'Zekerlijk' in de Bijbel
En zij zeide: Ik zal zekerlijk met u trekken, behalve dat de eer de uwe niet zal zijn op dezen weg, dien gij wandelt; want de HEERE zal Sisera verkopen in de hand ener vrouw. Alzo maakte Debora zich op, en toog met Barak naar Kedes.
En Manoach zeide tot zijn huisvrouw: Wij zullen zekerlijk sterven, omdat wij God gezien hebben.
Zo keerden zich de mannen van Israel om in den strijd; en Benjamin had begonnen te slaan en te doorsteken van de mannen van Israel omtrent dertig man; want zij zeiden: Immers is hij zekerlijk voor ons aangezicht geslagen, als in den vorigen strijd.
En de kinderen Israels zeiden: Wie is er, die niet is opgekomen in de vergadering uit al de stammen van Israel tot den HEERE? Want er was een grote eed geschied aangaande dengene, die niet opkwam tot den HEERE te Mizpa, zeggende: Hij zal zekerlijk gedood worden.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (5)
- Exodus (14)
- Leviticus (13)
- Numberi (8)
- Deuteronomium (5)
- Jozua (2)
- Richteren (4)
- Ruth (1)
- 1 Samuël (8)
- 2 Samuël (8)
- 1 Koningen (1)
- 2 Koningen (4)
- 1 Kronieken (1)
- Job (4)
- Psalmen (5)
- Spreuken (6)
- Prediker (1)
- Jesaja (6)
- Jeremia (19)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (4)
- Hosea (2)
- Habakuk (1)
- Zefanja (2)
- Zacharia (1)