'Vergadering' in de Bijbel
Deze is het, die in de vergadering des volks in de woestijn was met den Engel, Die tot hem sprak op den berg Sinai, en met onze vaderen; welke de levende woorden ontving, om ons die te geven.
Zij riepen dan de ene dit, de andere wat anders; want de vergadering was verward en het meerder deel wist niet, om wat oorzaak zij samengekomen waren.
En indien gij iets van andere dingen verzoekt, dat zal in een wettelijke vergadering beslecht worden.
Want wij staan in gevaar, dat wij van oproer zullen verklaagd worden om den dag van heden, alzo er geen oorzaak is, waardoor wij reden zullen kunnen geven van deze oploop. En dit gezegd hebbende, liet hij de vergadering gaan.
Tot de algemene vergadering en de Gemeente der eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, den Rechter over allen, en de geesten der volmaakte rechtvaardigen;
Want zo in uw vergadering kwam een man met een gouden ring aan den vinger, in een sierlijke kleding, en er kwam ook een arm man in met een slechte kleding;