen IsraëlCavalerieZesduizendDertigduizend En MeerZand En Grind

En de Filistijnen verzamelden hun heir ten strijde, en verzamelden zich te Socho, dat in Juda is; en zij legerden zich tussen Socho en tussen Azeka, aan het einde van Dammim.

VersbegrippenStammen Van IsraëlVijanden Bevechten

Doch Saul en de mannen van Israel verzamelden zich, en legerden zich in het eikendal; en stelden de slagorde tegen de Filistijnen aan.

VersbegrippenConfrontatieBijeenkomstAardse Vijanden

En de Filistijnen kwamen en vergaderden zich, en zij legerden zich te Sunem; en Saul vergaderde gans Israel, en zij legerden zich op Gilboa.

De Filistijnen nu hadden al hun legers vergaderd te Afek; en de Israelieten legerden zich bij de fontein, die bij Jizreel is.

Israel nu en Absalom legerden zich in het land van Gilead.

En zij gingen over de Jordaan, en legerden zich bij Aroer, ter rechterhand der stad, die in het midden is van de beek van Gad, en aan Jaezer.

De kinderen Israels werden ook gemonsterd, en waren verzorgd van leeftocht, en trokken hun tegemoet; en de kinderen Israels legerden zich tegenover hen, als twee blote geitenkudden, maar de Syriers vervulden het land.

VersbegrippenVeel StrijdersKleinheidTwee GroepenEnkele Mensen

Zodat zij zich huurden twee en dertig duizend wagenen; en de koning van Maacha en zijn volk kwamen en legerden zich voor Medeba; ook vergaderden de kinderen Ammons uit hun steden, en zij kwamen ten strijde.

VersbegrippenHuurlingenDertigduizend En Meer

En ik vergaderde hen aan de rivier, gaande naar Ahava, en wij legerden ons aldaar drie dagen; toen lette ik op het volk en de priesteren, en vond aldaar geen van de kinderen van Levi.

VersbegrippenConstructie Israël

Zanoah, Adullam en haar dorpen, Lachis en haar akkers, Azeka en haar onderhorige plaatsen; en zij legerden zich van Ber-seba af tot aan het dal Hinnom.

En het geschiedde in het negende jaar zijner regering, in de tiende maand, op den tienden der maand, dat Nebukadrezar, de koning van Babel, kwam tegen Jeruzalem, hij en zijn ganse heir, en zij legerden zich tegen haar, en zij bouwden tegen haar sterkten rondom.

VersbegrippenInvasiesLegers Tegen IsraëlMaand 10Jaren Van Zedekia

Public domain