Jesaja 57:21

De goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede.

Jesaja 48:22

Maar de goddelozen hebben geen vrede, zegt de HEERE.

2 Koningen 9:22

Het geschiedde nu, als Joram Jehu zag, dat hij zeide: Is het ook vrede, Jehu? Maar hij zeide: Wat vrede, zo lang als de hoererijen van uw moeder Izebel, en haar toverijen zo vele zijn?

Jesaja 3:11

Wee den goddeloze, het zal hem kwalijk gaan, want de vergelding zijner handen zal hem geschieden.

Jesaja 59:8

Den weg des vredes kennen zij niet; en er is geen recht in hun gangen; hun paden maken zij verkeerd voor zich zelven, al wie daarop gaat, die kent den vrede niet.

Romeinen 3:16-17

Vernieling en ellendigheid is in hun wegen;

Treasury of Scripture Knowledge did not add