'Priester' in de Bijbel
De man nu, die trotselijk handelen zal, dat hij niet hore naar den priester, dewelke staat, om aldaar den HEERE, uw God, te dienen, of naar den rechter, dezelve man zal sterven; en gij zult het boze uit Israel wegdoen.
Dit nu zal het recht der priesters zijn van het volk, van hen, die een offerande offeren, hetzij een os, of klein vee: dat hij den priester zal geven den schouder, en beide kinnebakken, en de pens.
En het zal geschieden, als gijlieden tot den strijd nadert, zo zal de priester toetreden, en tot het volk spreken.
En gij zult komen tot den priester, dewelke in die dagen zijn zal, en tot hem zeggen: Ik verklaar heden voor den HEERE, uw God, dat ik gekomen ben in het land, hetwelk de HEERE onzen vaderen gezworen heeft ons te zullen geven.
En de priester zal den korf van uw hand nemen, en hij zal dien voor het altaar des HEEREN, uws Gods, nederzetten.
Verwante onderwerpen
- Aaron, Als Hogepriester
- Aaron, Priesterlijke Verantwoordelijkheden
- Afgezette Priesters
- Anonieme Priesters
- Bezit Van Priesters
- Bijbelteksten overChristus, De Hogepriester
- Corrupte Priesters
- De Functie Van Priesters In De Tijd Van OT
- De Hogepriesters Die Christus Veroordelen
- De Hogepriesters Die Samenkomen
- De Taken Van Priesters In De Tijd Van NT