'Ze' in de Bijbel
Gimel. Juda is in gevangenis gegaan vanwege de ellende, en vanwege de veelheid der dienstbaarheid; zij woont onder de heidenen, zij vindt geen rust; al haar vervolgers achterhalen ze tussen de engten.
Beth. De Heere heeft al de woningen Jakobs verslonden, en heeft ze niet verschoond; Hij heeft de vastigheden der dochter van Juda afgebroken in Zijn verbolgenheid, Hij heeft gemaakt, dat zij de aarde raken; Hij heeft het koninkrijk en deszelfs vorsten ontheiligd.
Cheth. De HEERE heeft gedacht te verderven den muur der dochter Sions; Hij heeft het richtsnoer daarover getogen, Hij heeft Zijn hand niet afgewend, dat Hij ze niet verslonde; en Hij heeft den voormuur en den muur te zamen treurig gemaakt, zij zijn verzwakt.
Schin. De jongen en de ouden liggen op de aarde op de straten; mijn jonkvrouwen en mijn jongelingen zijn door het zwaard gevallen; Gij hebt ze in den dag Uws toorns gedood, Gij hebt ze geslacht en niet verschoond.
Thau. Vervolg ze met toorn, en verdelg ze van onder den hemel des HEEREN.
Pe. Des HEEREN aangezicht heeft ze verdeeld. Hij zal ze voortaan niet meer aanzien; zij hebben het aangezicht der priesteren niet geeerd, zij hebben den ouden geen genade bewezen.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (32)
- Exodus (49)
- Leviticus (21)
- Numberi (32)
- Deuteronomium (47)
- Jozua (18)
- Richteren (16)
- Ruth (1)
- 1 Samuël (38)
- 2 Samuël (27)
- 1 Koningen (26)
- 2 Koningen (34)
- 1 Kronieken (15)
- 2 Kronieken (27)
- Ezra (5)
- Nehemia (13)
- Esther (3)
- Job (18)
- Psalmen (44)
- Spreuken (21)
- Prediker (1)
- Hooglied (3)
- Jesaja (53)
- Jeremia (63)
- Klaagliederen (6)
- Ezechiël (53)
- Daniël (17)
- Hosea (19)
- Joël (2)
- Amos (8)
- Obadja (1)
- Jona (1)
- Micha (7)
- Nahum (4)
- Habakuk (3)
- Zefanja (4)
- Haggaï (38)
- Zacharia (10)
- Maleachi (3)