26 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Wij' in de Bijbel

Zo kwamen zij aan tot Zerubbabel, en tot de hoofden der vaderen, en zeiden tot hen: Laat ons met ulieden bouwen, want wij zullen uw God zoeken, gelijk gijlieden ook hebben wij Hem geofferd sinds de dagen van Esar-Haddon, den koning van Assur, die ons herwaarts heeft doen optrekken.

VersbegrippenSamaritanenVerbannen VreemdelingenTijden Van Mensen

Maar Zerubbabel, en Jesua, en de overige hoofden der vaderen van Israel zeiden tot hen: Het betaamt niet, dat gijlieden en wij onzen God een huis bouwen; maar wij alleen zullen het den HEERE, den God Israels, bouwen, gelijk als de koning Kores, koning van Perzie, ons geboden heeft.

VersbegrippenGeboden in OTWat Hebben We Gemeenschappelijk?

Nu, omdat wij salaris uit het paleis trekken, en het ons niet betaamt des konings oneer te zien, daarom hebben wij gezonden, en dit den koning bekend gemaakt;

VersbegrippenZoutDe Eer VerliezenZuurheid

Wij maken dan de koning bekend, dat, zo dezelve stad zal worden opgebouwd, en haar muren voltrokken, gij daardoor geen deel zult hebben aan deze zijde der rivier.

VersbegrippenVoorbij De RivierVoorbij De Eufraat

Toen zeiden wij aldus tot hen, en welke de namen waren der mannen, die dit gebouw bouwden.

VersbegrippenStructuur

Den koning zij bekend, dat wij getogen zijn naar het landschap Juda, ten huize des groten Gods, hetwelk gebouwd wordt met grote stenen, en het hout wordt gelegd in de wanden; en datzelve werk wordt ras gedaan, en gaat voorspoediglijk door hun handen voort.

VersbegrippenGretigheidIjverDe Muren Van Jeruzalem BouwenWederopbouw Van De TempelVersterking

Toen hebben wij denzelven oudsten gevraagd, en aldus tot hen gezegd: Wie heeft ulieden bevel gegeven dit huis te bouwen, en dezen muur te voltrekken?

VersbegrippenHerstellingDe Bevelen Van De KoningStructuur

Wijders hebben wij hun ook hun namen afgevraagd, dat wij ze u bekend maakten; dat wij mochten overschrijven de namen der mannen, die hoofden onder hen zijn.

En zij hebben ons dusdanig antwoord wedergegeven, zeggende: Wij zijn knechten van den God des hemels en der aarde, en bouwen het huis, dat vele jaren voor dezen is gebouwd geweest; want een groot koning van Israel had het gebouwd en voltrokken.

VersbegrippenHemel En AardeDienaren Van De HeerDe Tweede TempelWederopbouw

Ook laten wij ulieden weten, aangaande alle priesteren en Levieten, zangers, poortiers, Nethinim en dienaars van het huis dezes Gods, dat men den cijns, ouden impost en tol hun niet zal vermogen op te leggen.

VersbegrippenPoortwachtersEerbetoonDe Aard Van Menselijke AutoriteitZangersTempelassistenten

En ik vergaderde hen aan de rivier, gaande naar Ahava, en wij legerden ons aldaar drie dagen; toen lette ik op het volk en de priesteren, en vond aldaar geen van de kinderen van Levi.

VersbegrippenConstructie Israël

Toen riep ik aldaar een vasten uit aan de rivier Ahava, opdat wij ons verootmoedigden voor het aangezicht onzes Gods, om van Hem te verzoeken een rechten weg, voor ons, en voor onze kinderkens, en voor al onze have.

VersbegrippenRedenen Voor VastenDe Praktijk Van VastenHoudingen Van NederigheidReisVoorbeelden Van BerouwRivieren En StromenLeerbaarheidKanalenZich VernederenVastenVasten En Bidden

Want ik schaamde mij van den koning een heir en ruiters te begeren, om ons te helpen van den vijand, op den weg; omdat wij tot den koning hadden gesproken, zeggende: De hand onzes Gods is ten goede over allen, die Hem zoeken, maar Zijn sterkte en Zijn toorn over allen, die Hem verlaten.

VersbegrippenGod VerzakenGenade In OTHet Gevolg Van De Afwijzing Van GodWegenGods HandGevolgen Van Het Verzaken Van GodGods Handen Op MensenSchaamte Is Aangekomen

Alzo vastten wij; en verzochten zulks van onzen God; en Hij liet zich van ons verbidden.

VersbegrippenPraktische Zaken Omtrent Het GebedVasten, Vergezeld VanVastenVasten En Bidden

Alzo verreisden wij van de rivier Ahava, op den twaalfden der eerste maand, om te gaan naar Jeruzalem; en de hand onzes Gods was over ons, en redde ons van de hand des vijands, en desgenen, die ons lagen legde op den weg.

VersbegrippenWoonwagensHand Van GodWegenVoorbeelden Van Goddelijke BeschermingGods HandGod Redt Van De VijandenGods Handen Op MensenVijandelijke Aanvallen

En wij kwamen te Jeruzalem; en wij bleven aldaar drie dagen.

VersbegrippenDrie Dagen

Van de dagen onzer vaderen af zijn wij in grote schuld tot op dezen dag; en wij zijn om onze ongerechtigheden overgegeven, wij, onze koningen en onze priesters, in de hand van de koningen der landen, in zwaard, in gevangenis, en in roof, en in schaamte des aangezichts, gelijk het is te dezen dage.

VersbegrippenStraf Voor OnrechtvaardigheidVernedering

Want wij zijn knechten; doch in onze dienstbaarheid heeft ons onze God niet verlaten; maar Hij heeft weldadigheid tot ons geneigd voor het aangezicht der koningen van Perzie, dat Hij ons een weinig levens gave, om het huis onzes Gods te verhogen, en de woestigheden van hetzelve op te richten, en om ons een tuin te geven in Juda en te Jeruzalem.

VersbegrippenVriendelijkheidOnvriendelijkMurenArcheologieGod Die Niet VerzaaktGroepen Van SlavenSlavernijWederopleving

En nu, wat zullen wij zeggen, o onze God! na dezen? Want wij hebben Uw geboden verlaten,

VersbegrippenGod VerzakenGods Dingen Verzaken

En na alles, wat over ons gekomen is, om onze boze werken, en om onze grote schuld, omdat Gij, o onze God! belet hebt, dat wij niet te onder zijn vanwege onze ongerechtigheid, en hebt ons een ontkoming gegeven, als deze is;

VersbegrippenStraf Voor OnrechtvaardigheidRestOverlevenden Van Naties

Zullen wij nu wederkeren, om Uw geboden te vernietigen, en ons te verzwageren met de volken dezer gruwelen? Zoudt Gij niet tegen ons toornen tot verterens toe, dat er geen overblijfsel noch ontkoming zij?

VersbegrippenVerenigingen Van KwaadGemengde HuwelijkenZal God Kwaad Zijn?

O HEERE, God van Israel! Gij zijt rechtvaardig; want wij zijn overgelaten ter ontkoming, als het is te dezen dage. Zie, wij zijn voor Uw aangezicht in onze schuld; want er is niemand, die voor Uw aangezicht zou kunnen bestaan, om zulks.

VersbegrippenDe Gerechtigheid Van GodZelfgerechtigheid En Het EvangelieOverlevenden Van NatiesSchuldig Bevonden

Toen antwoordde Sechanja, de zoon van Jehiel, een van de zonen van Elam, en zeide tot Ezra: Wij hebben overtreden tegen onzen God, en wij hebben vreemde vrouwen van de volken des lands bij ons doen wonen; maar nu, er is hope voor Israel, dezen aangaande.

VersbegrippenHoop In GodOptimismeDeelname In ZondeOntrouw Tegenover God

Laat ons dan nu een verbond maken met onze God, dat wij al die vrouwen, en wat van haar geboren is, zullen doen uitgaan, naar den raad des HEEREN, en dergenen, die beven voor het gebod onzes Gods; en laat er gedaan worden naar de wet.

VersbegrippenBeperkingen Omtrent Het HuwelijkEerbied En Gods AardVerbondsrelatiesBevenWerkelijke ScheidingenLatere Verbonden Met God

Laat toch onze vorsten der ganse gemeente hierover staan, en allen, die in onze steden zijn, die vreemde vrouwen bij zich hebben doen wonen, op gezette tijden komen, en met hen de oudsten van elke stad en derzelver rechters; totdat wij van ons afwenden de hittigheid des toorns onzes Gods, om dezer zaken wil.

VersbegrippenRechtersStadGod Zal Niet Meer Kwaad Zijn

Public domain