'Ächter' in de Bijbel
En uw oren zullen horen het woord desgenen, die achter u is, zeggende: Dit is de weg, wandelt in denzelven; als gij zoudt afwijken ter rechterhand of ter linkerhand.
Dit is het woord, dat de HEERE over hem gesproken heeft: De jonkvrouw, de dochter van Sion, veracht u, zij bespot u, de dochter van Jeruzalem schudt het hoofd achter u.
Zie, in vrede is mij de bitterheid bitter geweest; maar Gij hebt mijn ziel liefelijk omhelsd, dat zij in de groeve der vertering niet kwame; want Gij hebt al mijn zonden achter Uw rug geworpen.
En achter de deur en posten zet gij uw gedenkteken; want van Mij wijkende ontdekt gij u, en klimt op; gij maakt uw leger wijd, en maakt u een verbond met enigen uit dezelve, gij hebt hun leger lief in elke plaats, die gij ziet.
Die zichzelven heiligen, en zichzelven reinigen in de hoven, achter een in het midden derzelve, die zwijnenvlees eten, en verfoeisel, en muizen; te zamen zullen zij verteerd worden, spreekt de HEERE.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (8)
- Exodus (5)
- Leviticus (1)
- Numberi (3)
- Deuteronomium (5)
- Jozua (8)
- Richteren (10)
- Ruth (5)
- 1 Samuël (18)
- 2 Samuël (19)
- 1 Koningen (9)
- 2 Koningen (8)
- 1 Kronieken (3)
- 2 Kronieken (4)
- Nehemia (6)
- Job (3)
- Psalmen (5)
- Hooglied (1)
- Jesaja (5)
- Jeremia (10)
- Ezechiël (12)
- Hosea (2)
- Joël (2)
- Amos (1)
- Zefanja (1)
- Zacharia (2)