'Vier' in de Bijbel
En hij zag den hemel geopend, en een zeker vat tot hem nederdalen, gelijk een groot linnen laken, aan de vier hoeken gebonden, en nedergelaten op de aarde;
En Cornelius zeide: Over vier dagen was ik vastende tot deze ure toe, en ter negende ure bad ik in mijn huis.
Ik was in de stad Joppe, biddende en zag in een vertrekking van zinnen een gezicht, namelijk een zeker vat, gelijk een groot linnen laken, nederdalende, bij de vier hoeken nedergelaten uit den hemel, en het kwam tot bij mij;
Denwelken ook gegrepen hebbende, hij in de gevangenis zette, en gaf hem over aan vier wachten, elk van vier krijgsknechten, om hem te bewaren, willende na het paas feest hem voorbrengen voor het volk.
Deze nu had vier dochters, nog maagden, die profeteerden.
Doe dan hetgeen wij u zeggen: Wij hebben vier mannen, die een gelofte gedaan hebben.
Zijt gij dan niet de Egyptenaar, die voor deze dagen oproer verwekte, en de vier duizend moordenaars naar de woestijn uitleidde?
En vrezende, dat zij ergens op harde plaatsen vervallen mochten, wierpen zij vier ankers van het achterschip uit, en wensten, dat het dag werd.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (4)
- Exodus (21)
- Leviticus (5)
- Numberi (10)
- Deuteronomium (2)
- Jozua (9)
- Richteren (4)
- 1 Samuël (2)
- 2 Samuël (2)
- 1 Koningen (9)
- 2 Koningen (1)
- 1 Kronieken (30)
- 2 Kronieken (1)
- Ezra (4)
- Nehemia (6)
- Job (2)
- Spreuken (5)
- Jesaja (2)
- Jeremia (5)
- Ezechiël (35)
- Daniël (10)
- Amos (8)
- Nahum (1)
- Zacharia (6)
- Mattheüs (3)
- Markus (4)
- Lukas (1)
- Johannes (4)
- Handelingen (8)
- Openbaring (23)