'Welke' in de Bijbel
Want Hij heeft aan de engelen niet onderworpen de toekomende wereld, van welke wij spreken.
Want en Hij, Die heiligt, en zij, die geheiligd worden, zijn allen uit een; om welke oorzaak Hij Zich niet schaamt hen broeders te noemen.
Over welke nu is Hij vertoornd geweest veertig jaren? Was het niet over degenen, die gezondigd hadden, welker lichamen gevallen zijn in de woestijn?
Want gij, daar gij leraars behoordet te zijn vanwege den tijd, hebt wederom van node, dat men u lere, welke de eerste beginselen zijn der woorden Gods; en gij zijt geworden, als die melk van node hebben, en niet vaste spijze.
En afvallig worden, die, zeg ik, wederom te vernieuwen tot bekering, als welke zichzelven den Zoon van God wederom kruisigen en openlijk te schande maken.
Want de aarde, die den regen, menigmaal op haar komende, indrinkt, en bekwaam kruid voortbrengt voor degenen, door welke zij ook gebouwd wordt, die ontvangt zegen van God;
Opdat wij, door twee onveranderlijke dingen, in welke het onmogelijk is dat God liege, een sterke vertroosting zouden hebben, wij namelijk, die de toevlucht genomen hebben, om de voorgestelde hoop vast te houden;
Welke wij hebben als een anker der ziel, hetwelk zeker en vast is, en ingaat in het binnenste van het voorhangsel;
Want de wet heeft geen ding volmaakt, maar de aanleiding van een betere hoop, door welke wij tot God genaken.
Welke het voorbeeld en de schaduw der hemelse dingen dienen, gelijk Mozes door Goddelijke aanspraak vermaand was, als hij den tabernakel volmaken zou: Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar de afbeelding, die u op den berg getoond is.
Want de tabernakel was toebereid, namelijk de eerste, in welken was de kandelaar, en de tafel, en de toonbroden, welke genaamd wordt het heilige;
Hebbende een gouden wierookvat, en de ark des verbonds, alom met goud overdekt, in welke was de gouden kruik, daar het Manna in was, en de staf van Aaron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds.
En boven over deze ark waren de cherubijnen der heerlijkheid, die het verzoendeksel beschaduwden; van welke dingen wij nu van stuk tot stuk niet zullen zeggen.
Welke was een afbeelding voor dien tegenwoordigen tijd, in welken gaven en slachtofferen geofferd werden, die dengene, die de dienst pleegde, niet konden heiligen naar het geweten;
Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft.
Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is.
Maar indien gij zonder kastijding zijt, welke allen deelachtig zijn geworden, zo zijt gij dan bastaarden, en niet zonen.
Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal;
En tot het geklank der bazuin, en de stem der woorden; welke die ze hoorden, baden, dat het woord tot hen niet meer zou gedaan worden.
Ziet toe, dat gij Dien, Die spreekt, niet verwerpt; want indien dezen niet zijn ontvloden, die dengene verwierpen, welke op aarde Goddelijke antwoorden gaf, veelmeer zullen wij niet ontvlieden, zo wij ons van Dien afkeren, Die van de hemelen is;
En dit woord: Nog eenmaal, wijst aan de verandering der bewegelijke dingen, als welke gemaakt waren, opdat blijven zouden de dingen, die niet bewegelijk zijn.
Wordt niet omgevoerd met verscheidene en vreemde leringen; want het is goed, dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door spijzen, door welke geen nuttigheid bekomen hebben, die daarin gewandeld hebben.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (23)
- Exodus (10)
- Leviticus (16)
- Numberi (23)
- Deuteronomium (11)
- Jozua (10)
- Richteren (5)
- 1 Samuël (3)
- 2 Samuël (2)
- 1 Koningen (4)
- 2 Koningen (4)
- 1 Kronieken (7)
- 2 Kronieken (2)
- Ezra (2)
- Esther (4)
- Job (2)
- Psalmen (2)
- Prediker (3)
- Jesaja (12)
- Jeremia (4)
- Ezechiël (5)
- Daniël (5)
- Zacharia (7)
- Maleachi (1)
- Mattheüs (12)
- Markus (14)
- Lukas (35)
- Johannes (16)
- Handelingen (48)
- Romeinen (15)
- 1 Corinthiërs (7)
- 2 Corinthiër (10)
- Galaten (4)
- Efeziërs (14)
- Filippenzen (2)
- Colossenzen (8)
- 1 Thessalonicenzen (3)
- 2 Thessalonicenzen (1)
- 1 Timotheüs (9)
- 2 Timotheüs (6)
- Titus (1)
- Hebreeën (22)
- Jakobus (4)
- 1 Petrus (8)
- 2 Petrus (6)
- 1 Johannes (1)
- Openbaring (17)