'Wordt' in de Bijbel

Geen spraak, en geen woorden zijn er, waar hun stem niet wordt gehoord.

Ook wordt Uw knecht door dezelve klaarlijk vermaand; in het houden van die is grote loon.

[ (Psalms 22:32) Zij zullen aankomen, en Zijn gerechtigheid verkondigen den volke, dat geboren wordt, omdat Hij het gedaan heeft. ]

Een koning wordt niet behouden door een groot heir; een held wordt niet gered door grote kracht;

Schin. Hij bewaart al zijn beenderen; niet een van die wordt gebroken.

Als hij valt, zo wordt hij niet weggeworpen, want de HEERE ondersteunt zijn hand.

Want de HEERE heeft het recht lief, en zal Zijn gunstgenoten niet verlaten; in eeuwigheid worden zij bewaard; maar het zaad der goddelozen wordt uitgeroeid.

Maar de HEERE laat hem niet in zijn hand; en Hij verdoemt hem niet, als hij geoordeeld wordt.

Maar de overtreders worden te zamen verdelgd. het einde der goddelozen wordt uitgeroeid.

De mens nochtans, die in waarde is, blijft niet; hij wordt gelijk als de beesten, die vergaan.

Vrees niet, wanneer een man rijk wordt, wanneer de eer van zijn huis groot wordt;

[ (Psalms 49:21) De mens, die in waarde is, en geen verstand heeft, wordt gelijk als de beesten, die vergaan. ]

[ (Psalms 51:21) Dan zult Gij lust hebben aan de offeranden der gerechtigheid, aan brandoffer en een offer, dat gans verteerd wordt; dan zullen zij varren offeren op Uw altaar. ]

Vertrouwt niet op onderdrukking, noch op roverij; wordt niet ijdel, als het vermogen overvloedig aanwast, en zet er het hart niet op.

Gij zult hen verdrijven, gelijk rook verdreven wordt; gelijk was voor het vuur smelt, zullen de goddelozen vergaan van Gods aangezicht.

In den morgenstond bloeit het, en het verandert; des avonds wordt het afgesneden, en het verdort.

Aangaande de dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, of, zo wij zeer sterk zijn, tachtig jaren; en het uitnemendste van die is moeite en verdriet; want het wordt snellijk afgesneden, en wij vliegen daarheen.

Om hem rust te geven van de kwade dagen; totdat de kuil voor den goddeloze gegraven wordt.

Hij drenkt de bergen uit Zijn opperzalen; de aarde wordt verzadigd van de vrucht Uwer werken.

Gij beschikt de duisternis, en het wordt nacht, in denwelken al het gedierte des wouds uittreedt:

Zij dansen en waggelen als een dronken man, en al hun wijsheid wordt verslonden.

Als hij gericht wordt, zo ga hij schuldig uit, en zijn gebed zij tot zonde.

Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.

Daarom wordt mijn geest overstelpt in mij, mijn hart is verbaasd in het midden van mij.