539 gebeurtenissen

'Ulieden' in de Bijbel

Als nu David te Ziklag kwam, zo zond hij tot de oudsten van Juda, zijn vrienden, van den buit, zeggende: Ziet, daar is een zegen voor ulieden, van den buit der vijanden des HEEREN.

VersbegrippenGeschenken

En wie is, gelijk Uw volk, gelijk Israel, een enig volk op aarde, hetwelk God is heengegaan Zich tot een volk te verlossen, en om Zich een Naam te zetten, en om voor ulieden deze grote en verschrikkelijke dingen te doen aan Uw land, voor het aangezicht Uws volks, dat Gij U uit Egypte verlost hebt, de heidenen en hun goden verdrijvende.

VersbegrippenGod Als VerlosserDe Aard Van WonderenNationalismeUniek Israël

Absalom nu gebood zijn jongens, zeggende: Let er nu op, als Amnons hart vrolijk is van den wijn, en ik tot ulieden zal zeggen: Slaat Amnon, dan zult gij hem doden; vreest niet; is het niet, omdat ik het u geboden heb? Zijt sterk en weest dapper.

VersbegrippenFeestenUitgevoerde MoordenWijnMoedDronken PersonenWees Moedig!

Zie, ik zal vertoeven in de vlakke velden der woestijn, totdat er een woord van ulieden kome, dat men mij aanzegge.

VersbegrippenWachtenMensen Die WachtenDoorwaadbare PlaatsVertellen Over Gebeurtenissen

Toen zeide Absalom tot Achitofel: Geeft onder ulieden raad, wat zullen wij doen?

En het geschiedde, nadat zij weggegaan waren, zo klommen zij uit den put, en gingen henen en boodschapten het den koning David; en zij zeiden tot David: Maakt ulieden op, en gaat haastelijk over het water, want alzo heeft Achitofel tegen ulieden geraden.

VersbegrippenDoorwaadbare PlaatsVertellen Over Gebeurtenissen

Voorts zond David het volk uit, een derde deel onder de hand van Joab, en een derde deel onder de hand van Abisai, den zoon van Zeruja, Joabs broeder, en een derde deel onder de hand van Ithai, den Gethiet. En de koning zeide tot het volk: Ik zal ook zelf zekerlijk met ulieden uittrekken.

VersbegrippenBreuken, Een DerdeSamen VechtenIn Drie Groepen Verdelen

Maar David zeide: Wat heb ik met ulieden te doen, gij zonen van Zeruja! Dat gij mij heden ten satan zoudt zijn? Zou heden iemand gedood worden in Israel? Want weet ik niet, dat ik heden koning geworden ben over Israel?

VersbegrippenVoorbeelden Van GenadeWat Hebben We Gemeenschappelijk?Vijanden Van God

David dan zeide tot de Gibeonieten: Wat zal ik ulieden doen, en waarmede zal ik verzoenen, dat gij het erfdeel des HEEREN zegent?

Daarom hield de koning een raad, en maakte twee gouden kalveren; en hij zeide tot hen: Het is ulieden te veel om op te gaan naar Jeruzalem; zie uw goden, o Israel, die u uit Egypteland opgebracht hebben.

VersbegrippenAdvies, Slecht Menselijk AdviesGouden KalverenWat Is Niet God?Twee DierenIsraël uit Egypte halenAnderen Die Israël Uit Egypte HalenDe Raad Van De Mens

Toen kwamen zij weder tot hem, daar hij te Jericho gebleven was; en hij zeide tot hen: Heb ik tot ulieden niet gezegd: Gaat niet?

En de twee delen van ulieden, allen, die op den sabbat uitgaan, zullen de wacht van het huis des HEEREN waarnemen bij den koning.

Maar Rabsake zeide tot hen: Heeft mijn heer mij tot uw heer en tot u gezonden, om deze woorden te spreken? Is het niet tot de mannen, die op den muur zitten, dat zij met ulieden hun drek eten, en hun water drinken zullen?

VersbegrippenBelegeringWeerzinwekkend VoedselOntlastingPlassenPoep

En David ging uit hun tegemoet, en antwoordde, en zeide tot hen: Indien gijlieden ten vrede tot mij gekomen zijt, om mij te helpen, zo zal mijn hart tegelijk over ulieden zijn; maar indien het is, om mij aan mijn vijanden bedriegelijk over te leveren, daar toch geen wrevel in mijn handen is, de God onzer vaderen zie het, en straffe het!

VersbegrippenVerraadMensen Die HelpenPijn En Verraad

En David zeide tot de ganse gemeente van Israel: Indien het ulieden goeddunkt, en van den HEERE, onzen God, te zijn, laat ons ons uitbreiden, laat ons zenden aan onze overige broeders, in alle landen van Israel, en de priesters en Levieten, die met hen zijn in de steden, met haar voorsteden, opdat zij tot ons vergaderd worden.

VersbegrippenGods Beloftes Voor Begeleiding

Is niet de HEERE, uw God, met ulieden, en heeft u rust gegeven rondom henen? Want Hij heeft de inwoners des lands in mijn hand gegeven, en dit land is onderworpen geworden voor het aangezicht des HEEREN, envoor het aangezicht Zijns volks.

VersbegrippenGod Met Jou

En hij ging uit, Asa tegen, en hij zeide tot hem: Hoort mij, Asa, en gans Juda, en Benjamin! De HEERE is met ulieden, terwijl gij met Hem zijt; en zo gij Hem zoekt, Hij zal van u gevonden worden; maar zo gij Hem verlaat, Hij zal u verlaten.

VersbegrippenHet Gevolg Van De Afwijzing Van GodGod Verzaken

Nu dan, de verschrikking des HEEREN zij op ulieden; neemt waar, en doet het; want bij den HEERE, onzen God, is geen onrecht, noch aanneming van personen, noch ontvanging van geschenken.

VersbegrippenFavoritismeOmkoperij Is ZondeAanvaarden Van SteekpenningenDe Gerechtigheid Van GodDe Onpartijdigheid Van GodEerbied En Sociaal GedragMagistraten

En hij zeide: Merkt op, geheel Juda, en gij, inwoners van Jeruzalem, en gij, koning Josafat! Alzo zegt de HEERE tot ulieden: Vreest gijlieden niet, en wordt niet ontzet vanwege deze grote menigte; want de strijd is niet uwe, maar Gods.

VersbegrippenMoed Tegenover De VijandOntmoedigingLuisterenReddingOverwinning Als Daad Van GodWorstelingStrijdLeger

Daartoe denkt gij nu de kinderen van Juda en Jeruzalem u tot slaven en slavinnen te onderwerpen; zijt gij het niet alleenlijk? Bij ulieden zijn schulden tegen den HEERE, uw God.

De lopers dan gingen henen met de brieven van de hand des konings en zijner vorsten, door gans Israel en Juda, en naar het gebod des konings, zeggende: Gij, kinderen Israels, bekeert u tot den HEERE, den God van Abraham, Izak en Israel, zo zal Hij Zich keren tot de ontkomenen, die ulieden overgebleven zijn uit de hand der koningen van Assyrie.

VersbegrippenVoorbodeHeropleving Van BedrijvenOntrouw Aan GodVoorbeelden Van Missionarissen

Nu dan, dat Jehizkia ulieden niet bedriege, en dat hij u op zulk een wijze niet opruie, en gelooft hem niet; want geen god van enige natie en koninkrijk heeft zijn volk uit mijn hand en mijner vaderen hand kunnen redden; hoeveel te min zal uw God u uit mijn hand kunnen redden?

VersbegrippenVermogen Om Te BezorgenOngeloof Als Antwoord Tot GodOntrouw Aan God

En zij zeide tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Zegt den man, die ulieden tot mij gezonden heeft:

Maar tot den koning van Juda, die ulieden gezonden heeft, om den HEERE te vragen, tot hem zult gij alzo zeggen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Aangaande de woorden, die gij hebt gehoord;

Zo zegt Kores, koning van Perzie: De HEERE, de God des hemels, heeft mij alle koninkrijken der aarde gegeven; en Hij heeft mij bevolen Hem een huis te bouwen te Jeruzalem, hetwelk in Juda is; wie is onder ulieden van al Zijn volk? De HEERE, zijn God, zij met hem, en hij trekke op.

VersbegrippenDe Geschiedenis Van JeruzalemKoninkrijkenDe Tweede TempelGod Is Met Jou

Wie is onder ulieden van al Zijn volk? Zijn God zij met hem, en hij trekke op naar Jeruzalem, dat in Juda is, en hij bouwe het huis des HEEREN, des Gods van Israel; Hij is de God, Die te Jeruzalem woont.

VersbegrippenGod Is Met Jou

Zo kwamen zij aan tot Zerubbabel, en tot de hoofden der vaderen, en zeiden tot hen: Laat ons met ulieden bouwen, want wij zullen uw God zoeken, gelijk gijlieden ook hebben wij Hem geofferd sinds de dagen van Esar-Haddon, den koning van Assur, die ons herwaarts heeft doen optrekken.

VersbegrippenSamaritanenVerbannen VreemdelingenTijden Van Mensen

Te dier tijd kwam tot hen Thathnai, de landvoogd aan deze zijde der rivier, en Sthar-Boznai, en hun gezelschap, en zeiden aldus tot hen: Wie heeft ulieden bevel gegeven dit huis te bouwen, en dezen muur te voltrekken?

VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaBestuurdersVoorbij De RivierHeidense HeersersDe Bevelen Van De KoningStructuur

Toen hebben wij denzelven oudsten gevraagd, en aldus tot hen gezegd: Wie heeft ulieden bevel gegeven dit huis te bouwen, en dezen muur te voltrekken?

VersbegrippenHerstellingDe Bevelen Van De KoningStructuur

Ook laten wij ulieden weten, aangaande alle priesteren en Levieten, zangers, poortiers, Nethinim en dienaars van het huis dezes Gods, dat men den cijns, ouden impost en tol hun niet zal vermogen op te leggen.

VersbegrippenPoortwachtersEerbetoonDe Aard Van Menselijke AutoriteitZangersTempelassistenten

En ik zond boden tot hen, om te zeggen: Ik doe een groot werk, zodat ik niet zal kunnen afkomen; waarom zou dit werk ophouden, terwijl ik het zou nalaten, en tot ulieden afkomen?

VersbegrippenUitgestuurde BoodschappersLuiheidBeëindigingBijzondere Dingen

Zouden wij dan naar ulieden horen, dat gij al dit grote kwaad zoudt doen, overtredende tegen onzen God, doende vreemde vrouwen bij u wonen?

VersbegrippenOntrouw Tegenover God

O, hoe krachtig zijn de rechte redenen! Maar wat bestraft het bestraffen, dat van ulieden is?

VersbegrippenGod Is ImmanentEenvoudNalatenschap

Trouwens, omdat gijlieden het volk zijt, zo zal de wijsheid met ulieden sterven!

VersbegrippenIronie

Och, of gij gans stilzweegt! Dat zou ulieden voor wijsheid wezen.

VersbegrippenStilteHoe Stilte Wijs IsWijsheid Van De Mens

Het zij verre van mij, dat ik ulieden rechtvaardigen zou; totdat ik den geest zal gegeven hebben, zal ik mijn oprechtigheid van mij niet wegdoen.

VersbegrippenZo Lang Als Het Leven DuurtVerre Van Dit!Man Rechtvaardigt

Ik zal ulieden leren van de hand Gods; wat bij den Almachtige is, zal ik niet verhelen.

VersbegrippenGods HandDe Weg Van God Onderwijzen

Hierom antwoordde Elihu, de zoon van Baracheel, den Buziet, en zeide: Ik ben minder van dagen, maar gijlieden zijt stokouden; daarom heb ik geschroomd en gevreesd, ulieden mijn gevoelen te vertonen.

VersbegrippenHeiligheid Van Het LevenJeugdBeperkingen Van De Jeugd

Als ik nu acht op u gegeven heb, ziet, er is niemand, die Job overreedde, die uit ulieden zijn redenen beantwoordde;

Daarom neemt nu voor ulieden zeven varren en zeven rammen, en gaat henen tot Mijn knecht Job, en offert brandoffer voor ulieden, en laat Mijn knecht Job voor ulieden bidden; want zekerlijk, Ik zal zijn aangezicht aannemen, opdat Ik aan ulieden niet doe naar uw dwaasheid; want gijlieden hebt niet recht van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job.

VersbegrippenGevolgen Van DwaasheidVoorbedeZeven DierenEen Kudde Schapen En Geiten Offeren

Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen ulieden uit het huis des HEEREN.

VersbegrippenGezegendZegen Door Gods VolkMensen Die ZegenenHet Feit Van Zijn KomstZegeningen Van God

En die voorbijgaan, niet zeggen: De zegen des HEEREN zij bij u! Wij zegenen ulieden in den Naam des HEEREN.

VersbegrippenPasserenMensen Die Zegenen

Keert u tot Mijn bestraffing; ziet, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloediglijk uitstorten; Ik zal Mijn woorden u bekend maken.

VersbegrippenAfkeren Van Het KwaadDe Geest OnderwijstMensen TerechtwijzenTerechtwijzen

Wat is ulieden, dat gij Mijn volk verbrijzelt, en de aangezichten der ellendigen vermaalt? spreekt de Heere, HEERE der heirscharen.

VersbegrippenVerpletterenMalenOnvriendelijkSlechte Reacties Tegenover De ArmenMensen UitputtenDe Armen Niet HelpenVerplettert

Nu dan, Ik zal ulieden nu bekend maken, wat Ik Mijn wijngaard doen zal; Ik zal zijn tuin wegnemen, opdat hij zij tot afweiding; zijn muur zal Ik verscheuren, opdat hij zij tot vertreding.

VersbegrippenMurenFiguurlijke Velden

Toen zeide hij: Hoort gijlieden nu, gij, huis van David! is het ulieden te weinig, dat gij de mensen moede maakt, dat gij ook mijn God moede maakt?

VersbegrippenHet Geduld Van GodGod Wordt Moe

Dan zal Hij ulieden tot een Heiligdom zijn; maar tot een steen des aanstoots en tot een rotssteen der struikeling den twee huizen van Israel, tot een strik en tot een net den inwoners te Jeruzalem.

VersbegrippenDe Noodzakelijkheid Van GeloofGod, De RotsStruikelenZion Als Een SymboolVoorspellingen Over ChristusDeksteenOndergang van IsraëlOver Christus StruikelenChristus De RotsGod Die VerstriktMessiaanse Profetieën

Wanneer zij dan tot ulieden zeggen zullen: Vraagt waarzeggers en duivelskunstenaars, die daar piepen, en binnensmonds mompelen; zo zegt: Zal niet een volk zijn God vragen? zal men voor de levenden de doden vragen?

VersbegrippenAstrologieBekende GeestenGeestenSpiritismeZwarte KunstWaarzeggerijWaarzeggerijVermijden Van SpiritismeOccultismeBegeleidingHeksenHelderzienden

O mijn dorsing, en de tarwe mijns dorsvloers! wat ik gehoord heb van den HEERE der heirscharen, den God Israels, dat heb ik ulieden aangezegd.

VersbegrippenDorsvloer

Maar de HEERE der heirscharen heeft Zich voor mijn oren geopenbaard, zeggende: Indien ulieden deze ongerechtigheid verzoend wordt, totdat gij sterft! zegt de Heere, de HEERE der heirscharen.

VersbegrippenDe Openbaring Van GodGod Die Niet Vergeeft

Van den tijd af, als hij doortrekt, zal hij ulieden wegnemen, want allen morgen zal hij doortrekken, bij dag en bij nacht; en het zal geschieden, dat het gerucht te verstaan, enkel beroering wezen zal.

VersbegrippenElke OchtendAngst Voor Gods WoordTerrorisme

Want de HEERE heeft over ulieden uitgegoten een geest des diepen slaaps, en Hij heeft uw ogen toegesloten; de profeten, en uw hoofden, en de zieners heeft Hij verblind.

VersbegrippenHorenZienersSpirituele SlaapFysieke SlaapHet Emotionele Aspect Van GeestBeschadigde OgenAfgewezen VoorspellingHoofd Als ChefProfeten

Daarom is ulieden alle gezicht geworden als de woorden van een verzegeld boek, hetwelk men geeft aan een, die lezen kan, zeggende: Lees toch dit; en hij zegt: Ik kan niet, want het is verzegeld.

VersbegrippenRollenSaaiheidHet Bericht VerzegelenDe Bijbel Lezen

Want de sterkte van Farao zal ulieden tot schaamte zijn, en die toevlucht onder de schaduw van Egypte tot schande.

VersbegrippenBescherming En Veiligheid

Daarom zal ulieden deze misdaad zijn gelijk een vallende scheur, uitwaarts gebogen in een hogen muur, welks breuk haastelijk in een ogenblik komen zal.

VersbegrippenGods Oordeel Over ZondeMurenKwellingen Van De GoddelozenDe Onzekerheid Van De GoddelozenPlotselinge VernietigingPlotselingDingen Vallen

En daarom zal de HEERE wachten, opdat Hij u genadig zij, en daarom zal Hij verhoogd worden, opdat Hij Zich over ulieden ontferme, want de HEERE is een God des gerichts; welgelukzalig zijn die allen, die Hem verwachten.

VersbegrippenHet Medeleven Van GodGerechtigheidAanbevelingGod Is GenadigDe Gerechtigheid Van GodGoedheidWachten Op GodLankmoedigheid Van GodGoddelijke GunstGod Die WachtGod Toonde GenadeGods TussenkomstWachten Op De HeerWachten Op Gods TimingJournaling

De Heere zal ulieden wel brood der benauwdheid, en wateren der verdrukking geven; maar uw leraars zullen niet meer als met vleugelen wegvliegen, maar uw ogen zullen uw leraars zien;

VersbegrippenBrood, Figuurlijk GebruiktLeraarsWater Van VerdrukkingGod VerschuiltWater Als Symbool Van VerdrukkingZware TijdenEen Gebroken Hart HelenOntberingDoor Moeilijke Tijden KomenOnderdrukkingVerborgen

Er zal een lofzang bij ulieden zijn, gelijk in den nacht, wanneer het feest geheiligd wordt; en blijdschap des harten, gelijk van een, die met pijpen wandelt, om te komen tot den berg des HEEREN, tot den Rotssteen van Israel.

VersbegrippenFluitenUitrusting, FysiekKlimmenGod, De RotsVreugde Van IsraëlNachtPelgrimstochtViering

Maar Rabsake zeide: Heeft mijn heer mij tot uw heer en tot u gezonden, om deze woorden te spreken? Is het niet tot de mannen, die op den muur zitten, dat zij met ulieden hun drek eten, en hun water drinken zullen?

VersbegrippenMonotonieWeerzinwekkend VoedselOntlastingPlassenPoep

Dat Hizkia ulieden niet verleide, zeggende: De HEERE zal ons redden; hebben de goden der volken, een ieder zijn land, gered uit de hand des konings van Assyrie?

VersbegrippenBronnen Van VerlossingGod Redt De BehoeftigenRedding Door Andere Zaken

Ziet, gijlieden zijt minder dan niet, en ulieder werk is erger dan een adder; hij is een gruwel, die ulieden verkiest.

VersbegrippenAfgoden Bestaan NietNutteloze Afgoden

Ziet, de voorgaande dingen zijn gekomen, en nieuwe dingen verkondig Ik; eer dat zij uitspruiten, doe Ik ulieden die horen.

VersbegrippenAlwetende GodToekomstVoorkennisGods VoorkennisEen Nieuwe StartHet VerledenLente

Wie onder ulieden neemt zulks ter oren? Wie merkt op en hoort, wat hierna zijn zal?

Ik heb verkondigd, en Ik heb verlost, en Ik heb het doen horen, en geen vreemd god was onder ulieden; en gij zijt Mijn getuigen, spreekt de HEERE, dat Ik God ben.

VersbegrippenVreemde DingenIk Ben De Heer

Wie is er onder ulieden, die den HEERE vreest, die naar de stem Zijns Knechts hoort? Als hij in de duisternissen wandelt, en geen licht heeft, dat hij betrouwe op den Naam des HEEREN, en steune op zijn God.

VersbegrippenDe Noodzakelijkheid Van GeloofPijnAanmoedigingen In LijdenOp God VertrouwenVertrouw In God!

Aanschouwt Abraham, ulieder vader, en Sara, die ulieden gebaard heeft; want Ik riep hem, toen hij nog alleen was, en Ik zegende hem, en Ik vermenigvuldigde hem.

VersbegrippenActiviteit Van GodZegeningen Aan AbrahamGods Activiteit In IsraëlDe Roeping Van IndividuenGod Vermenigvuldigt MensenEnkel 1 PersoonSarah

O Jeruzalem! Ik heb wachters op uw muren besteld, die geduriglijk al den dag en al den nacht niet zullen zwijgen. O gij, die des HEEREN doet gedenken, laat geen stilzwijgen bij ulieden wezen!

VersbegrippenDag En Nacht AanbiddenSlapeloosheidWachterVoorgevoel

Ik zal ulieden ook ten zwaarde tellen, dat gij allen u ter slachting zult krommen, omdat Ik geroepen heb, maar gij hebt niet geantwoord, Ik gesproken heb, maar gij hebt niet gehoord, maar hebt gedaan, dat kwaad was in Mijn ogen, en hebt verkoren hetgeen, waaraan Ik geen lust heb.

VersbegrippenWaarschuwing Tegen Het KwaadKeuzesLuisterenAfwijzing Van GodGods Oproep, Enkelen BeantwoordenVerschoppelingenGod BeantwoordenGod Niet BehagenAnderen Die Niet AntwoordenLot

En gijlieden zult uw naam Mijn uitverkorenen tot een vervloeking laten; en de Heere HEERE zal ulieden doden, maar Zijn knechten zal Hij met een anderen naam noemen;

VersbegrippenGod DodendGod Hernoemt MensenUitgeveegde NamenGod DoodtEen Nieuwe NaamVloeken

Daarom zal Ik nog met ulieden twisten, spreekt de HEERE; ja, met uw kindskinderen zal Ik twisten.

VersbegrippenKinderen Van Het Kwaad

Gij henen, en roep deze woorden uit tegen het noorden, en zeg: Bekeer u, gij afgekeerde Israel! spreekt de HEERE, zo zal Ik Mijn toorn op ulieden niet doen vallen; want Ik ben goedertieren, spreekt de HEERE. Ik zal den toorn niet in eeuwigheid behouden.

VersbegrippenBarmhartigheidVerkondingenTerugkeren Naar GodTerugkeer Van Het NoordenGod Zal Niet Meer Kwaad ZijnAfvalligheidAfvalligenWoede En Vergiffenis

Want zo zegt de HEERE tot de mannen van Juda, en tot Jeruzalem: Braakt ulieden een braakland, en zaait niet onder de doornen.

VersbegrippenPloegenNiet ZaaienMetaforisch PloegenBraaklandEen Nieuwe StartBreukLandbouwZaad Op De Grond VerspillenZaaienOvergang

Verkondigt in Juda, en laat het horen te Jeruzalem, en zegt het; ja, blaast de bazuin in het land; roept met volle stem en zegt: Verzamelt ulieden, en laat ons ingaan in de vaste steden!

VersbegrippenVersterkingenStadVoorbodeTrompetTrompetten Voor Signalering

Ziet, Ik zal over ulieden een volk van verre brengen, o huis Israels! spreekt de HEERE; het is een sterk volk, het is een zeer oud volk, een volk, welks spraak gij niet zult kennen, en niet horen, wat het spreken zal.

VersbegrippenTalenGeen Taal BegrijpenOnbekende TalenMensen Van Ver WegNaties die Israël aanvallen

Nochtans zal Ik ook in die dagen, spreekt de HEERE, geen voleinding met ulieden maken.

VersbegrippenNiet Vernietigd

Uw ongerechtigheden wenden die dingen af, en uw zonden weren dat goede van ulieden.

VersbegrippenVruchten Van ZondeZonde Veroorzaakt VerarmingGod Verandert Slechte Dingen In Goed

Ik heb ook wachters over ulieden gesteld, zeggende: Luistert naar het geluid der bazuin; maar zij zeggen: Wij zullen niet luisteren.

VersbegrippenWachterTrompetten Voor SignaleringBesteed Aandacht Aan God!

Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Maakt uw wegen en uw handelingen goed, zo zal Ik ulieden doen wonen in deze plaats.

VersbegrippenHervorming

De vreemdeling, wees en weduwe niet zult verdrukken, en geen onschuldig bloed in deze plaats vergieten; en andere goden niet zult nawandelen, ulieden ten kwade;

VersbegrippenVreemdelingenDe Aard Van OnderdrukkingWeduwes Moeten NietAfwerpenOnderdrukken Van VreemdelingenAndere GodenMoord NietStraffen Voor Het Dienen Van Andere Goden

En Ik zal ulieden van Mijn aangezicht wegwerpen, gelijk als Ik al uw broederen, het ganse zaad van Efraim, weggeworpen heb.

VersbegrippenHet Gevolg Van De Afwijzing Van GodWeggedreven Van Gods Aanwezigheid

Want ziet, Ik zend slangen, basilisken onder ulieden, tegen dewelke geen bezwering is; die zullen u bijten, spreekt de HEERE.

VersbegrippenBijtenGifSlangenbeten

Hoort het woord, dat de HEERE tot ulieden spreekt, o huis Israels!

Dat Ik uw vaderen geboden heb, ten dage als Ik hen uit Egypteland, uit den ijzeroven, uitvoerde, zeggende: Zijt Mijner stem gehoorzaam, en doet dezelve, naar alles wat Ik ulieden gebiede; zo zult gij Mij tot een volk zijn, en Ik zal u tot een God zijn;

VersbegrippenOvensHandelingen Van Vrijheid In OTIjzerIk Zal Hun God ZijnBesteed Aandacht Aan God!God Haalt Israël Uit Egypte

En de HEERE zeide tot mij: Die profeten profeteren vals in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, noch hun bevel gegeven, noch tot hen gesproken; zij profeteren ulieden een vals gezicht, en waarzegging, en nietigheid, en bedriegerij huns harten.

VersbegrippenWaarzeggerij Beoefend DoorBedrog Door Valse LerarenVisioenenWaarzeggerijOngelovige ProfetenProfeten Die Niet Gestuurd WerdenValse Apostels, Profeten En Leraars

Daarom zal Ik ulieden uit dit land werpen, in een land, dat gij niet gekend hebt, gij noch uw vaders; en aldaar zult gij andere goden dienen, dag en nacht, omdat Ik u geen genade zal geven.

VersbegrippenDag En Nacht Gekweld ZijnLand Als Goddelijk GeschenkMensen WerpenOnbekende DingenAndere Goden

Zal Ik ulieden niet kunnen doen, gelijk deze pottenbakker, o huis Israels? spreekt de HEERE; ziet, gelijk leem in de hand des pottenbakkers, alzo zijt gijlieden in Mijn hand, o huis Israels!

VersbegrippenKleiUitdagingenVakluiHand Van GodPottenbakkerKlei, Figuurlijk GebruikDingen Zoals MensenDe Relatie Van De Mens Met Zijn Schepper

Nu dan, spreek nu tot de mannen van Juda en tot de inwoners van Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik formeer een kwaad tegen ulieden, en denk tegen ulieden een gedachte; zo bekeert u nu, een iegelijk van zijn bozen weg, en maakt uw wegen en uw handelingen goed.

VersbegrippenDe Aard Van BekeringPlannenHervormingGod Zal Kwaad Brengen

En Ik Zelf zal tegen ulieden strijden, met een uitgestrekte hand en met een sterken arm, ja, met toorn, en met grimmigheid, en met grote verbolgenheid.

VersbegrippenDe Grootheid Van GodKracht Van God

Die in deze stad blijft, zal sterven door het zwaard, of door den honger, of door de pestilentie; maar die er uitgaat en valt tot de Chaldeen, die ulieden belegeren, die zal leven, en zijn ziel zal hem tot een buit zijn.

VersbegrippenZichzelf In Leven HoudenDood Van Andere GroepenOvergave

En Ik zal over ulieden bezoeking doen naar de vrucht uwer handelingen, spreekt de HEERE; en Ik zal een vuur aansteken in haar woud, dat zal verteren al wat rondom haar is.

VersbegrippenBossenGods Oordeel Over ZondeWaarschuwingVruchten Van ZondePlanten VerbrandenBomen BeschadigenBetaald Zetten Voor DadenStraf

Zij zeggen steeds tot degenen, die Mij lasteren: De HEERE heeft het gesproken, gijlieden zult vrede hebben; en tot al wie naar zijns harten goeddunken wandelt, zeggen zij: Ulieden zal geen kwaad overkomen.

VersbegrippenVals VertrouwenValse ProfetenEigen WilGeen VredeVerbeelding

Wanneer dan dit volk, of een profeet, of priester u vragen zal, zeggende: Wat is des HEEREN last? Zo zult gij tot hen zeggen: Wat last? Dat Ik ulieden verlaten zal, spreekt de HEERE.

Van het dertiende jaar van Josia, den zoon van Amon, den koning van Juda, tot op dezen dag toe (dit is het drie en twintigste jaar) is het woord des HEEREN tot mij geschied; en ik heb tot ulieden gesproken, vroeg op zijnde en sprekende, maar gij hebt niet gehoord.

VersbegrippenLuisterenWoord Van God20 Tot 30 JaarZij Die Vroeg OpstondenHerhaaldelijk Zeggen

Zoekresultaten op Versies

Zoekresultaten op Boek

Alle Boeken

Public domain