'Over' in de Bijbel
Deze dingen zijn geschied in Bethabara, over de Jordaan, waar Johannes was dopende.
De Joden zeiden dan: Zes en veertig jaren is over dezen tempel gebouwd, en Gij, zult Gij dien in drie dagen oprichten?
Er rees dan een vraag van enigen uit de discipelen van Johannes met de Joden over de reiniging.
En zij kwamen tot Johannes, en zeiden tot hem: Rabbi, Die met u was over de Jordaan, Welken gij getuigenis gaaft, zie, Die doopt, en zij komen allen tot Hem.
Verwondert u daar niet over, want de ure komt, in dewelke allen, die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen;
Na dezen vertrok Jezus over de zee van Galilea, welke is de zee van Tiberias.
En in het schip gegaan zijnde, kwamen zij over de zee naar Kapernaum. En het was alrede duister geworden, en Jezus was tot hen niet gekomen.
En als zij Hem gevonden hadden over de zee, zeiden zij tot Hem: Rabbi, wanneer zijt Gij hier gekomen?
De Joden dan murmureerden over Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het Brood, Dat uit den hemel nedergedaald is.
De Joden antwoordden Hem, zeggende: Wij stenigen U niet over enig goed werk, maar over gods lastering, en omdat Gij, een Mens zijnde, Uzelven God maakt.
En Hij ging wederom over de Jordaan, tot de plaats, waar Johannes eerst doopte; en Hij bleef aldaar.
En velen uit de Joden waren gekomen tot Martha en Maria, opdat zij haar vertroosten zouden over haar broeder.
Gelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve.
Jezus, dit gezegd hebbende, ging uit met Zijn discipelen over de beek Kedron, waar een hof was, in welken Hij ging, en Zijn discipelen.
Jezus dan, wetende alles, wat over Hem komen zou, ging uit, en zeide tot hen: Wien zoekt gij?
De bende dan, en de overste over duizend, en de dienaars der Joden namen Jezus gezamenlijk, en bonden Hem;
Toen gaf hij Hem dan hun over, opdat Hij gekruist zou worden. En zij namen Jezus, en leidden Hem weg.
Zij dan zeiden tot elkander: Laat ons dien niet scheuren, maar laat ons daarover loten, wiens die zijn zal; opdat de Schrift vervuld worde, die zegt: Zij hebben Mijn klederen onder zich verdeeld, en over Mijn kleding hebben zij het lot geworpen. Dit hebben dan de krijgsknechten gedaan.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (69)
- Exodus (64)
- Leviticus (41)
- Numberi (68)
- Deuteronomium (53)
- Jozua (37)
- Richteren (43)
- Ruth (8)
- 1 Samuël (66)
- 2 Samuël (83)
- 1 Koningen (74)
- 2 Koningen (44)
- 1 Kronieken (78)
- 2 Kronieken (74)
- Ezra (18)
- Nehemia (25)
- Esther (8)
- Job (55)
- Psalmen (109)
- Spreuken (22)
- Prediker (13)
- Hooglied (2)
- Jesaja (83)
- Jeremia (152)
- Klaagliederen (12)
- Ezechiël (95)
- Daniël (36)
- Hosea (14)
- Joël (9)
- Amos (15)
- Obadja (3)
- Jona (6)
- Micha (6)
- Nahum (3)
- Habakuk (2)
- Zefanja (7)
- Zacharia (20)
- Mattheüs (41)
- Markus (28)
- Lukas (60)
- Johannes (18)
- Handelingen (73)
- Romeinen (25)
- 1 Corinthiërs (12)
- 2 Corinthiër (19)
- Galaten (3)
- Efeziërs (6)
- Filippenzen (2)
- Colossenzen (3)
- 1 Thessalonicenzen (5)
- 2 Thessalonicenzen (4)
- 1 Timotheüs (1)
- Titus (2)
- Filémon (1)
- Hebreeën (13)
- Jakobus (5)
- 1 Petrus (4)
- 2 Petrus (5)
- Judas (1)
- Openbaring (17)