8 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Wonen' in de Bijbel

Al de dagen, in welke deze plaag aan hem zal zijn, zal hij onrein zijn; onrein is hij, hij zal alleen wonen; buiten het leger zal zijn woning wezen.

VersbegrippenKampen, Onreine DingenAfzonderenAfzonderingAfgezonderde PersonenBuiten Het Kamp

Onderhoudt dan al Mijn inzettingen en al Mijn rechten, en doet dezelve; opdat u dat land, waarheen Ik u brenge, om daarin te wonen, niet uitspuwe.

VersbegrippenVolg De GebodenUitzetting

Zeven dagen zult gij in de loofhutten wonen; alle inboorlingen in Israel zullen in loofhutten wonen;

VersbegrippenZeven Dagen

Opdat uw geslachten weten, dat Ik de kinderen Israels in loofhutten heb doen wonen, als Ik hen uit Egypteland uitgevoerd heb; Ik ben de HEERE, uw God!

VersbegrippenCabinesDe Heer Is GodGod Haalt Israël Uit Egypte

En doet Mijn inzettingen, en houdt Mijn rechten, en doet dezelve; zo zult gij zeker wonen in het land.

VersbegrippenVolg De GebodenGehoorzaamheid

En het land zal zijn vrucht geven, en gij zult eten tot verzadiging toe; en gij zult zeker daarin wonen.

VersbegrippenProducerend LandLand

En de dorstijd zal u reiken tot den wijnoogst, en de wijnoogst zal reiken tot den zaaitijd; en gij zult uw brood eten tot verzadiging toe, en gij zult zeker in uw land wonen.

VersbegrippenDruivenHerfstVeiligheidDorsenWijnoogstIn Het Land Leven

Ja, Ik zal dat land verwoesten; dat uw vijanden, die daarin zullen wonen, zich daarover ontzetten zullen.

Public domain