'Wordt' in de Bijbel
Ontzet u hierover, gij hemelen, en zijt verschrikt, wordt zeer woest, spreekt de HEERE.
Gelijk een dief beschaamd wordt, wanneer hij gevonden wordt, alzo zijn die van het huis Israels beschaamd; zij, hun koningen, hun vorsten, en hun priesters, en hun profeten;
Men zegt: Zo een man zijn huisvrouw verlaat, en zij gaat van hem, en wordt eens anderen mans, zal hij ook tot haar nog wederkeren? Zou datzelve land niet grotelijks ontheiligd worden? Gij nu hebt met veel boeleerders gehoereerd, keer nochtans weder tot Mij, spreekt de HEERE.
Was uw hart van boosheid, o Jeruzalem! opdat gij behouden wordt; hoe lang zult gij de gedachten uwer ijdelheid in het binnenste van u laten vernachten?
Breuk op breuk wordt er uitgeroepen; want het ganse land is verstoord; haastelijk zijn mijn tenten verstoord, mijn gordijnen in een ogenblik!
Gelijk een bornput zijn water opgeeft, alzo geeft zij haar boosheid op; geweld en verstoring wordt in haar gehoord, weedom en plaging is steeds voor Mijn aangezicht.
Van Dan af wordt het gesnuif zijner paarden gehoord; het ganse land beeft van het geluid der briesingen zijner sterken; en zij komen daarhenen, dat zij het land opeten en diens volheid, de stad en die daarin wonen.
Uitgerekt zilver wordt van Tarsis gebracht, en goud van Ufaz, tot een werk des werkmeesters en van de handen des goudsmids; hemelsblauw en purper is hun kleding, een werk der wijzen zijn zij al te zamen.
En ik was als een lam, als een os, die geleid wordt om te slachten; want ik wist niet, dat zij gedachten tegen mij dachten, zeggende: Laat ons den boom met zijn vrucht verderven, en laat ons hem uit het land der levenden uitroeien, dat zijn naam niet meer gedacht worde.
Zij hebben tarwe gezaaid, maar doornen gemaaid; zij hebben zich gepijnigd, maar niet gevorderd; wordt alzo beschaamd vanwege ulieder inkomsten, vanwege de hittigheid van den toorn des HEEREN.
Aangaande de profeten. Mijn hart wordt in mijn binnenste gebroken, al mijn beenderen bewegen zich; ik ben als een dronken man, en als een man, dien de wijn te boven gaat; vanwege den HEERE, en vanwege de woorden Zijner heiligheid.
Gij zult dan tot hen zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Drinkt, en wordt dronken, en spuwt, en valt neder, dat gij niet weder opstaat, vanwege het zwaard, dat Ik onder u zal zenden.
Neemt vrouwen, en gewint zonen en dochteren, en neemt vrouwen voor uw zonen, en geeft uw dochteren aan mannen, dat zij zonen en dochteren baren; en wordt aldaar vermenigvuldigd, en wordt niet verminderd.
Tergende Mij door de werken uwer handen, rokende anderen goden in het land van Egypte, alwaar gij gekomen zijt, om daar als vreemdeling te verkeren; opdat gij uzelven uitroeit, en opdat gij wordt tot een vloek, en tot een smaadheid onder alle volken der aarde?
Vlucht, redt ulieder ziel! en wordt als de heide in de woestijn;
Verlaat de steden, en woont in de steenrots, gij inwoners van Moab! en wordt gelijk een duif, die in de doorgangen van den mond eens hols nestelt.
Vliedt uit het midden van Babel, en redt, een iegelijk zijn ziel; wordt niet uitgeroeid in haar ongerechtigheid; want dit is de tijd der wraak des HEEREN, Die haar de verdienste betaalt.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (10)
- Exodus (10)
- Leviticus (19)
- Numberi (9)
- Deuteronomium (12)
- Jozua (1)
- Richteren (3)
- 1 Samuël (2)
- 2 Samuël (5)
- 1 Koningen (4)
- 2 Koningen (2)
- 1 Kronieken (3)
- 2 Kronieken (4)
- Ezra (6)
- Nehemia (1)
- Job (34)
- Psalmen (24)
- Spreuken (40)
- Prediker (15)
- Hooglied (4)
- Jesaja (32)
- Jeremia (17)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (10)
- Daniël (4)
- Hosea (3)
- Amos (1)
- Habakuk (2)
- Zefanja (1)
- Zacharia (1)
- Maleachi (2)
- Mattheüs (32)
- Markus (16)
- Lukas (23)
- Johannes (9)
- Handelingen (18)
- Romeinen (17)
- 1 Corinthiërs (31)
- 2 Corinthiër (15)
- Galaten (11)
- Efeziërs (8)
- Filippenzen (2)
- Colossenzen (4)
- 1 Thessalonicenzen (2)
- 2 Thessalonicenzen (6)
- 1 Timotheüs (1)
- 2 Timotheüs (3)
- Hebreeën (14)
- Jakobus (14)
- 1 Petrus (12)
- 2 Petrus (3)
- 3 Johannes (1)
- Judas (1)
- Openbaring (9)