'Vrucht' in de Bijbel
En het andere viel in de doornen, en de doornen wiesen op, en verstikten hetzelve, en het gaf geen vrucht.
En het andere viel in de goede aarde, en gaf vrucht, die opging en wies; en het ene droeg dertig voud, en het andere zestig voud, en het andere honderd voud.
En als de vrucht zich voordoet, terstond zendt hij de sikkel daarin, omdat de oogst daar is.
En Jezus, antwoordende, zeide tot denzelven: Niemand ete enige vrucht meer van u in der eeuwigheid! En Zijn discipelen hoorden het.
En als het de tijd was, zond hij een dienstknecht tot de landlieden, opdat hij van de landlieden ontving van de vrucht des wijngaards.
Voorwaar, Ik zeg u, dat Ik niet meer zal drinken van de vrucht des wijnstoks, tot op dien dag, wanneer Ik dezelve nieuw zal drinken in het Koninkrijk Gods.
Verwante onderwerpen
- Blijdschap Als Vrucht Van De Geest
- De Bron Van De Vrucht
- Eerste Vruchten
- Geduld Als Vrucht Van De Geest
- Godsvrucht 's Ochtends
- Goedheid Als De Vrucht Van De Geest
- Houdingen Tegenover Onvruchtbaarheid
- Landbouw
- Liefde Als Een Vrucht Van De Geest
- Mildheid Als Een Vrucht Van De Geest
- Natuurlijke Vruchtbaarheid