'Zult' in de Bijbel
Zo zij nu den koning bekend, indien dezelve stad zal worden opgebouwd, en de muren voltrokken, dat zij den cijns, ouden impost, en tol niet zullen geven, en gij zult aan de inkomsten der koningen schade aanbrengen.
Opdat men zoeke in het boek der kronieken uwer vaderen, zo zult gij vinden in het boek der kronieken, en weten, dat dezelve stad een rebelle stad geweest is, en den koningen en landschappen schade aanbrengende, en dat zij daarbinnen afval gesticht hebben, van oude tijden af; daarom is dezelve stad verwoest.
Wij maken dan de koning bekend, dat, zo dezelve stad zal worden opgebouwd, en haar muren voltrokken, gij daardoor geen deel zult hebben aan deze zijde der rivier.
Ook wordt van mij bevel gegeven, wat gijlieden doen zult aan de oudsten dezer Joden, om dit huis Gods te bouwen; te weten, dat uit des konings goederen, van den cijns aan gene zijde der rivier, de onkosten dezen mannen spoediglijk gegeven worden, opdat men hen niet belette.
Mitsgaders al het zilver en goud, dat gij vinden zult in het ganse landschap van Babel, met de vrijwillige gave des volks en der priesteren, die vrijwilliglijk geven, ten huize huns Gods, dat te Jeruzalem is;
Daartoe, wat u en uw broederen goeddunken zal, met het overige zilver en goud te doen, zult gijlieden doen naar het welgevallen uws Gods.
Het overige nu, dat van node zal zijn voor het huis uws Gods, dat u voorvallen zal uit te geven, zult gij geven uit het schathuis des konings.
En gij, Ezra, naar de wijsheid uws Gods, die in uw hand is, stel regeerders en richters, die al het volk richten, dat aan gene zijde der rivier is, allen, die de wetten Gods weten, en die ze niet weet, zult gijlieden die bekend maken.
Zo zult gij nu uw dochteren niet geven aan hun zonen, en hun dochteren niet nemen voor uw zonen, en zult hun vrede en hun best niet zoeken, tot in eeuwigheid; opdat gij sterk wordt, en het goede des lands eet, en uw kinderen doet erven tot in eeuwigheid.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (100)
- Exodus (271)
- Leviticus (196)
- Numberi (164)
- Deuteronomium (353)
- Jozua (40)
- Richteren (28)
- Ruth (8)
- 1 Samuël (60)
- 2 Samuël (31)
- 1 Koningen (44)
- 2 Koningen (44)
- 1 Kronieken (13)
- 2 Kronieken (34)
- Ezra (9)
- Nehemia (6)
- Esther (3)
- Job (48)
- Psalmen (69)
- Spreuken (20)
- Prediker (3)
- Hooglied (1)
- Jesaja (99)
- Jeremia (125)
- Klaagliederen (2)
- Ezechiël (160)
- Daniël (11)
- Hosea (7)
- Joël (4)
- Amos (6)
- Obadja (1)
- Micha (11)
- Nahum (2)
- Habakuk (3)
- Zefanja (5)
- Zacharia (11)
- Maleachi (7)
- Mattheüs (65)
- Markus (23)
- Lukas (66)
- Johannes (47)
- Handelingen (28)
- Romeinen (10)
- 1 Corinthiërs (7)
- 2 Corinthiër (3)
- Galaten (2)
- Efeziërs (1)
- Colossenzen (2)
- 2 Thessalonicenzen (1)
- 1 Timotheüs (3)
- Filémon (1)
- Hebreeën (1)
- Jakobus (3)
- 1 Petrus (1)
- 2 Petrus (1)
- 1 Johannes (2)
- 3 Johannes (1)
- Openbaring (3)