'Ulieden' in de Bijbel
En wie is, gelijk Uw volk, gelijk Israel, een enig volk op aarde, hetwelk God is heengegaan Zich tot een volk te verlossen, en om Zich een Naam te zetten, en om voor ulieden deze grote en verschrikkelijke dingen te doen aan Uw land, voor het aangezicht Uws volks, dat Gij U uit Egypte verlost hebt, de heidenen en hun goden verdrijvende.
Absalom nu gebood zijn jongens, zeggende: Let er nu op, als Amnons hart vrolijk is van den wijn, en ik tot ulieden zal zeggen: Slaat Amnon, dan zult gij hem doden; vreest niet; is het niet, omdat ik het u geboden heb? Zijt sterk en weest dapper.
Zie, ik zal vertoeven in de vlakke velden der woestijn, totdat er een woord van ulieden kome, dat men mij aanzegge.
Toen zeide Absalom tot Achitofel: Geeft onder ulieden raad, wat zullen wij doen?
En het geschiedde, nadat zij weggegaan waren, zo klommen zij uit den put, en gingen henen en boodschapten het den koning David; en zij zeiden tot David: Maakt ulieden op, en gaat haastelijk over het water, want alzo heeft Achitofel tegen ulieden geraden.
Voorts zond David het volk uit, een derde deel onder de hand van Joab, en een derde deel onder de hand van Abisai, den zoon van Zeruja, Joabs broeder, en een derde deel onder de hand van Ithai, den Gethiet. En de koning zeide tot het volk: Ik zal ook zelf zekerlijk met ulieden uittrekken.
Maar David zeide: Wat heb ik met ulieden te doen, gij zonen van Zeruja! Dat gij mij heden ten satan zoudt zijn? Zou heden iemand gedood worden in Israel? Want weet ik niet, dat ik heden koning geworden ben over Israel?
David dan zeide tot de Gibeonieten: Wat zal ik ulieden doen, en waarmede zal ik verzoenen, dat gij het erfdeel des HEEREN zegent?
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (7)
- Exodus (47)
- Leviticus (3)
- Numberi (24)
- Deuteronomium (49)
- Jozua (32)
- Richteren (12)
- Ruth (1)
- 1 Samuël (26)
- 2 Samuël (8)
- 1 Koningen (1)
- 2 Koningen (3)
- 1 Kronieken (3)
- 2 Kronieken (9)
- Ezra (5)
- Nehemia (2)
- Job (8)
- Psalmen (3)
- Spreuken (2)
- Jesaja (30)
- Jeremia (44)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (24)
- Daniël (2)
- Hosea (3)
- Joël (3)
- Amos (14)
- Jona (1)
- Micha (5)
- Zefanja (3)
- Zacharia (8)
- Maleachi (3)