7 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Vrucht' in de Bijbel

Als gij ook in dat land gekomen zult zijn, en alle geboomte ter spijze geplant zult hebben, zo zult gij de voorhuid daarvan, deszelfs vrucht, besnijden; drie jaren zal het u onbesneden zijn, daarvan zal niet gegeten worden.

VersbegrippenVoorhuidenTeeltDrie JaarVerboden Voedsel EtenEerste Vruchten

Maar in het vierde jaar zal al zijn vrucht een heilig ding zijn, ter lofzegging voor den HEERE.

VersbegrippenGod Loven Is Gepast

En in het vijfde jaar zult gij deszelfs vrucht eten, om het inkomen daarvan voor u te vermeerderen; Ik ben de HEERE, uw God!

VersbegrippenStijgend FruitDe Heer Is GodVijfdeToegelaten Voedsel

En het land zal zijn vrucht geven, en gij zult eten tot verzadiging toe; en gij zult zeker daarin wonen.

VersbegrippenProducerend LandLand

Zo zal Ik uw regens geven op hun tijd; en het land zal zijn inkomst geven, en het geboomte des velds zal zijn vrucht geven;

VersbegrippenNatuurRegenGods Heerschap Over Het WeerGeschenken Van God, TijdelijkGod Stuurde RegenZusterschap

En uw macht zal ijdelijk verdaan worden; en uw land zal zijn inkomsten niet geven, en het geboomte des lands zal zijn vrucht niet geven.

VersbegrippenNutteloze Arbeid

Public domain