'Ze' in de Bijbel
Daarom zal hun vermogen ten roof worden, en hun huizen tot verwoesting; zij bouwen wel huizen, maar zij zullen ze niet bewonen; en zij planten wijngaarden, maar zij zullen derzelver wijn niet drinken.
Daarom, zo waarachtig als Ik leef, spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Moab zal zekerlijk zijn als Sodom, en de kinderen Ammons als Gomorra, een netelheide, en een zoutgroeve, en een verwoesting tot in eeuwigheid! De overigen Mijns volks zullen ze beroven, en het overige Mijns volks zal ze erfelijk bezitten.
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
Ziet, Ik zal te dien tijde al uw verdrukkers verdoen; en Ik zal de hinkenden behoeden, en de uitgestotenen verzamelen; en Ik zal ze stellen tot een lof, en tot een naam, in het ganse land, waar zij beschaamd zijn geweest.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (32)
- Exodus (49)
- Leviticus (21)
- Numberi (32)
- Deuteronomium (47)
- Jozua (18)
- Richteren (16)
- Ruth (1)
- 1 Samuël (38)
- 2 Samuël (27)
- 1 Koningen (26)
- 2 Koningen (34)
- 1 Kronieken (15)
- 2 Kronieken (27)
- Ezra (5)
- Nehemia (13)
- Esther (3)
- Job (18)
- Psalmen (44)
- Spreuken (21)
- Prediker (1)
- Hooglied (3)
- Jesaja (53)
- Jeremia (63)
- Klaagliederen (6)
- Ezechiël (53)
- Daniël (17)
- Hosea (19)
- Joël (2)
- Amos (8)
- Obadja (1)
- Jona (1)
- Micha (7)
- Nahum (4)
- Habakuk (3)
- Zefanja (4)
- Haggaï (38)
- Zacharia (10)
- Maleachi (3)