'Vraagde' in de Bijbel
En Jezus vraagde hem, zeggende: Welke is uw naam? En hij zeide: Legio. Want vele duivelen waren in hem gevaren.
En het geschiedde, als Hij alleen was biddende, dat de discipelen met Hem waren, en Hij vraagde hen, zeggende: Wie zeggen de scharen, dat Ik ben?
En tot zich geroepen hebbende een van de knechten, vraagde, wat dat mocht zijn.
En een zeker overste vraagde Hem, zeggende: Goede Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven?
En deze, horende de schare voorbijgaan, vraagde, wat dat ware.
En Jezus, stilstaande, beval, dat men denzelven tot Hem brengen zou; en als hij nabij Hem gekomen was, vraagde Hij hem,
En Pilatus vraagde Hem, zeggende: Zijt Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordde hem en zeide: Gij zegt het.
Als nu Pilatus van Galilea hoorde, vraagde hij, of die Mens een Galileer was?
En hij vraagde Hem met vele woorden; doch Hij antwoordde hem niets.