'Zaal' in de Bijbel
En in hun paleizen zullen doornen opgaan, netelen en distelen in hun vestingen; en het zal een woning der draken zijn, een zaal voor de jongen der struisen.
Toen vergaderden de overpriesters en de Schriftgeleerden, en de ouderlingen des volks, in de zaal des hogepriesters, die genaamd was Kajafas;
En Petrus volgde Hem van verre tot aan de zaal des hogepriesters, en binnengegaan zijnde, zat hij bij de dienaren, om het einde te zien.
En Petrus zat buiten in de zaal; en een dienstmaagd kwam tot hem, zeggende: Gij waart ook met Jezus, den Galileer.
En Petrus volgde Hem van verre, tot binnen in de zaal des hogepriesters, en hij was mede zittende met de dienaren, en zich warmende bij het vuur.
En als Petrus beneden in de zaal was, kwam een van de dienstmaagden des hogepriesters;
En de krijgsknechten leidden Hem binnen in de zaal, welke is het rechthuis, en riepen de ganse bende samen;
En als zij vuur ontstoken hadden in het midden van de zaal, en zij te zamen nederzaten, zat Petrus in het midden van hen.
En Simon Petrus volgde Jezus, en een ander discipel. Deze discipel nu was den hogepriester bekend, en ging met Jezus in des hogepriesters zaal.