Spreuken 29:27
Een ongerechtig man is den rechtvaardige een gruwel; maar die recht is van weg, is den goddeloze een gruwel.
Psalmen 139:21
Zou ik niet haten HEERE! die U haten? en verdriet hebben in degenen, die tegen U opstaan?
1 Johannes 3:13
Verwondert u niet, mijn broeders, zo u de wereld haat.
Psalmen 119:115
Wijkt van mij, gij boosdoeners! dat ik de geboden mijns Gods moge bewaren.
Spreuken 24:9
De gedachte der dwaasheid is zonde; en een spotter is den mens een gruwel.
Spreuken 29:10
Bloedgierige lieden haten den vrome; maar de oprechten zoeken zijn ziel.
Zacharia 11:8
En ik heb drie herders in een maand afgesneden; want mijn ziel was over hen verdrietig geworden, en ook had hun ziel een walg van mij.
Johannes 7:7
De wereld kan ulieden niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van dezelve getuig, dat haar werken boos zijn.
Johannes 15:17-19
Dit gebied Ik u, opdat gij elkander liefhebt.
Johannes 15:23
Die Mij haat, die haat ook Mijn Vader.
Treasury of Scripture Knowledge did not add