83 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Over' in de Bijbel

En zij weeklaagden, en weenden, en vastten tot op den avond, over Saul en over Jonathan, zijn zoon, en over het volk des HEEREN, en over het huis Israels, omdat zij door het zwaard gevallen waren.

VersbegrippenAard Van VastenAvondVerliesHuilenActie Tot De AvondVasten In RouwDe Dood Van Anderen Berouwen

Gij, dochteren Israels, weent over Saul; die u kleedde met scharlaken, met weelde; die u sieraad van goud deed dragen over uw kleding.

VersbegrippenDochtersDonkerroodVersiering Van VrouwenDoekGoudOrnamentenHuilenKleuren, ScharlakenRode KledijGouden OrnamentenJuwelen DragenDe Dood Van Anderen Berouwen

Daarna kwamen de mannen van Juda, en zalfden aldaar David tot een koning over het huis van Juda. Toen boodschapten zij David, zeggende: Het zijn de mannen van Jabes in Gilead, die Saul begraven hebben.

VersbegrippenHet Rijk Van DavidZalving Van KoningenKoningen Maken

En nu, laat uw handen sterk zijn, en zijt dapper, dewijl uw heer Saul gestorven is; en ook hebben mij die van het huis van Juda tot koning over zich gezalfd.

VersbegrippenZalving Van KoningenKoningen MakenWees Moedig!

Abner nu, de zoon van Ner, de krijgsoverste, dien Saul gehad had, nam Isboseth, Sauls zoon, en voerde hem over naar Mahanaim,

VersbegrippenGraad

En maakte hem ten koning over Gilead, en over de Aschurieten, en over Jizreel, en over Efraim, en over Benjamin, en over gans Israel.

VersbegrippenKoningen MakenNoordelijk Koninkrijk Israël

Veertig jaren was Isboseth, Sauls zoon, oud, als hij koning werd over Israel; en hij regeerde het tweede jaar; alleenlijk die van het huis van Juda volgden David na.

VersbegrippenTwee JaarLijst van koningen van Israël

Het getal nu der dagen, die David koning geweest is te Hebron, over het huis van Juda, is zeven jaren en zes maanden.

VersbegrippenLengteZeven Jaar

Toen maakten zich op, en gingen over in getal, twaalf van Benjamin, te weten voor Isboseth, Sauls zoon, en twaalf van Davids knechten.

VersbegrippenTwaalf Wezens

Abner dan en zijn mannen gingen dienzelfden gansen nacht over het vlakke veld; en zij gingen over de Jordaan en wandelden het ganse Bithron door, en kwamen tot Mahanaim.

VersbegrippenDe Ganse Nacht Wandelen

Toen ontstak Abner zeer over Isboseths woorden, en zeide: Ben ik dan een hondskop, ik, die tegen Juda, aan het huis van Saul, uw vader, aan zijn broederen en aan zijn vrienden, heden weldadigheid doe, en u niet overgeleverd heb in Davids hand, dat gij heden aan mij onderzoekt de ongerechtigheid ener vrouw?

VersbegrippenBlaamMenselijke WoedeTrouwOvertredingGenoemde Personen Die Kwaad Waren Op AnderenMensen Van Juda

Overbrengende het koninkrijk van het huis van Saul, en oprichtende den stoel van David over Israel en over Juda, van Dan tot Ber-seba toe.

VersbegrippenSaul En David

Abner nu had woorden met de oudsten van Israel, zeggende: Gij hebt David te voren lang tot een koning over u begeerd.

VersbegrippenKoningen MakenDe Ouderen Die Bijeenkomen

Toen zeide Abner tot David: Ik zal mij opmaken, en heengaan, en vergaderen gans Israel tot mijn heer, den koning, dat zij een verbond met u maken, en gij regeert over alles, wat uw ziel begeert. Alzo liet David Abner gaan, en hij ging in vrede.

VersbegrippenVerbondsrelatiesKoningen Maken

En de koning maakte een klage over Abner, en zeide: Is dan Abner gestorven, als een dwaas sterft?

VersbegrippenGeteld Als Dwazen

Uw handen waren niet gebonden, noch uw voeten in koperen boeien gedaan, maar gij zijt gevallen, gelijk men valt voor het aangezicht van kinderen der verkeerdheid. Toen weende het ganse volk nog meer over hem.

VersbegrippenHuilenVastbindenBronzen Ketenen

Daartoe ook te voren, toen Saul koning over ons was, waart gij Israel uitvoerende en inbrengende; ook heeft de HEERE tot u gezegd: Gij zult Mijn volk Israel weiden, en gij zult tot een voorganger zijn over Israel.

VersbegrippenGod Als HerderBuitengaan En BinnenkomenSaul En David

Alzo kwamen alle oudsten van Israel tot den koning te Hebron; en de koning David maakte een verbond met hen te Hebron, voor het aangezicht des HEEREN; en zij zalfden David tot koning over Israel.

VersbegrippenVerbondsrelatiesVerbrekers Van VerbondHoudingen Van OuderdomZalving Uitgevoerd OpTrouwKroningenZalving Van Koningen

Te Hebron regeerde hij over Juda zeven jaren en zes maanden; en te Jeruzalem regeerde hij drie en dertig jaren over gans Israel en Juda.

VersbegrippenStammen Van IsraëlZeven Jaar30 Tot 40 Jaar

En David merkte, dat de HEERE hem tot een koning over Israel bevestigd had, en dat Hij zijn koninkrijk verheven had, om Zijns volks Israels wil.

VersbegrippenInzichtStabiliteitSpirituele WaarnemingSaul En David

Als nu de Filistijnen hoorden, dat zij David ten koning over Israel gezalfd hadden, zo togen alle Filistijnen op om David te zoeken; en David, dat horende, toog af, naar den burg.

VersbegrippenVersterkingenVijanden Van Israël En JudaAanvallenZelfverdedigingZalving Van Koningen

Maar David zeide tot Michal: Voor het aangezicht des HEEREN, Die mij verkoren heeft voor uw vader en voor zijn ganse huis, mij instellende tot een voorganger over het volk des HEEREN, over Israel; ja, ik zal spelen voor het aangezicht des HEEREN.

VersbegrippenGods Verbond Met DavidHeersersSaul En DavidGods Verkiezing Van DavidVieringVieren

Nu dan, alzo zult gij tot Mijn knecht, tot David, zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ik heb u genomen van de schaapskooi, van achter de schapen, dat gij een voorganger zoudt zijn over Mijn volk, over Israel.

VersbegrippenNederigheidDienstbaarheid In Het Leven Van GelovigenPromotieNooit Meer De Kudde HoedenSaul En DavidDienend Leiderschap

En van dien dag af, dat Ik geboden heb richters te wezen over Mijn volk Israel. Doch u heb Ik rust gegeven van al uw vijanden. Ook geeft u de HEERE te kennen, dat de HEERE u een huis maken zal.

VersbegrippenEigendom, HuizenTijd Van Vrede

Daartoe is dit in Uw ogen nog klein geweest, Heere HEERE, maar Gij hebt ook over het huis Uws knechts gesproken tot van verre heen; en dit naar de wet der mensen, Heere HEERE!

VersbegrippenToekomstOpenbaring Van De ToekomstDe Relatie Van De Mens Tot God

Nu dan, HEERE God, doe dit woord, dat Gij over Uw knecht en over zijn huis gesproken hebt, bestaan tot in eeuwigheid, en doe, gelijk als Gij gesproken hebt.

VersbegrippenWat Doet God?Beloftes OverBeloftesUitvoeringRealiteit

En Uw Naam worde groot gemaakt tot in eeuwigheid, dat men zegge: De HEERE der heirscharen is God over Israel; en het huis van Uw knecht David zal bestendig zijn voor Uw aangezicht.

VersbegrippenGod Als Een Krijger

En David nam hem duizend wagens af, en zevenhonderd ruiteren, en twintig duizend man te voet; en David ontzenuwde alle wagenpaarden, en hield daarvan honderd wagenen over.

VersbegrippenStrijdwagensPaardenSoldatenWreedheid Tegen DierenCavalerieDierenrechtenHonderdDuizendenTwintigduizend En MeerVernietigen Van StrijdwagensBezittingen Nemen

Joab nu, de zoon van Zeruja, was over het heir; en Josafat, zoon van Achilud, was kanselier.

VersbegrippenSchriftgeleerdenRecorders

Toen zeide David: Ik zal weldadigheid doen aan Hanun, den zoon van Nahas, gelijk als zijn vader weldadigheid aan mij gedaan heeft. Zo zond David heen, om hem door den dienst zijner knechten te troosten over zijn vader. En de knechten van David kwamen in het land van de kinderen Ammons.

VersbegrippenGoede VriendenAfgezantMedeleven

Als dat David werd aangezegd, verzamelde hij gans Israel, en toog over de Jordaan, en kwam te Helam, en de Syriers stelden de slagorde tegen David aan, en streden met hem.

VersbegrippenConfrontatie

Als nu de huisvrouw van Uria hoorde, dat haar man Uria dood was, zo droeg zij leed over haar heer.

VersbegrippenDe Dood Van Anderen Berouwen

Toen zeide Nathan tot David: Gij zijt die man! Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ik heb u ten koning gezalfd over Israel, en Ik heb u uit Sauls hand gered;

VersbegrippenFoutenVoorbeelden Van MoedZalving Van Koningen

Zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal kwaad over u verwekken uit uw huis, en zal uw vrouwen nemen voor uw ogen, en zal haar aan uw naaste geven; die zal bij uw vrouwen liggen, voor de ogen dezer zon.

VersbegrippenHaat Tussen VerwantenGedurende De DagGod Zal Kwaad BrengenVrouwen OverdragenRelatieproblemenGrootvaders

Zo verzamel gij nu het overige des volks, en beleger de stad, en neem ze in; opdat niet, zo ik de stad zou innemen, mijn naam over haar uitgeroepen worde.

VersbegrippenMensen Die Dingen Benoemen

(Absalom dan vluchtte, en toog tot Thalmai, den zoon van Ammihur, koning van Gesur.) En hij droeg rouw over zijn zoon, al die dagen.

VersbegrippenRouwen Met Spijt

Toen verlangde de ziel van den koning David zeer om naar Absalom uit te trekken; want hij had zich getroost over Amnon, dat hij dood was.

VersbegrippenLiefde En De WereldDe Aard Van GeestOuderlijke LiefdeHereniging

Als nu Joab, de zoon van Zeruja, merkte, dat des konings hart over Absalom was;

VersbegrippenUiten Van GenegenheidMenselijke GelegenheidMenselijk Hart

Zo zond Joab heen naar Thekoa, en nam van daar een wijze vrouw; en hij zeide tot haar: Stel u toch, alsof gij rouw droegt, en trek nu rouwklederen aan, en zalf u niet met olie, en wees als een vrouw, die nu vele dagen rouw gedragen heeft over een dode;

VersbegrippenZalven Met OlieUitdrukking Van VerliesRouwenZalvingVerdrietZichzelf ZalvenDoen AlsofOnderscheidende Kleding

Zo zeide David tot al zijn knechten, die met hem te Jeruzalem waren: Maakt u op, en laat ons vlieden, want er zou voor ons geen ontkomen zijn voor Absaloms aangezicht; haast u, om weg te gaan, opdat hij niet misschien haaste, en ons achterhale, en een kwaad over ons drijve, en deze stad sla met de scherpte des zwaards.

VersbegrippenVoorbeelden Van OorlogHaastDesertieOntsnappen Aan MensenAnderen Opjagen

Toen zeide David tot Ithai: Zo kom, en ga over. Alzo ging Ithai, de Gethiet, over, en al zijn mannen, en al de kinderen die met hem waren.

En het ganse land weende met luider stem, als al het volk overging; ook ging de koning over de beek Kidron, en al het volk ging over, recht naar den weg der woestijn.

VersbegrippenValleienTijdelijk Verblijf In De Wildernis

En ziet, Zadok was ook daar, en al de Levieten met hem, dragende de ark des verbonds van God, en zij zetten de ark Gods neder; en Abjathar klom op, totdat al het volk uit de stad geeindigd had over te gaan.

VersbegrippenLevietenDe Ark In JeruzalemPriesters In Actie

Alzo ging David met zijn lieden op den weg; en Simei ging al voort langs de zijde des bergs tegen hem over, en vloekte, en wierp met stenen van tegenover hem, en stoof met stof.

VersbegrippenStof, Figuurlijk GebruiktVuilnisStenen WerpenStof VegenDe Goddeloze Vervloeken

Zo zal ik over hem komen, daar hij moede en slap van handen is, en zal hem verschrikken, en al het volk, dat met hem is, zal vluchten; dan zal ik den koning alleen slaan.

VersbegrippenIsraël Op De VluchtEnkel 1 PersoonDoden Zal GebeurenMoe Worden Tijdens De VluchtMoe

Toen zeide Absalom, en alle man van Israel: De raad van Husai, den Archiet, is beter dan Achitofels raad. Doch de HEERE had het geboden, om den goeden raad van Achitofel te vernietigen, opdat de HEERE het kwaad over Absalom bracht.

VersbegrippenAdvies Van GodGod Schaadde HenGod VerhindertGods BevelenDe Raad Van De Mens

Nu dan, zendt haastelijk henen, en boodschapt David, zeggende: Vernacht dezen nacht niet in de vlakke velden der woestijn, en ook ga spoedig over; opdat de koning niet verslonden worde, en al het volk, dat met hem is.

VersbegrippenRivieren En StromenOvernachtingDoorwaadbare Plaats

En de vrouw nam en spreidde een deksel over het opene van den put, en strooide gort daarop. Alzo werd de zaak niet bekend.

VersbegrippenDoekDe Mond BedekkenMensen Die Mensen VerbergenOnwetendheid Van Feiten

Toen nu Absaloms knechten tot de vrouw in het huis kwamen, zeiden zij: Waar zijn Ahimaaz en Jonathan? En de vrouw zeide tot hen: Zij zijn over dat waterriviertje gegaan. En toen zij hen gezocht en niet gevonden hadden, keerden zij weder naar Jeruzalem.

VersbegrippenVindenRivier OverstekenNiet VindenTroepen Die Naar Huis GaanWaar Zijn Mensen?Zij Op Zoek Naar Mensen

En het geschiedde, nadat zij weggegaan waren, zo klommen zij uit den put, en gingen henen en boodschapten het den koning David; en zij zeiden tot David: Maakt ulieden op, en gaat haastelijk over het water, want alzo heeft Achitofel tegen ulieden geraden.

VersbegrippenDoorwaadbare PlaatsVertellen Over Gebeurtenissen

Toen maakte zich David op, en al het volk, dat met hem was; en zij gingen over de Jordaan. Aan het morgenlicht ontbrak er niet tot een toe, die niet over de Jordaan gegaan was.

VersbegrippenDageraadDageraadTot Het Dageraad

David nu kwam te Mahanaim, en Absalom toog over de Jordaan, hij en alle mannen van Israel met hem.

En Absalom had Amasa in Joabs plaats gesteld over het heir. Amasa nu was eens mans zoon, wiens naam was Jethra, de Israeliet, die ingegaan was tot Abigail, dochter van Nahas, zuster van Zeruja, Joabs moeder.

VersbegrippenSex Binnen Het HuwelijkHuwelijksseks tussenGenoemde Zusters

En David monsterde het volk, dat met hem was; en hij stelde over hen oversten van duizenden, en oversten van honderden.

VersbegrippenSoldaten Tellen

Want de strijd werd aldaar verspreid over al dat land. En het woud verteerde meer van het volk, dan die het zwaard verteerde, te denzelven dage.

VersbegrippenStrijd

Toen werd de verlossing te dienzelven dage het ganse volk tot rouw; want het volk had te dienzelven dage horen zeggen: Het smart den koning over zijn zoon.

VersbegrippenZorgenMensen Die Rouwen Om CatastrofeDood

Zo sta nu op, ga uit, en spreek naar het hart uwer knechten; want ik zweer bij den HEERE, als gij niet uitgaat, zo er een man dezen nacht bij u zal vernachten! En dit zal u kwader zijn, dan al het kwaad, dat over u gekomen is van uw jeugd af tot nu toe.

VersbegrippenVoorbeelden Van AanmoedigingBehandeling Vanaf De JeugdSta Op!Verspreide Volgers

En Absalom, dien wij over ons gezalfd hadden, is in den strijd gestorven; nu dan, waarom zwijgt gijlieden van den koning weder te halen?

VersbegrippenZalving Van KoningenHerstel Van Mensen

Toen keerde de koning weder, en kwam tot aan de Jordaan; en Juda kwam te Gilgal, om den koning tegemoet te gaan, dat zij den koning over de Jordaan voerden.

En duizend man van Benjamin met hem; ook Ziba, de knecht van Sauls huis, en zijn vijftien zonen en zijn twintig knechten met hem; en zij togen vaardiglijk over de Jordaan, voor den koning.

VersbegrippenRentmeesterschapVijftienTwintigDuizend MensenHaastige Actie

Als nu de pont overvoer, om het huis des konings over te halen, en te doen, wat goed was in zijn ogen, zo viel Simei, de zoon van Gera, neder voor het aangezicht des konings, als hij over de Jordaan voer;

VersbegrippenBotenBuigingBuigen Voor DavidDoorwaadbare Plaats

Maar David zeide: Wat heb ik met ulieden te doen, gij zonen van Zeruja! Dat gij mij heden ten satan zoudt zijn? Zou heden iemand gedood worden in Israel? Want weet ik niet, dat ik heden koning geworden ben over Israel?

VersbegrippenVoorbeelden Van GenadeWat Hebben We Gemeenschappelijk?Vijanden Van God

Barzillai, de Gileadiet, kwam ook af van Rogelim; en hij toog met den koning over de Jordaan, om hem over de Jordaan te geleiden.

En de koning zeide tot Barzillai: Trekt gij met mij over, en ik zal u bij mij te Jeruzalem onderhouden.

VersbegrippenVoedenMensen Die Zorgen

Uw knecht zal maar een weinig met den koning over de Jordaan gaan; waarom toch zou mij de koning zulk een vergelding doen?

Toen nu al het volk over de Jordaan gegaan was, en de koning ook was overgegaan, kuste de koning Barzillai, en zegende hem; alzo keerde hij weder naar zijn plaats.

VersbegrippenMensen Die KussenKussendMensen Die Anderen Zegenen

En ziet, alle mannen van Israel kwamen tot den koning; en zij zeiden tot den koning: Waarom hebben u onze broeders, de mannen van Juda, gestolen, en hebben den koning en zijn huis over de Jordaan gevoerd, en alle mannen Davids met hem?

Toen antwoordden alle mannen van Juda tegen de mannen van Israel: Omdat de koning ons na verwant is; en waarom zijt gij nu toornig over deze zaak? Hebben wij dan enigszins gegeten van des konings kost, of heeft hij ons een geschenk geschonken?

VersbegrippenFamilieleden

Als zij nu waren bij den groten steen, die bij Gibeon is, zo kwam Amasa voor hun aangezicht. En Joab was omgord over zijn kleed, dat hij aan had, en daarop was een gordel, daar het zwaard aan vastgemaakt was op zijn lenden in zijn schede; en als hij voortging, zo viel het uit.

VersbegrippenBorstplaatHarnasRiemenBeschermend HarnasBronzen Harnas

De zaak is niet alzo; maar een man van het gebergte van Efraim, wiens naam is Seba, de zoon van Bichri, heeft zijn hand opgeheven tegen den koning, tegen David; lever hem alleen, zo zal ik van deze stad aftrekken. Toen zeide de vrouw tot Joab: Zie, zijn hoofd zal tot u over den muur geworpen worden.

VersbegrippenMensen Overhandigen

Joab nu was over het ganse heir van Israel; en Benaja, de zoon van Jojada, over de Krethi en over de Plethi;

En Adoram was over de schatting; en Josafat, de zoon van Ahilud, was kanselier;

VersbegrippenRecordersGedwongen Arbeid

De God Israels heeft gezegd, de Rotssteen Israels heeft tot mij gesproken: Er zal zijn een Heerser over de mensen, een Rechtvaardige, een Heerser in de vreze Gods.

VersbegrippenAngstGod, De RotsEerbied En ZegeningPlichten Van KoningenHoe Koningen Zich Moeten GedragenMagistratenBurgerlijke OverheidEerbied Voor GodGezagAngst Voor God

Hij was de heerlijkste van de dertig, maar tot die drie eersten kwam hij niet; en David stelde hem over zijn trawanten.

VersbegrippenBewakersDertigSpecifieke Mensen Prijzen

En zij gingen over de Jordaan, en legerden zich bij Aroer, ter rechterhand der stad, die in het midden is van de beek van Gad, en aan Jaezer.

Toen nu de engel zijn hand uitstrekte over Jeruzalem, om haar te verderven, berouwde het den HEERE over dat kwaad, en Hij zeide tot den engel, die het verderf onder het volk maakte: Het is genoeg, trek uw hand nu af. De engel des HEEREN nu was bij den dorsvloer van Arauna, den Jebusiet.

VersbegrippenSpijtVerdrietEngelen, Uiterlijkheden OTVernietiging Van JeruzalemGod Verandert Van GedachtenMeer Dan GenoegEngelenactiviteiten Onder Ongelovigen

En Arauna zeide: Waarom komt mijn heer de koning tot zijn knecht? En David zeide: Om dezen dorsvloer van u te kopen, om den HEERE een altaar te bouwen, opdat deze plage opgehouden worde van over het volk.

VersbegrippenAltaren Voor De HeerAltaren Bouwen

En David bouwde aldaar den HEERE een altaar, en offerde brandofferen en dankofferen. Alzo werd de HEERE den lande verbeden, en deze plage van over Israel opgehouden.

VersbegrippenBroederschap OffertBouwenBemiddelingAltaren Voor De HeerAltaren BouwenAltarenGod Beantwoordde GebedVredesoffers

Public domain