42 Bijbelverzen over Vriendschap En Liefde

Meest relevante verzen

Psalmen 122:8

Om mijner broederen en mijner vrienden wil, zal ik nu spreken, vrede zij in u!

Spreuken 22:11

Die de reinheid des harten liefheeft, wiens lippen aangenaam zijn, diens vriend is de koning.

Job 19:19

Alle mensen mijns heimelijken raads hebben een gruwel aan mij; en die ik liefhad, zijn tegen mij gekeerd.

Lukas 11:5

En Hij zeide tot hen: Wie van u zal een vriend hebben, en zal ter middernacht tot hem gaan, en tot hem zeggen: Vriend! leen mij drie broden;

Hosea 3:1

En de HEERE zeide tot mij: Ga wederom henen, bemin een vrouw, die, bemind zijnde van haar vriend, nochtans overspel doet; gelijk de HEERE de kinderen Israels bemint, maar zij zien om, naar andere goden, en beminnen de flessen der druiven.

Johannes 11:3

Zijn zusters dan zonden tot Hem, zeggende: Heere, zie, dien Gij liefhebt, is krank.

Jesaja 41:8

Maar gij, Israel, Mijn knecht! gij Jakob, dien Ik verkoren heb! het zaad van Abraham, Mijn liefhebber!

Lukas 11:8

Ik zeg ulieden: Hoewel hij niet zou opstaan en hem geven, omdat hij zijn vriend is, nochtans om zijner onbeschaamdheid wil, zal hij opstaan, en hem geven zoveel als hij er behoeft.

1 Petrus 5:14

Groet elkander met een kus der liefde. Vrede zij u allen, die in Christus Jezus zijt. Amen.

Hooglied 5:8

Ik bezweer u, gij dochters van Jeruzalem! indien gij mijn Liefste vindt, wat zult gij Hem aanzeggen? Dat ik krank ben van liefde.

Never miss a post

Public domain